Uitgebreide samenvatting van het vak inleiding bestuursrecht (IBSR). Ik heb de samenvatting gemaakt aan de hand van het boek en de aantekeningen van de lessen. (HBO-Rechten, HAN, eerste jaar, periode 3)
Week 1: Kenmerken bestuursrecht en de Awb
H1 en H2 (niet 2.5 en 2.6)
1.2 Wat is bestuursrecht?
De samenleving wordt bestuurd door het openbaar bestuur. Het openbaar bestuur dient de
samenleving zo te besturen dat burgers en organisaties daar op een fatsoenlijke manier met
en naast elkaar kunnen leven, wonen, werken en creëren. Het openbaar bestuur moet dus
het algemeen belang behartigen. Het algemeen belang is datgene wat in ieders belang zou
moeten zijn. Daartegenover staat dat die burgers mogelijkheden hebben om zich te
beschermen tegen het optreden van het openbaar bestuur.
Het bestuursrecht heeft kort gezegd betrekking op het juridisch functioneren van het
openbaar bestuur en zijn relatie tot de burger.
Het bestuursrecht bevat rechtsnormen met betrekking tot (hoofdlijnen bestuursrecht);
De organisatie van het openbaar bestuur
Het verlenen van bestuursbevoegdheden aan bestuursorganen
De rechtsnormen waaraan het openbaar bestuur zich moet houden bij de uitoefening van
die bestuursbevoegdheden
Rechtsnormen die gelden voor de burger en regels voor de handhaving ervan
De juridische bescherming voor de burger tegen het optreden van het openbaar bestuur.
Algemeen en bijzonder bestuursrecht
In het bestuursrecht valt het algemeen en bijzonder deel te onderscheiden. Het algemeen
bestuursrecht bevat regels die op alle terreinen van het bestuurlijk optreden van toepassing
zijn. De hoofdlijnen van het bestuursrecht geven een beeld van de onderwerpen die in het
algemeen bestuursrecht zijn geregeld. Het bijzonder bestuursrecht bevat regels die speciaal
zijn opgesteld voor de bijzondere gebieden waarop het openbaar bestuur actief is. Het
bijzonder bestuursrecht heeft bijvoorbeeld betrekking op het milieurecht, het
vreemdelingenrecht of het socialezekerheidsrecht.
1.3 Het belang en de plaats van het bestuursrecht
Het bestuursrecht is van maatschappelijk belang, omdat miljoenen mensen direct of indirect
afhankelijk zijn van een uitkering of toeslag. De besluiten en procedures omtrent deze
uitkeringen en toeslagen vallen onder bestuursrecht. Andersom vormen de door de burgers
en bedrijven te betalen belastingen de grootste inkomsten voor de overheid. Procedures
omtrent belasting behoren tot het (fiscale) bestuursrecht.
Daarnaast speelt het bestuursrecht een rol bij de aanleg van infrastructuur, omdat daarvoor
bestemmingsplannen en vergunningen nodig zijn. Het verkeersrecht is ook grotendeels
bestuursrecht.
2.2 Het legaliteitsbeginsel en het specialiteitsbeginsel
Deze twee beginselen vormen in het algemeen het fundament van het publiekrecht en in het
bijzonder van het bestuursrecht.
Legaliteitsbeginsel
De overheid heeft veel bevoegdheden die ingrijpend kunnen zijn voor burgers, bijvoorbeeld
het innen van belasting. Daarom mag de overheid alleen handelingen verrichten die zijn
geregeld in een wet in formele zin. In een democratische rechtsstaat moeten de
bestuursbevoegdheden op de wet berusten, omdat wetten in formele zin op democratische
Pagina | 1
,wijze tot stand zijn gekomen. Het verbod of gebod mag wel in een lagere regeling staan,
maar moet uiteindelijk een grondslag hebben in een wet in formele zin.
→ Dus: de overheid mag alleen handelen als hij daarvoor de bevoegdheid heeft gekregen
van een wet in formele zin, dit is terug te vinden in art. 8 GW.
Specialiteitsbeginsel
De overheid behartigd het algemeen belang. Deze belangen kunnen ook wel eens in strijd
zijn met elkaar. Daarom moeten de wetten waarin bestuursbevoegdheden worden gegeven
een specifiek belang aangeven. Het bestuur mag bij het gebruik van een bevoegdheid alleen
het belang behartigen waarvoor die regeling speciaal is vastgesteld. De rechter heeft
hierdoor een maatstaaf waarmee hij het bestuurlijke optreden kan toetsen.
