Humane ontwikkeling college aantekeningen. Dit bestand bestaat uit alle colleges die zijn gegeven tijdens het vak Humane ontwikkeling. Hierbij staan ook plaatjes van vele dia's waardoor de stof nog duidelijk wordt. Dit vak is een keuzevak voor 2e en 3e jaars studenten Gezondheid&Leven in periode 6....
Bioveterinary Sciences & Biological Sciences Notes - Development
All for this textbook (2)
Written for
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Gezondheid en Leven
Humane Ontwikkeling (AB_487008)
All documents for this subject (11)
3
reviews
By: puckkahlmannpk • 2 year ago
By: ellenrianne • 3 year ago
By: studenttneduts • 4 year ago
Translated by Google
Very good summary.
Seller
Follow
ninaburgering
Reviews received
Content preview
HC 1, 2-6
Vroege embryogenese
Structuur namen:
- dorsaal/posterior – rugzijde - mediaal – bij middenlijn
- anterior/ ventraal – buikzijde - lateraal – van middenlijn
- craniaal/superior – schedelzijde - proximaal – bij aanhechting
- caudaal/inferior – staartzijde - distaal – van aanhechting
Centrale vraag in de embryologie: Hoe kan het dat uit een bevruchte eicel een zelfstandig
organisme kan groeien met een grote diversiteit aan cellen, weefsels en functies?
- want als we begrijpen hoe een embryo zich ontwikkelt, dan kunnen we ook beter begrijpen
hoe deze ontwikkeling fout kan lopen.
- en hoe we dit mogelijk kunnen voorkomen – met behulp van diagnostiek, therapie en preventie.
Hele embryonale periode is opgedeeld in 23 stadia -> Carnegie stadia of Human development.
- deze zijn gebaseerd op veranderingen van uiterlijke kenmerken.
- beschreven door drie onderzoekers van het Carnegie instituut in Washington DC.
- vergelijkbaar met de Theiler stadia (bij de muis) en de Hamburger Hamilton stadia (bij de kip).
-> een embryonale periode is de eerste 8 wkn – aanleg fase van organen
- hierna: foetale fase – de uitgroei en rijping.
Abnormale ontwikkeling – risicofactoren en gevoeligheid
Embryonaal – genetisch
- ouders zijn drager van een mutatie.
- er is spontane mutatie in de geslachtscellen of vroeg in de ontwikkeling.
- verschillende soorten mutaties, zoals puntmutaties (silence of missense), nonsense, deleties of
veranderingen in het chromosoom aantal bij bijv. syndroom van Down (p21).
Maternaal – genetisch of omgevingsfactoren
- genetisch – gezondheid, de moeders is ziek.
- bijv. diabetes is niet bevorderlijk voor een zwangerschap, belangrijk dat glucosewaardes stabiel zijn.
- omgeving – infectie
- bijv. toxoplasmose (een parasiet in de kattenpak en rauw vlees), parvovirus, rubella (rodehond),
- misschien COVID-18? Effect is nog niet bekend. cytomegalovirus of Zika virus.
- bepaalde stoffen – drug of medicijnen.
- bijv. alcohol, cocaïne en heroïne.
- bijv. valproïne zuur tegen epilepsie veroorzaakt neurale neus defecten.
- bijv. softenon (slaap- en kalmeringsmiddel in de jaren ’60) tegen ochtendmisselijkheid, maar dit verstoort
de uitgroei van ledematen (ook wel Thalidomide).
- omgevingsfactoren zoals roken, chemicaliën, zware metalen en pesticiden.
- dieet – wat je eet kan ook effect hebben.
- te weinig foliumzuur is geassocieerd met van neurale buis defecten, bijv. spina bifida.
Externe factoren – teratogenen
- teratogenen -> stoffen of toestanden die tijdens de zwangerschap de normale ontwikkeling verstoren en
prenatale schade veroorzaken.
- naamgeving Grieks: monster-veroorzakend.
- teratologie -> leer van stoffen en toestanden die schadelijk zijn voor de ongeboren vrucht.
- effect: dood, misvorming, groeistoornis of functievermindering (van organen).
- afhankelijk van hoeveelheid, tijdstip, wijze en patroon van blootstelling – omvang ernst beschadiging.
- dus: wanneer, op welke manier (bijv. oraal of via de huid) en eenmalig of met een bepaalde frequentie
- maar 1 teratogeen die ze alle 4 kan veroorzaken: alcohol.
- duidelijk verband tussen hoeveelheid en omvang van de schade.
,Externe factoren – teratogenen (vervolg)
- als een ongeboren vrucht bijv. vroeg in
de zwangerschap wordt blootgesteld aan
een teratogeen, leidt dat tot
misvormingen, maar in een later fase
beïnvloedt dat de grootte van het kind.
- zo leidt af en toe zwaar drinken tot
andere beschadigingen dan minder
zwaar maar regelmatig drankgebruik.
- de embryonale periode is het meest
gevoelig voor teratogenen, omdat hier de
organen worden aangelegd.
- de eerste 2 wkn meestal niet.
- de foetale periode is minder gevoelig,
want daarin vindt groei en rijping plaats.
