Het eerste probleem gaat voornamelijk over de verschillende soorten bias die voor kunnen komen bij
ooggetuigen. Biasen kunnen optreden als het verbal overshadowing effect en weapon focus effect. Ook bespreekt
het line-ups, hoe deze het beste afgenomen kunnen worden en worden ze vergeleken met show-ups. Er wordt
daarnaast ook een onderscheid gemaakt tussen simultaneous en sequential line-ups.
Doob & Kirshenbaum, 1973
Dit artikel bespreekt de verschillende vormen van bias die kunnen ontstaan bij een line-up en de factoren die
hier invloed op hebben.
- Er zijn veel gevaren aan een lineup waarbij een getuige wordt gevraagd wie de dader is. Twee biasen
waarop het plaats kan vinden:
o Het proces met de verdachte: hierbij is de getuige direct of indirect beïnvloed/geïnformeerd
over of de persoon de dader is of niet.
o Het proces met de anderen (afleiding): hierbij hebben de andere mensen in de lineup een
invloed op de keuze, ze kunnen erg op de verdachte lijken of totaal niet.
- Getuigen willen een good witness zijn waardoor ze zich laten beïnvloeden door ‘aanwijzingen’.
o Politie kan dus onbedoeld of indirect de getuige beïnvloeden.
§ Polities kunnen beter ook niet weten wie er in de line-up komt en wie er verdacht
wordt.
o Getuige verwacht altijd dat de dader ertussen zal zitten.
o Getuigen leggen van tevoren een verklaring af en zullen iemand kiezen die hier het meeste op
lijkt.
o Meerdere getuigen mogen niet met elkaar communiceren tot na het identificatieproces.
- De afleiders moeten in zekere zin overeenkomen met de dader, dus zelfde geslacht, gewicht, etc. Ze
moeten ook allemaal ongeveer dezelfde kleding aanhebben en dezelfde ongewone karakteristieken
hebben.
à Dus: ooggetuigen zijn beïnvloedbaar, dit moet geminimaliseerd worden door de afleiders zo neutraal
mogelijk te houden, de polities neutraal in hun oordeel en geen aanwijzingen te geven.
Meissner & Brigham, 2001
Dit artikel gaat over het verbal overshadowing effect.
- Verbal overshadowing effect: doordat er een verklaring afgelegd wordt, zijn de getuigen minder in staat
om de dader correct te herkennen bij een lineup.
- Methode: literatuuronderzoek dat gebruik maakte van 15 verschillende artikelen.
o Manier van presentatie: live, video of foto.
o Aanwezigheid van post-encoding delay en post-description delay.
o Soort instructie van de beschrijving: free recall (opnoemen wat er in je opkomt) en elaborative
instruction (hierbij worden er ook vragen gesteld).
- Resultaten
o Effectgrootte = -.12, wanneer ooggetuigen eerst vertellen hoe een persoon eruitzag, is de kans
kleiner dat ze de goede dader aanwijzen.
§ Let op kleine effectgrootte!
§ Getuigen zouden zich meer gaan richten op het verbale geheugen waardoor de facial
memory overschaduwd en onderdrukt wordt.
o Invloed van post-description delay en de instructie van de beschrijving beïnvloeden de
effectgrootte.
§ Post-description: wanneer er gelijk of kort erop (<10 minuten) een lineup kwam, trad
het verbal overshadowing effect op.
• Bij meer dan 30 minuten later, treedt het tegenovergestelde resultaat op.
1
, § Elaborative (-.16) zorgde voor een sterker effect van verbal overshadowing dan de
free recall (.04).
• Personen raken in de war en kunnen niet meer goed een onderscheid
maken tussen wat waar was en wat niet. Dit zou te maken kunnen hebben
met het soort geheugenproces (theorie = transfer inappropriate retrieval).
à Dus: er is sprake bij een verbal overshadowing effect en dan vooral wanneer de lineup binnen 10
minuten gebeurt en er sprake is van een elaborative recall.
Steblay, 1992
Dit artikel gaat over het weapon focus effect.
- Weapon focus effect: de visuele aandacht van een ooggetuige die naar het wapen van de dader wordt
getrokken tijdens de daad. Hierdoor vergeet de getuige andere details of ziet deze over het hoofd.
- Methode: literatuuronderzoek met 19 artikelen.
- Resultaten
o Wanneer er geen wapen aanwezig was, konden de ooggetuigen de dader met meer
nauwkeurigheid aanwijzen. De effectgrootte was wel klein = .13.
o Wanneer er geen wapen aanwezig was, konden de ooggetuigen een meer nauwkeurige
beschrijving van de dader geven, effectgrootte = .55.
o Moderatoren:
§ Experimentele paradigma’s met real-world issues van korte duur.
§ Langere tijd tussen het scenario en de line-up zit.
§ Moeilijke identificatietaak.
§ Maar vooral in misdaden van korte duur waarbij een bedreigend wapen (pistool of
vleesmes) aanwezig is.
à Dus: er is sprake van een weapon focus effect, deze wordt voornamelijk versterkt wanneer de
misdaad van korte duur is en er een bedreigend wapen aanwezig is.
Steblay et al., 2003
Dit artikel vergelijkt line-ups met show-ups.
- Show-ups: worden vaker gedaan dan line-ups (77% vaker). Ze gebruiken een andere cognitieve
strategie en hebben andere situationele beïnvloedingen.
o Suggestiever dan line-up, ooggetuige is sneller geneigd iemand te kiezen.
§ 76% koos iemand in de show-up en 48% in de line-up.
