On some pieces the formatting is a bit weird, but otherwise fine
By: cassandravanharrewijn • 3 year ago
By: timvanast1 • 3 year ago
Seller
Follow
Verkoperhva
Reviews received
Content preview
W&R oefenvragen
1. Een land is soeverein, indien
A) Dat een staatsmacht van een ander gezag afhankelijk is B) Dat er sprake is van een
koningschap
C) Dat geen enkel instituut zeggenschap heeft voor anderen D) Het land de oppermachtige
heerschappij heeft
2. Wat is juist ten aanzien van overeenkomsten tussen meerdere landen voor gezamenlijke
besluitvorming?
A) Dat is een verplichting die ene staat alleen zichzelf oplegt
B) Die worden ook wel multilaterale overeenkomsten genoemd
C) Een actie van een kind land waarbij er geen rekening gehouden wordt met andere partijen
D) Op basis van gelijkheid tussen twee staten wordt een relatie onderhouden
3. De superioriteitsregel heeft te gevolg dat bij tegenstrijdigheid van wetten?
A) De jongste wet voorrang krijgt
B) De oudste wet voorrang krijgt
C) De regel van het hoogste gezag voorrang krijgt D) De regel van het laagste gezag voorrang
krijgt
4. Volgens welk verdrag kan een gezagvoerder maatregelen opleggen aan een persoon
wegens het plegen van een misdaad aan boord van het vliegtuig?
A) Het verdrag van Chicago
B) Het verdrag van Rome
C) Het verdrag van Tokio
D) Het verdrag van Warschau
5. Ten aanzien van Eurocontrol geldt:
A) Eurocontrol heeft Single European Sky ontworpen
B) Eurocontrol heeft geen leden van buiten Europees grondgebied C) Eurocontrol is gericht
op ontwikkelen van een pan-Europees luchtverkeersleidingssysteem
D) Eurocontrol is verantwoordelijk voor al het Europese vliegverkeer
6. Met betrekking tot Europese Wetgeving is juist
A) Acceptable Means of Compliance (AMC) zijn bindend
B) Certification Specifications (CS) zijn bindend
C) Implementing Rules (IR) zijn niet bindend
D) In vordering EU NO 217/2008 wordt onder andere de EASA opgericht
,7. Wat is juist ten aanzien van de European Civil Aviation Conference (ECAC)
A) De ECAC vaardigt zelf bindende regelgeving uit
B) Is bij de oprichting van de JAA in 2007 opgeheven
C) Heeft geen leden van buiten Europees grondgebied
D) Staat voor harmonisatie van het burgerluchtvaartbeleid in Europa
9. Welke activiteit behoort NIET tot de taken van de European Aviation Safety Authority
(EASA)
A) Bevorderen van de vrije concurrentie tussen maatschappijen
B) Gegevensverzameling, analyse en onderzoek ter verbetering van de luchtvaartveiligheid
C) Verstrekking van technische adviezen aan de Europese Commissie en de lidstaten
D) Voorbereiding van wetvoorstellen op het gebied van veiligheid
10. Eurocontrol speelt een operationeel opzicht een essentiële rol bij
A) Air Traffic Flow Management in Europa
B) De regionale luchtvaart planning in Europa
C) Nationale beheer van het luchtruim in Europa D) Verordening van de burgerluchtvaart in
Europa
11. Op welk gebied van de luchtverkeersleiding binnen Europa heeft Eurocontrol een
logische en operationeel essentiële rol te spelen
A) Air Traffic Flow Management in Europa
B) Verordening van de burgerluchtvaar in Europa
C) De regionale luchtvaart planning in Europa
D) Nationale beheer van het luchtruim in Europa
12. Welke vrijheid geeft het voorrecht om te landen voor andere dan verkeersdoeleinden
in een andere ICAO verdragsluitende staat
e
A) de 1 vrijheid
e
B) de 2 vrijheid
e
C) de 3 vrijheid
e
D) de 4 vrijheid
13. Het voorrecht van de landing in een andere staat voor een technische stop wordt
genoemd:
A) De vijfde vrijheid van de lucht
B) De tweede vrijheid van de lucht
,C) De derde vrijheid van de lucht D) De eerste vrijheid van de lucht
14. Waar is het hoofdkwartier van de ICAO?
A) Londen B) Montreal
C) New York D) Parijs
15. Het voorrecht over het grondgebied van een andere deelnemende staat te overvliegen
zonder te landen wordt genoemd:
A) De tweede vrijheid van de lucht
B) De vijfde vrijheid van de lucht
C) De eerste vrijheid van de lucht D) De derde vrijheid van de lucht
16. Wat is cabotage?
A) De binnenlandse luchtdiensten door een operator in een andere staat B) De vierde
vrijheid van de lucht
C) Een ernstige vorm van sabotage
D) Vliegen over territoriale wateren
17. Een bevoegde autoriteit van een ICAO-lidstaat heeft het recht een luchtvaartuig van
een andere lidstaat na landing of voor de start te doorzoeken en de vereiste documenten
te controleren:
A) Dat is juist
B) Da mag alleen na een ongeval
C) Dat mag uitsluitend gebeuren door personen daartoe aangewezen door de autoriteit van
de staat waar het luchtvaartuig is geregistreerd
D) Dat mag alleen als het luchtvaartuig passagiers en/of lading vervoert
18. Het recht op schadevergoeding gaat verloren als geen actie wordt ondernemen,
binnen:
A) 6 maanden
B) 1 jaar
C) 2 jaar D) 5 jaar
19. Wat mag door een ICAO-lidstaat worden voorgeschreven?
A) Dat tijdens ene vlucht welk door haar luchtruim wordt uitgevoerd, minstens een landing
op een van haar vliegvelden wordt uitgevoerd
B) Dat invoerrechten dienen te worden betaald over de brandstof of olie welke in het
luchtvaartuig aanwezig is
C) Dat luchtvaartuigen uit bepaalde lidstaten op een andere wijze morgen worden
behandeld dan de andere lidstaten
, D) Dat internationaal luchtverkeer uitsluitend gebruik maakt van luchtvaartterreinen met
douanefaciliteiten
20. Eisen gesteld aan autoriteiten ten aanzien van de vluchtuitvoering staan in:
A) Part-ARO B) Part-ORO C) Part-CAT D) Part-SPA
21. Eisen gesteld aan luchtvaarmaatschappijen ten aanzien van de vluchtuitvoering staan
in:
A) Part-ARO
B) Part-ORO
C) Part-CAT D) Part-SPA
22. Regels ten aanzien van commercieel luchtvervoer staan in
A) Part-ARO B) Part-CAT C) Part-ORO D) Part-SPA
23. Regels ten aanzien van medische keuringen staan in:
A) Part-FCL B) Part-CC C) Part-MED D) Part-ARA
24. Regels ten aanzien van reclame-, foto, landbouw, lesvluchten etc. staan in
A) Part-NCC B) Part-NCO C) Part-SPA D) Part-SPO
25. Regels ten aanzien van specifieke goedkeuringen staan in:
A) Part-ARO B) Part-ORO C) Part-CAT D) Part-SPA
26. Regels ten aanzien van niet-commerciële vluchten met niet-complexe vliegtuigen staan
in:
A) Part-SPA
B) Part-NCC
C) Part-NCO D) Part-SPO
27. luchtverkeersdienstverlening is geregeld in:
A) Annex 9 B) Annex 11 C) Annex 2 D) Annex 14
28. Wat heb je niet nodig om ATC-service te kunnen verlenen?
A) Informatie over de onderlinge positie van vliegtuigen
B) Informatie over de voorgenomen vlucht
C) Informatie over het gewicht van het vliegtuig D) Informatie over het vluchtverloop
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Verkoperhva. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $15.51. You're not tied to anything after your purchase.