In het klassieke arrest Polak/Zwolsman onderhandelden partijen over hun
arbeidsovereenkomst. Zij waren het eens over de beloning en overige emolumenten maar
niet over de inhoud van de pensioenregeling. Met name de hoogte van de pensioenbijdrage
hield partijen verdeeld. Nu er over een essentieel element van de arbeidsovereenkomst
geen overeenstemming bestond, was er volgens de Hoge Raad geen arbeidsovereenkomst
tot stand gekomen. Het arrest suggereert dat de pensioenovereenkomst geen ondergeschikt
punt is maar een wezenlijk onderdeel van de arbeidsovereenkomst. Het ontbreken van
overeenstemming over de pensioenovereenkomst leidt er toe dat geen
arbeidsovereenkomst is ontstaan. Er is ook rechtspraak waarbij is geoordeeld dat (een
gedeelte van) de pensioenovereenkomst een ondergeschikt punt is. Dan komt de
arbeidsovereenkomst tot stand. Van belang is ook of de (aspirant-)werknemer de
werkzaamheden al heeft aangevangen en hoelang uitvoering wordt gegeven aan de
arbeidsovereenkomst. Indien de werknemer maandelijks een loonstrook ontvangt waarop
de inhouding van zijn pensioenpremie staat, kan dit worden uitgelegd als stilzwijgende
aanvaarding. Het niet tot stand komen van de arbeidsovereenkomst wegens het ontbreken
van overeenstemming over de arbeidsvoorwaarde pensioen is uitzondering. De werkgever is
immers wettelijk verplicht om de werknemer binnen een maand na aanvang van de
werkzaamheden schriftelijk te informeren over een pensioenaanbod.
HR DSM/Fox
Feiten: Het pensioenfonds van DSM hanteert een pensioenreglement waarvan de werkgever
ten behoeve van haar werknemers onder bepaalde voorwaarden het recht op een
pensioenuitkering heeft bedongen. Werknemer Fox aanvaardde dit recht waardoor hij als
partij bij de tussen de werkgever en het pensioenfonds gesloten overeenkomst had te
gelden. De vraag was vervolgens hoe dit pensioenreglement moest worden uitgelegd in de
relatie tussen de werknemer en het pensioenfonds. De werknemer had geen invloed gehad
op de bewoordingen van het reglement en de overwegingen die aan die bewoordingen ten
grondslag lagen waren voor hem niet kenbaar.
Rechtsvraag: Hoe kunnen overeenkomsten worden uitgelegd?
Overweging: “(…) Enerzijds heeft ook bij toepassing van de Haviltexnorm te gelden dat,
indien de inhoud van een overeenkomst in een geschrift is vastgelegd (…) de argumenten
voor een uitleg van dat geschrift naar objectieve maatstaven aan gewicht winnen in de mate
waarin de daarin belichaamde overeenkomst naar haar aard meer is bestemd de
rechtspositie te beïnvloeden van derden die de bedoeling van de contracterende partijen uit
dat geschrift en een eventueel daarbij behorende toelichting niet kunnen kennen en het
,voor de opstellers voorzienbare aantal van die derden groter is, terwijl het geschrift ertoe
strekt hun rechtspositie op uniforme wijze te regelen. Anderzijds leidt de CAO-norm niet tot
een louter taalkundige uitleg; in het arrest van de Hoge Raad van 31 mei 2002, (…)
[Ziekenhuis De Heel; PR], is (…) verduidelijkt dat (…) onder meer acht kan worden geslagen
op de elders in de CAO gebruikte formuleringen en op de aannemelijkheid van de
rechtsgevolgen waartoe de onderscheiden, op zichzelf mogelijke tekstinterpretaties zouden
leiden. In het zojuist aangehaalde arrest is voorts nog beslist dat ook de bewoordingen van
de eventueel bij de CAO behorende schriftelijke toelichting bij de uitleg van de CAO moeten
worden betrokken. In een latere uitspraak [Buijsman/Motel Akersloot BV; PR] werd
geoordeeld dat, indien de bedoeling van de partijen bij de CAO naar objectieve maatstaven
volgt uit de CAO-bepalingen en de eventueel daarbij behorende schriftelijke toelichting, en
dus voor de individuele werknemers en werkgevers die niet bij de totstandkoming van de
overeenkomst betrokken zijn geweest, kenbaar is, ook daaraan bij de uitleg betekenis kan
worden toegekend (…).”
Rechtsregel: De Hoge Raad oordeelt dat de Haviltex-norm en de CAO-norm tegenover elkaar
staan, maar ze vloeien wel in elkaar over. Het zijn geen twee verschillende normen, maar
twee verschillende uitgangspunten. Afhankelijk van het type van overeenkomst en de
omstandigheden van het geval is een meer of minder grammaticale uitleg geraden. Zowel bij
de Haviltex-norm als bij de CAO-norm moeten de omstandigheden van het geval meespelen
bij de precieze uitleg.
