Voor het komende tentamen van Kiezen en Beslissen een volledige samenvatting van alle stof behandeld in de hoorcolleges en werkcolleges, met aanvullingen vanuit het boek 'Nudge'. Inclusief oefenvragen met bijbehorende antwoorden, opmerkingen van de docent en tips voor het tentamen
Kiezen en beslissen
HC 1 | 12 mei 2
Nudge H2 de verleiding weerstaan 3
Opdracht 1a 3
H3 & H4 Sociale invloed bij het nemen van beslissingen 3
Opdracht 1b achter de kudde aan 5
WC 1 | 12 mei 6
HC 2 | 19 mei 7
WC 2 | 19 mei 12
HC 3 | 2 juni 18
1. Onbewuste invloeden 18
2. Beïnvloeding door gedachteloosheid 19
2.1 Signaal stimuli 19
2.2 Sturende presentaties 19
3. Geregisseerde verwarring 20
3.1 Emotionele verwarring 20
3.2 Verstoor dan herformuleer techniek 20
3.3 Prikkeltechniek 20
H.8 van Roos Vonk: Beïnvloedingsstrategieën van Cialdini 20
WC 3 | 2 juni 22
HC 4 | 9 juni 23
WC 4 | 9 juni 35
HC 5 | 16 juni 39
WC 5 | 16 juni 40
,HC 1 | 12 mei
Nudge (manier van sturen van gedrag)
Vorm van ‘Nudge’: Libertair paternalisme.
Libertair paternalisme het sturen van gedrag door de keuzecontext te beïnvloeden. Geen
straffen/belonen. ‘verkeerde’ keuzes beïnvloeden.
Straffen/belonen is vanuit een ouderlijke rol = paternalisme
libertair is mensen vrij laten in het maken van eigen keuzes.
VB vliegje in urinoir; holle bolle gijs; piano trap. (gedrag aantrekkelijker maken)
Econs vs Humans
Econs: Vanuit Economisch perspectief worden we gezien als hele rationele wezens.
‘Homo economicus’ zal het meest aantrekkelijke alternatief kiezen uit al het aanbod.
Eigenbelang staat boven andermans belang.
Humans: invloed van andere factoren, psychologische. Denk aan (risico-)perceptie,
attitudes, emoties, leerprocessen en sociale beïnvloeding. ‘homo economicus’ bestaat niet.
psychologisch inzicht helpt om gedrag meer realistisch te kunnen verklaren/ voorspellen/
beïnvloeden.
Free riding vs Provision of public goods
Meeliften op anderen vs bijdragen aan iets zonder er iets voor terug te verwachten
Economische waarde vs nut
Financiele waarde vs emotionele waarde
Welvaart vs subjectief welzijn
geld, bezittingen vs geluk
Mensen kunnen niet altijd ‘waarden’ goed inschatten (denk aan makeup doen in de auto,
want je bent een bovengemiddelde chauffeur)
2 systemen over denken en beslissingen maken:
systeem 1 vs systeem 2
heuristieken vs alles afwegen
Automatisch vs gecontroleerd
reflexief vs reflectief
impulsief vs beredeneerd
Makkelijk en snel vs inbeelden van hypothetische situaties & zelfcontrole (verleidingen)
,Nudge H2 de verleiding weerstaan
Verleiding (chocolaatje terwijl je wil afvallen)
Dynamisch inconsistent lange en korte termijn doelen kunnen snel veranderen van
prioriteit
Warm-koud kloof afhankelijk van de ‘verleiding’ (warm) wordt het korte termijn meer
geactiveerd (chocolade dichter in de buurt)
Gedachteloos kiezen
Als het bord zonder iemand het doorheeft steeds aangevuld wordt, blijven mensen eten.
Veel keuzes worden onbewust gemaakt, zoals VB hoe je eet
Zelfbeheersing strategieën
We verzinnen van alles om maar de keuzes te maken die we ook ‘echt’ willen maken. Zie
een wekker die wegrijdt zodat je uit bed moet op tijd.