2.3 De structuur van de bestuursrechtelijke normstelling
De bestuursrechtelijke regels kennen een hiërarchische opbouw. Hierbij mag een lagere
regeling niet in strijd zijn met een hogere. De opbouw van het hiërarchische normenstelsel is
als volgt;
1. Verdragen
2. EU-verordening en EU-richtlijn
3. Grondwet
4. Wetten in Formele zin
5. Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB)
6. Ministeriele regelingen
7. Verordeningen provincie of gemeente
8. Beleidsregels
9. vergunningvoorschriften
10. Jurisprudentie
11. Ongeschreven recht
Gelede normenstelling
In veel situaties heeft de burger met normstelling op meer niveaus tegelijk te maken. Men
zegt ook wel dat het normenstelsel (verticaal) geleed is, dat wil zeggen dat het uit meerdere
onderdelen bestaat.
Iemand die een bouwwerk tot stand wil brengen en die wil weten of dat mag en welke
voorschriften hij daarbij moet naleven, moet zowel de genoemde wetten, de AMvB’s, de
ministeriële regeling, de verordeningen als de beschikking raadplegen. Tevens moet hij
weten hoe deze besluiten zich tot elkaar verhouden, dat wil zeggen welke plaats ze in de
hiërarchie innemen.
2.4 De Algemene wet bestuursrecht
In de Awb zijn algemene regels opgenomen die van toepassing zijn op het hele
bestuursrecht en in beginsel op elke bestuurstaak. De basis voor de Awb is gelegen in artikel
107, lid 2 GW, dat aan de wetgever de opdracht geeft om een wet te maken met algemene
regels van het bestuursrecht, met als doel;
Het bevorderen van eenheid binnen de bestuursrechtelijke wetgeving
De vereenvoudiging van bestuursrechtelijke wetgeving
Het opnemen in de wet van ontwikkelingen in de bestuursrechtelijke rechtspraak
Het treffen van algemene voorzieningen voor onderwerpen die zich niet lenen voor
regelingen in een bijzondere wet
De Awb heeft een gelaagde structuur, de indeling gaat van algemeen naar bijzonder. Voor
de beantwoording van bestuursrechtelijke vragen heb je vaak bepalingen uit meerdere
hoofdstukken nodig.
Pagina | 2
, Relatie tot andere wetgeving
De Awb strekt niet ertoe voor alle delen van het bestuursrecht een sluitende, alles
omvattende regeling te geven. Veel onderwerpen moeten in andere wetten en in lagere
wetgeving worden uitgewerkt, omdat er nu eenmaal veel verschillende beleidsterreinen en
situaties bestaan. Er zijn 4 manieren waarop de Awb richting geeft aan andere wetgeving,
variërend in de mate van dwingendheid;
a. Dwingend recht: Hier mag je niet van afwijken
b. Regelend recht: De wet regelt, er mag van worden afgeweken als dat in de wet is
bepaald (termen zoals; tenzij, behalve ..)
c. Aanvullend recht: Als er geen andere wet is bepaald, dan geldt de Awb.
d. Facultatief recht: Het wordt aan een bestuursorgaan overgedragen om nadere regels te
stellen
Week 2: Het bestuursorgaan
H3 (niet 3.5.7)
3.2 Het openbaar bestuur
Nederland wordt als geheel en in delen op allerlei niveaus bestuurd. Deels door
internationale organisaties, als de EU en deels nationaal. Op centraal niveau door de
regering en op decentraal niveau door gemeenten, provincies en waterschappen. Meerdere
instanties die de samenleving besturen behoren tot het openbaar bestuur. Het openbaar
bestuur maakt deel uit van de overheid, samen met de ‘andere machten’ in de Staat; de
wetgever en de rechterlijke macht.
Onder het openbaar bestuur vallen;
1. Overheidsorganisaties;
- Openbare lichamen
- Publiekrechtelijke ZBO’S
2. Andere organisaties / personen met overheidstaken
Gedecentraliseerde eenheidsstaat
Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat. De gedachte hierachter is: wat op een
lager niveau goed kan worden gedaan, moet niet op een hoger niveau worden gedaan. De
centrale overheid heeft taken die beter op lager niveau kunnen worden gedaan
overgedragen aan de decentrale overheid. De gemeenten, provincies en waterschappen zijn
de decentrale overheid.
Openbaar lichaam en publiekrechtelijke rechtspersoon
Openbare lichamen zijn publieke gemeenschappen met een zekere democratische
legitimatie. Een openbaar lichaam is een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is
ingesteld. Volgens artikel 2:1 BW hebben openbare lichamen rechtspersoonlijkheid.
Openbare lichamen op centraal niveau: de Staat, met ministeries en zelfstandige
bestuursorganen.
Openbare lichamen op decentraal niveau: de provincies, de gemeenten en de
waterschappen
Een openbaar lichaam bestaat uit bestuursorganen;
Openbaar lichaam Bestuursorganen
Staat Ministers en regering
Provincie Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en de commissaris van
de Koning
Gemeente Gemeenteraad, College van B&W en de burgermeester
Pagina | 3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jasmijn1201. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.76. You're not tied to anything after your purchase.