Literatuur: De HR heeft op de uitleg van een pensioenreglement de objectieve
uitlegmethode toegepast. De uitleg naar objectieve maatstaven wint aan gewicht wanneer
een overeenkomst naar haar aard meer is bestemd de rechtspositie te beïnvloeden van
derden die de bedoeling van contracterende partijen niet kunnen kennen.
De werknemer die uit het pensioenreglement van een pensioenfonds voortvloeiende
rechten heeft aanvaard, is partij bij de tussen werkgever en pensioenfonds gesloten
overeenkomst op grond van art. 6:254. Deelnemers kunnen dus partij zijn bij de
uitvoeringsovereenkomst na aanvaarding van een derdenbeding ex art. 6:254.
Hoorcollege: ‘Dit reglement wordt gehanteerd door een pensioenfonds waarvan DSM ten
behoeve van haar werknemers onder bepaalde, in dat reglement nader uitgewerkte,
voorwaarden het recht op een pensioenuitkering heeft bedongen. In de onderhavige zaak
heeft de werknemer, [verweerder], zijn uit deze bepaling voortvloeiende rechten aanvaard,
zodat hij heeft te gelden als partij bij de tussen de werkgever en het pensioenfonds gesloten
overeenkomst (art. 6:254 lid 1 BW).’
Hof Arnhem Akzo
Literatuur: Het Hof oordeelde dat de gepensioneerden niet hadden aangetoond dat zij partij
waren geworden bij de uitvoeringsovereenkomst, omdat de begunstiging niet was aanvaard.
Daarom was hun protest tegen de wijziging niet succesvol. De uitspraak is bekritiseerd met
, het argument dat geen specifieke aanvaarding is vereist nadat de pensioenovereenkomst is
aangegaan.
Het Akzo-arrest maakt duidelijk dat niet-aanvaarding van het derdenbeding ertoe leidt dat
(ex-)werknemers geen partij zijn geworden bij de uitvoeringsovereenkomst.
Hoorcollege: Kunnen gepensioneerden wijziging uitvoeringsovereenkomst tussen werkgever
en pensioenuitvoerder tegenhouden? Hof Arnhem 27 mei 2008, PJ 08/67 (AKZO). De
gepensioneerden waren volgens het Hof geen partij geworden.
HR ECN/Omen
De Hoge Raad heeft in het ECN-arrest geoordeeld dat de rechtsverhouding tussen werkgever
en werknemer bij de pensioenovereenkomst na einde arbeidsovereenkomst wordt
voortgezet, zij het met gewijzigde hoedanigheid van partijen. De pensioenovereenkomst
geldt dus ook in de verhouding tussen (1) werkgever en slapers (gewezen deelnemers) en (2)
werkgever en pensioengerechtigden.
Centrale Raad van Beroep 13 maart 2013
Literatuur: De uitvoeringsovereenkomst moet schriftelijk zijn aangegaan (art. 23 PW). De
Pensioenwet bepaalt niet wat het rechtsgevolg is van een ontbrekende handtekening.
Nietigheid van de uitvoeringsovereenkomst is niet zonder meer in het belang van de
werknemer. Dat blijkt uit de zaak waarin een werknemer het UWV verzocht om na
betalingsproblemen de achterstallige pensioenpremies van de werkgever over te nemen.
Het CRvB oordeelde samengevat dat daartoe geen verplichting bestond omdat de
uitvoeringsovereenkomst niet was ondertekend. Docent: gelet op de toegezonden
schriftelijke offerte, het teruggestuurde aanvraagformulier, de verzonden
uitvoeringsovereenkomst in combinatie met de premiebetaling door de werkgever acht ik
dat oordeel onjuist.
Hoorcollege: Handtekening was wel gezet onder het aanvraagformulier. Er was geen
rechtsgeldige uitvoeringsovereenkomst tot stand gekomen. Dit is kritisch ontvangen, of dit
nu klopt of niet. Hij vindt dat je niet per se handtekeningen hoeft te zetten.
Rb. Amsterdam Mercurius
Geen belang meer bij verzet tegen liquidatie nu verzekeraar garant staat voor betaling.
Derden die eigen belang hebben kunnen niet als belanghebbende bij het verzet worden
aangemerkt.
Belanghebbende die bezwaar heeft tegen een korting en daarom van het pensioenfonds
ongedaanmaking daarvan heeft gevorderd, komt in verzet tegen liquidatie. Het
pensioenfonds heeft reeds voorzien in de overdracht van de pensioenaanspraak van
verzoeker aan Delta Lloyd en die overdracht behelst alle pensioenverplichtingen van PMA
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kiki95. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.