Mentaal boekhouden zelfbeheersing strategie om je inkomsten en uitgaven te beoordelen,
reguleren en verwerken. (potje voor vakantie, voor pensioen. Mensen willen potjes niet
mengen)
Thaler & Shefrin Geld pyramide pensioen, hypotheek, spaargeld, betaalrekening, cash in
portemonnee.
Links geef je moeilijk uit, naar rechts steeds makkelijker
Latte effect kleine bedrag die niet opvallen hebben uiteindelijk grote gevolgen als je ze op
de lange termijn bij elkaar optelt.
Creditcard effect bij het zien/hebben van een creditcard geven mensen 60 tot 110% meer
uit.
Opdracht 1a
Nee, dit is conditionering. De bessen maken het zo, dat is namelijk een beloning. Ja, want
het is nu wel aantrekkelijker voor haar om naar het toilet te gaan.
H3 & H4 Sociale invloed bij het nemen van beslissingen
sociale factoren die keuzes beïnvloeden kennen!
Het laatste stuk taart blijft langer liggen dan de rest, omdat we rekening houden met elkaar.
Conformeren doen wat anderen doen (huiswerk maken)
Normatieve sociale invloed Bezorgd over mogelijke afkeuring van anderen, dus daarom
conformeren.
, Het Asch experiment: het foute antwoord geven omdat anderen dit ook deden.
Sherif experiment (1936): lichtpuntje op zwart vlak lijkt te bewegen maar deed het niet,
iedereen maakte schatting. Begon met uiteenlopende antwoorden maar steeds later leken
deze meer overeen te komen. Als mensen erna een individueel antwoord geven lijkt dit meer
op het gezamenlijke antwoord
= Informationele sociale invloed Naar andermans mening luisteren en daar je antwoord op
aanpassen, ook al is dit niet juist
Spotlight effect aanpassen aan de sociale norm omdat mensen denken dat iedereen kijkt.
Normatief conformisme ‘normaal’ gevonden willen worden dus je aanpassen aan de norm.
Leidt alleen tot inschikkelijkheid van gedrag op dat moment, situationeel. Gedrag.
Informationeel conformisme mensen vertrouwen hun eigen oordeel niet helemaal dus
passen zich aan aan wat anderen denken. Kan tot attitudeverandering en verandering in
eigen overtuiging leiden. Informatie.
collectief conservatisme de neiging groepen om zich aan gevestigde patronen te houden.
Vele verschillende subculturen met eigen sociale representaties en de obstakels die dat met
zich meebrengt.
investeringsbeslissingen worden vaak sociaal beïnvloedt
ook kunnen kleine ingrepen en toevalligheden grote invloed hebben op het totaal (denk aan
de kleur oranje bij koningsdag)
In de groep de intentie uitspreken dat je ieder niet gaat doet, maakt het ook aannemelijker
dat je het niet zult doen.
volgens tower en sunstein zijn er 2 manieren om sociale beïnvloeding als keuzearchitectuur:
1. mensen informeren over wat anderen doen, ze hebben de neiging dit dan ook te
doen
2. maak gebruik van het automatische systeem van de hersenen (dit triggeren =
priming) \
1. referentiegroepen / -personen: onze attitudes worden beïnvloed door mensen die
belangrijk voor ons zijn of groepen waar we bij willen horen.
in reclame wordt dit gebruikt door BN’ers te gebruiken, etc. ‘influencers’
2. Wanneer/hoe ben je van plan iets te gaan doen? VB ‘hoe ziet jouw koningsdag thuis
eruit?’ grotere kans dat mensen dit thuis zullen gaan doen.
Wanneer ‘nudge’ nodig? Libertair paternalisme? Bij beladen keuzes:
- wanneer we afwegingen maken tussen korte en lange termijn (chocola eten)
- wanneer we ingewikkelde keuzes moeten maken (verzekeringspolis)
- wanneer de frequentie laag is, eenmalig (studiekeuze)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller irsrmn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.47. You're not tied to anything after your purchase.