100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting psychologie periode 2.4 trends & ontwikkelingen $6.96   Add to cart

Summary

Samenvatting psychologie periode 2.4 trends & ontwikkelingen

 28 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting psychologie periode 2.4 trends & ontwikkelingen. Uitwerking van de literatuur, hoor- en werkcolleges Inclusief begrippenlijst per CH.

Preview 4 out of 78  pages

  • No
  • Stof van periode 2.4
  • June 21, 2020
  • 78
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting psychologie
Literatuur
H1:
1.1 wat is psychopathologie
 Psychopathologie: de wetenschap waarin psychische stoornissen worden bestudeerd
 Deelonderwerpen: het voorkomen, de hoeveelheid, het ontstaan, het onderscheid tussen en
de behandeling van stoornissen
 Verschil tussen psychopathologie en psychiatrie:
- psychopathologie houdt zich bezig met theorie over stoornissen
- psychiatrie houdt zich bezig met hulpverleningspraktijk aan mensen met een psychische
stoornis
 Ontwikkelingspsychopathologie: wordt het ontstaan en het beloop van psychische
stoornissen onderzocht
- het gaat om het begrijpen van het proces: hoe is bepaald gedrag ontstaan
 Ontwikkelingspsychopathologie combineert meerdere inzichten en ervaringen vanuit
verschillende invalshoeken (dit is nodig omdat geen enkele theorie een alles omvattende
verklaring kan geven)
 Ontwikkelingspsychopathologie bestaat uit inzichten uit verschillende disciplines:
- psychologie (studie afwijkende ontwikkeling)
- pedagogiek (studie opvoedpraktijken)
- ontwikkelingspsychologie (ecologische systeembenadering Bronfenbrenner)
- ontwikkelingsopgaven (welke ontwikkelingsopgaven in de opvoeding)
- biologie (studie lichamelijke rijping en erfelijke aanleg)
 De invloed van het ontwikkelings-psychopathologisch denkkader is de laatste jaren enorm
toegenomen
 Bij ontwikkelingspsychopathologie wordt de ontwikkelingsbenadering toegepast
 Ontwikkelingsbenadering: men gaat uit van de veronderstelling dat gedrag(smogelijkheden)
in de loop van iemands leven veranderen, complexer worden)
- hierbij spelen vroegere ervaringen (geschiedenis van het kind) en kenmerken en eisen
van de huidige situatie een rol
 Eeuwige wisselwerking: geschiedenis beïnvloedt actuele ervaringen en actuele ervaringen
beïnvloeden de geschiedenis (gedrag is hierdoor bepaald)
 Het actuele gedrag van een kind is altijd het gevolg van vroegere ervaringen en van de eisen
huidige situatie
 De oorzaak van psychopathologie ligt dus niet per definitie in zijn verleden
 Een psychische stoornis kent nooit maar een oorzaak, en is altijd het resultaat van een
wisselwerking tussen biologische en omgevingsfactoren
 Ontwikkelingsopgaven: bedoeld om ontwikkeling van kinderen en jongeren te beschrijven
 Ontwikkelingsopgaven: een kind moet op elke leeftijdsfase opgaven zien te volbrengen,
bijvoorbeeld veilig gehechtheid
- als ontwikkelingsopgave niet goed worden verworven is de kans op latere problemen
groter

,  Als beoordeeld moet worden of het gedrag van een kind adequaat is, moet daarbij de
ontwikkelingsleeftijd van het kind betrokken worden. Gedrag dat op jonge leeftijd adequaat
is, kan op latere leeftijd op een stoornis wijze.
 Op het ontstaan en beloop van gedrag hebben meerdere factoren een invloed:
- factoren vanuit het kind zelf: sekse, leeftijd, intelligentie, etc.
- omgevingsinvloeden: het gezin, school, media, vriendjes, etc.
- culturele invloeden en maatschappelijke normen en waarden
 Elk kind is uniek
 Je weet pas wat een afwijkende ontwikkeling is als je weet wat de normale, gemiddelde
ontwikkeling is, en als je rekening houdt met achterliggende culturele opvattingen

Cultuur
 cultuur kan de kans dat kinderen bepaald gedrag gaan vertonen vergroten of verkleinen
- zelfstandig of gemeenschappelijk kind
 Ook kan een bepaalde stoornis verschillend tot uiting komen in uiteenlopende culturen
 Wel is belangrijk om te weten dat culturele niet statisch zijn, ze ontwikkelen zich
 De tweede manier waarop cultuur invloed heeft is de wijze waarop normen en waarden uit
een cultuur de opvattingen van volwassenen over het gedrag van kinderen beïnvloeden
- cultuur is medebepalend voor wat als normaal of afwijkend wordt beschouwd
 Interne problematiek: naar binnen slaan
 Externe problematiek: naar buiten slaan
 De drempel om je zorgen te maken over een kind verschilt per cultuur
 De oorzakelijke interpretatie door de volwassenen (attributie) van het gedrag van het kind
bleek te verschillen per cultuur
 Beschermingsfactoren en risicofactoren: wederzijdse beïnvloeding, vergroten of verkleinen
elkaars invloed.
- er is sprake van een wisselwerking tussen deze factoren
 Beschermingsfactoren: hebben een positieve invloed op de ontwikkeling van het kind
 Risicofactoren: hebben een negatieve invloed op de ontwikkeling van het kind
 Gedrag vindt plaats in een sociale, culturele en maatschappelijke omgeving die dat gedrag
beïnvloedt.