- volgorde (in systemen): CZ, hart, armen, ogen, benen, tanden, gehemelte, externe genitaliën en oren.
- centrale zenuwstelsel is het langs gevoelig gedurende de hele zwangerschap.
Van bevruchting tot twee-lagige kiemschijf
Bevruchting – een secundaire oöcyt (eicel) omgeven door:
- omgeven door: - corona radiata -> follikelcellen.
- tijdens ovulatie vanuit ovarium mee in de eileider.
- zona pellucida -> laag van eiwitten en suikers.
- gelei achtige laag direct om de eicel.
- eicel is gestagneerd in 2e meiotische deling.
- zaadcellen komen eraan.
- zijn gecapaciteerd in het vrouwelijk lichaam – dit betekent dat ze nu volledig zijn gerijpt.
- capacitatie -> acrosoom wordt voorbereid om enzymen uit te scheiden, activatie in female genital tract.
- hoe: 1 zaadcel bindt aan de ZP3 (zona pellucida 3) receptor.
- leidt tot acrosoomreactie -> enzymen worden uitgescheiden en de zaadcel doorboort/penetreert de ZP.
- vervolgens fusie met eicelmembraan.
- gevolgd door de corticale reactie -> hierbij komt intracellulair calcium vrij waardoor corticale blaasjes (rood)
worden geleegd en de ZP3 receptor veranderd – hierdoor kunnen andere zaadcellen niet meer binden.
- corticale reactie -> uitscheiding in perivitelline ruimte, ZP3 wijzigt en blokkade van sperma.
- eicel rondt de 2e meiotische deling af.
- er zijn 2 pronucleï (van vader en moeder) met ieder 23 chromatiden.
- beide repliceren afzonderlijk het DNA – ieder heeft nu 23 chromosomen (met ieder 2 zusterchromatiden).
- 2 enveloppen van de pronucleï worden afgebroken, meer er vormt GEEN gemeenschappelijke kern.
- vorming van een spoelfiguur waar de chromosomen samenkomen.
- bij 1e deling gaat van ieder chromosoom (46 in totaal) 1 chromatide naar de dochtercel.
- pas in de tweecellig stadium is er sprake van gemeenschappelijke diploïde kern.
Eerste week van de ontwikkeling
- ovarium met rijpende eicellen volgen de rode pijl.
- volgorde: primordiaal, primair, secundair, Graafse follikel, ovulatie.
- Graafse follikel -> volledig gerijpt met een antrum.
- corpus luteum (gele lichaam -> follikel restant dat in de eerste 2 wkn
progesteron produceert om het endometrium (baarmoederslijmvlies) in
goede conditie te houden voor een mogelijke innesteling.
- bij zwangerschap gaan de syncytiotrofoblasten HCG uitscheiden.
- HCG -> humaan choriongonadotrofine
- hierdoor blijft het corpus luteum in stand en progesteron produceren.
- later, na ± 8 wkn, wordt de progesteronproductie overgenomen door de placenta.
- het gele lichaam breekt af tot corpus albicans (wit lichaam).
, Eerste week van de ontwikkeling (vervolg)
- de eicel wordt na ovulatie opgenomen door de fimbriae van de eileider.
- bevruchting vindt meestal plaats in het infundibulum – begin van de eileider vanaf het ovarium.
- na bevruchting vinden de klievingsdelingen plaats.
- ontstaat de morula ‘moerbei’
- deze cellen worden blastomeren genoemd, met de tight junctions (buitenkant) en gap junctions
- dit gebeurt binnen de cona pellucida. (tussen).
- morula begint te differentiëren met embryoblasten (binnenkant) en trofoblasten (buitenkant).
- het embryo heet nu: blastocyst.
- trofoblasten differentiëren in 2 celtypen: cytotrofoblasten en syncytiotrofoblasten.
- bij syncytiotrofoblasten zijn celmembranen verdwenen en cellen zijn dus versmolten.
- hatching -> blastocyst kruipt uit de zona pellucida
- implantatie / nidatie -> innestellen van blastocyst, aan het einde van de eerste week.
- hierbij ‘boren’ syncytiotrofoblasten zich in het endometrium totdat het embryo volledig is opgenomen.
hormonale regeling van de voortplanting ->
<- hypofysaire hormonen FSH en LH in het bloed
Begin en einde tweede week van de ontwikkeling.
- cytotrofoblasten (licht groen(beide)) en syncytiotrofoblasten (donkergrond(L) en paars (R)).
- bloedvaten in het endometrium worden geraakt door syncytiotrofoblasten.
- dit zijn spiraalarteriën.
- gevolg: deze bloedvaten stromen leeg in holtes die in syncytiotrofoblasten zijn ontstaan -> lacunae.
- dit is het prille begin van het ontstaan van de placenta.
- ook worden klieren in het endometrium geraakt – waardoor voedginsstoffen, groeifactoren en cytokines
vrijkomen ten behoeve van het embryo.
- er is nu sprake van een tweelagige kiemschijf met een epiblast (boven) en een hypoblast (onder).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ninaburgering. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.