- Line-ups: hierbij wordt er een vergelijking gemaakt, relative judgement strategy.
o Sequential line-up gaat deze vergelijking tegen, een soort show-up maar dan met meerdere
rondes. De ooggetuige maakt hierbij een vergelijking met de herinneringen.
§ Dit geeft een grotere nauwkeurigheid en verlaagt de valse identificaties met 25%.
§ Sequential superiority effect
- Huidig onderzoek vergelijkt line-ups met show-ups door middel van een literatuuronderzoek.
o Show-ups: 69% correcte identificaties, vergelijkbaar met sequential line-ups.
o Line-ups: 51% correcte identificaties.
o Sequential line-ups: meer correct rejections, dus betrouwbaarder.
à Dus: er is sprake van een sequential superiority effect, show-ups zijn accurater dan line-ups.
Steblay, Dysart & Wells, 2011
Dit artikel bekijkt de status van line-ups en vergelijkt hierbij simultaneous met sequential line-ups.
- Backloaded line-up: ooggetuige weet niet hoeveel foto’s of personen er gaan komen.
- Stopping rule: de line-up stopt zodra iemand schuldig is verklaard, de overige verdachten komen niet
meer aan bod.
- Huidig onderzoek doet een literatuuronderzoek en vergelijken simultaneous en sequential line-ups.
o Dader in de line-up: simultaneous maakt meer identificaties.
o Dader niet in de line-up: sequential maakt minder fouten bij het identificeren.
o Simultaneous line-up: wijst de meeste daders aan, maar maakt ook de meeste fouten.
o Sequential line-up: meer accurate identificaties.
2
, à Dus: er is sprake van een sequential superiority effect
Wagenaar & Van der Schrier, 1996
Dit artikel onderzoekt hoe betrouwbaar de verklaring van een ooggetuige is bij afstand en verlichting.
- Onderzocht onder studenten die de dader op een ¾ foto zagen en daarna van vooraan zicht de dader
moesten identificeren.
o Hit-scores: verhogen wanneer de afstand verlaagt en de lichtheid verhoogd.
o False alarms: hoe verder de afstand hoe minder de false alarms, echter kwamen er weer meer
false alarms bij een kleine afstand.
o Rule of fifteen: optimaal zou een diagnostische waarde van 15 zijn, waarbij er niet meer dan
15 meter afstand is en niet minder dan 15 lux.
à Dus: afstand en verlichting kan ook een rol spelen bij het verkeerd identificeren van een dader, er
moet rekening gehouden worden met de rule of fifteen (≤15 meter afstand, ≥15 lux).
Wells et al., 1998
Dit artikel onderzoekt vooral hoe ooggetuigen betrouwbaarder en de jury sceptischer, gemaakt kunnen worden
en geven hierbij tips.
- Door DNA-testen bleken mensen achteraf onschuldig te zijn van de daad. Van deze onschuldige mensen
die verkeerd veroordeeld waren, is 90% vals beschuldigd door een ooggetuige.
o Structurele line-up procedure: bijvoorbeeld het uiterlijk van de mensen in de line-up.
o Procedurele line-up procedure: bijvoorbeeld de instructies die aan de ooggetuigen gegeven
worden.
- Ooggetuigen moeten betrouwbaarder worden en de jury sceptischer.
o Vijf Biggers criteria:
§ Kans dat de ooggetuige de dader gezien heeft tijdens de daad (de afstand en
verlichting van het vorige artikel kan hier een rol bij spelen).
§ Mate van aandacht van de ooggetuige (kan mogelijk beïnvloed worden door weapon
focus effect)
§ Accuraatheid van de voorgaande beschrijving van de dader die gemaakt worden door
de ooggetuige (verbal overshadowing effect speelt hier een rol bij).
• Kritiek van Wells & Murray omdat dit een slechte voorspeller zou zijn voor
de accuraatheid van identificatie.
§ Mate van zekerheid die de ooggetuige toont bij de identificatieprocedure.
• Ook kritiek omdat ze zichzelf kunnen overschatten wat leidt tot een vals
zelfvertrouwen.
§ De hoeveelheid tijd die tussen de daad en het identificatieproces zit.
o Het is belangrijk om regels vast te stellen of een guideline te maken zodat dit nageleefd kan
worden. Er moet een combinatie gemaakt worden van de relevante theorie, experimentele
data en wetenschappelijke logica.
- Er zijn twee soorten processen:
o Absolute judgement proces: ooggetuige vergelijkt line-up met de herinneringen, dus aan de
hand van eisen en karakteristieken.
o Relative judgement proces: iemand kiezen die het meest op de dader lijkt, dit proces lijkt vaak
voor te komen. Manieren om dit tegen te gaan:
§ Removal without replacement: om te checken of mensen aan de relative judgement
doen, wordt er twee keer een line-up gedaan waarbij de dader de tweede keer
afwezig is. Vaak hebben ze dit niet door en kiezen ze iemand die erop lijkt.
§ Warnings that the culprit might not be present: valse identificatie daalt met 33%
wanneer er wordt gezegd dat de dader ook afwezig kan zijn.
§ Relative similarity and rates of choosing: line-up moet voldoen aan de beschrijving
van de ooggetuigen, dit vermindert ook het zelfvertrouwen.
§ Dual line-ups:
• Blank line-up: geen verdachte, een soort controleconditie. Relative
judgement kiest vaak iemand in deze line-up.
• Culprit-absent line-up: de verdachte is aanwezig maar dit is niet de dader.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller estherseverins. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.