H2
2.2 classificatie
 Classificatie: systematische beschrijving van gedag (wetenschappelijk)
- wat zie je en wat neem je waar
 Bij classificatie geven mensen antwoord op de vraag: wat is dit?
 Om te kunnen classificeren moeten we waarnemen, maar ook onderscheid kunnen maken
tussen de categorieën waarin we waarnemingsresultaten indelen
 Een waarnemer gebruikt daarvoor de kennis die hij of zij heeft en die is gebonden aan de tijd
en cultuur waarin hij of zij leeft
 Classificatie biedt de mogelijkheid tot ordening: het leidt tot een beter begrip van wat
verschillend of hetzelfde is en brengt daarmee de wereld in kaart
 Bij classificatie moet gekeken worden naar of het inderdaad gaat om een stoornis en moet hij
nagaan of de symptomen misschien veroorzaakt worden door een andere aandoening met
dezelfde symptomen als deze stoornis.
 Differentiaal diagnose: lijken op andere stoornissen (wil je uitsluiten)

, - ik denk dat het dit is, maar het zou ook iets anders kunnen zijn dus dat moet uitgesloten
worden

Categoriale benadering van classificatie
 DSM5 definities van een psychische stoornis:
 Een psychische stoornis: betreft een gezondheidstoestand die gekenmerkt wordt door
significant disfunctioneren van de cognities, emoties of het gedrag van een individu
 Een psychische stoornis: in niet een gebruikelijke of cultureel aanvaarde reactie op een
specifieke gebeurtenis zoals het overlijden van een geliefd persoon
 In de DSM5 staan afspraken over hoe een psychische stoornis gedefinieerd wordt door de
kenmerken te omschrijven (symptomen)
 Behalve de kenmerken beschrijft de DSM5 ook het aantal, de duur en impact van de
symptomen
 Een belangrijk aspect bij de DSM5 is het denken in categorieën: klachten van een hulpvrager
zijn duidelijk in te delen in duidelijke categorieën.




 laat weinig ruimte of verschillende personen evenveel last ondervinden van het gedrag
(kleine tegemoetkoming door licht, matig en ernstig)
 en er wordt niet gekeken naar of een kind lijdt onder een stoornis
 Comorbiditeit: samengaan met andere stoornissen, het bestaan van stoornissen naast elkaar

Verschil categoriale en dimensionele benadering:
 Categoriaal: psychiatrische stoornissen worden gezien als afzonderlijke eenheden,
categorieën, iemand heeft de stoornis wel of iemand heeft die niet
 Dimensioneel: er wordt op glijdende schaal aangegeven of kenmerken van een stoornis
aanwezig zijn

Dimensionale benadering van classificatie
 In DSM5 wordt de stoornis categoriaal benaderd het is alles of niets
 Dimensionaal denken en werken: mensen trachten een bepaald kenmerk van een persoon
te meten met testen en/of vragenlijsten en daar een cijfer aan te verbinden
 Child behavior checklist: om te kijken of een kind problematiek heeft zijn er aparte normen
voor elke leeftijdscategorie en wordt onderscheid gemaakt tussen jongens en meisjes
- er zijn lijsten voor ouders, kinderen, verzorgers, docenten, etc.
 Ook is er een Adult behavior checklist

,  instrumenten om te classificeren
 DSM-5 opgesteld door deskundigen (wetenschappers)
 hebben een lijst gemaakt van symptomen die wel of niet bij een stoornis horen
 CBCL: is een checklist die je door verschillende mensen kun laten invullen (classificatie
gebeurt niet alleen door deskundigen, maar meer door de omgeving)
 DSM-5 is dus gefixeerd en CBCL flexibeler (kun je meer naar de hand zetten)
 DSM-5 kijkt minder naar culturele invloeden (minder buigzaam voor verschillende culturele
percepties)
 CBCL gaat uit van de input van de omgeving en kijkt du wel meer naar culturele invloeden en
perceptie

Argumenten voor een dimensionale benadering van classificatie
 Dimensionele classificatie sluit in vergelijking met categoriale classificatie beter aan bij de
praktijk van snel wisselende en verder ontwikkelende talige, cognitieve en sociale-
vaardigheden bij kinderen.
 Bij dimensionele classificatie kan de hulpverlener de scores van een kind vergelijken met die
van andere kinderen van dezelfde leeftijd en sekse en zijn er normen geformuleerd waaraan
een kind moet voldoen om te spreken van hyperactiviteit. Dit in tegenstelling tot de
categoriale classificatie waarbij dit allemaal ter beoordeling van de hulpverlener is omdat er
geen normgroepen zijn.
 Bij de CBCL zijn er vragenlijsten ontwikkeld voor verschillende informanten: ouders, je
jeugdige zelf (als deze oud genoeg is) en de leerkracht. Gegevens van deze drie bronnen
worden gecombineerd en het uitgangspunt is dat niet één van de informanten de beste is of
het meeste weet. In de handleiding van de DSM staat niet beschreven wie moet beoordelen
of een persoon aan een stoornis lijdt.

Terugkoppeling naar een casus
 Dimensionele classificatie van het gedrag van een kind maakt het mogelijk om in de gaten te
houden of er door de tijd heen veranderingen zijn in het gedrag van een kind.
 Dimensionele classificatie maakt het mogelijk om het gedrag van een kind te vergelijken met
een normgroep.
 Bij dimensionele classificatie wordt er informatie van de ouders, van het kind zelf en zijn
leerkracht gebruikt.

Nadelen CBCL
 DSM5 is over heel de wereld verbreid wat communicatie makkelijk maakt (men praat overal
hetzelfde) en de CBCL werkt met genormeerde vragenlijsten die voor elk land verschillend
zijn
 CBCL spoort vooral voorkomende psychische problemen met veel symptomen goed op, maar
zeldzame stoornissen minder ( deze zijn wel weer te vinden met de DSM5)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisameijerink. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

70055 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.96  1x  sold
  • (0)
  Add to cart