Samenvatting van alle voorgeschreven stof uit het boek voor Internationaal Recht II en alle bijhorende jurisprudentie. Zoveel mogelijk geschematiseerd, met verwijzingen naar verdragsartikelen en jurisprudentie, en in begrijpelijk Nederlands. Ik ben momenteel masterstudent Internationaal Publiekrech...
And why is that not Chris Elien? This summary and that of International Law I have my best running (see https://www.stuvia.com/doc/64160). Or you might try a bad review from me your own sales summaries for International Law to raise?
Seller
Follow
BLoopstra
Reviews received
Content preview
Samenvatting Internationaal Recht II
Kern van het internationaal publiekrecht, André Nollkaemper – 5e druk
Hoofdstuk 4, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14 en §5.8.2 – plus jurisprudentie
Kernbegrippen
- IO = internationale organisatie
- IT = internationaal tribunaal
- VN = Verenigde Naties
- VR = VN-Veiligheidsraad
- HV = Handvest van de Verenigde Naties
- EVRM = Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens
- RVDM = Rechten van de Mens
- UVRM = Universele Verklaring van de Rechten van de Mens
- IVBPR = Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten
- AV = Algemene Vergadering
- ISH = Statuut van het Internationaal Strafhof
- ILC = artikel van de International Law Commission, vanaf p. 203 bundel
- DADP = artikel uit de Draft Articles on Diplomatic Protection van de ILC
- ultra vires = een handeling wordt gedaan door een persoon/ instantie zonder dat
daar bevoegdheid voor bestaat
- erga omnes = inroepbaar tegenover iedereen (de hele gemeenschap)
- erga omnes partes = inroepbaar tegenover alle partijen
Week 1
Afbakening van staatsgezag en immuniteiten van Internationale Organisaties
Hoofdstuk 4
De meeste rechten en plichten van staten blijken uit de praktijk en het gewoonterecht.
De belangrijkste beginselen m.b.t de afbakening van gezagssferen van staten:
- Non-interventie
o staat in lijn met het recht op soevereiniteit van staten
o gaat normaliter gepaard met geweld, maar heeft zelfstandige betekenis: er
kan ook geïntervenieerd worden zonder het geweldsverbod te schenden
o kritiek uiten op een praktijk in een andere staat is niet verboden; evenals
economische sancties (in principe)
- Verbod schade toe te brengen aan andere staten
o niet specifiek gericht op beleid
o kan door handelingen van de staat zelf of van individuele personen op het
grondgebied van de staat
voor die laatste bestaat een due diligence-verplichting: de staat
moet maatregelen nemen voor zover die hem ter beschikking staan
o geldt ook voor schade aan het milieu van andere staten
- Rechtsmacht
Internationaal recht bepaalt de reikwijdte van de rechtsmacht van staten zodat
conflicten voorkomen, verminderd of opgelost worden
Rechtsmacht heeft betrekking op:
wetgeving
rechtspraak
handhaving
1
, o extraterritoriale handhaving is onder algemeen internationaal recht
zonder meer onrechtmatig strijd met soevereiniteit
bij overtreding van het volkenrecht in strafzaken wordt het
verkregen bewijs in NL in sommige gevallen uitgesloten
Maar ook de wetgevende en rechtsprekende rechtsmacht zijn niet onbeperkt.
Aanknopingspunten voor de vestiging van rechtsmacht:
1. Territorialiteit
a. in beginsel is een staat voor voorvallen en handelingen binnen zijn
grondgebied onbeperkt bevoegd o.g.v. het zgn. subjectieve
territorialiteitsbeginsel
i. o.g.v. het zgn. ‘objectieve territorialiteitsbeginsel’ bovendien
bevoegdheid voor misdaden en aangelegenheden in een andere
staat ‘aangezet’ waarvan de gevolgen binnen de grenzen van de
eigen staat voelbaar zijn
ii. bij economische gevolgen wordt ook wel gesproken over het
‘effectenbeginsel’
iii. ook van toepassing op content die in het buitenland op internet
wordt gezet en in Nederland gedownload!
2. Nationaliteit/ personaliteitsbeginsel
a. in beginsel kan een staat invloed uitoefenen over zijn onderdanen, ook
wanneer zij zich in het buitenland bevinden
b. wetgeving en rechtspraak, maar (normaliter) geen handhaving mogelijk
op het territorium van andere staten
c. twee vormen:
i. actief nationaliteitsbeginsel
1. rechtsmacht ten aanzien van alle personen die de
nationaliteit van de staat bezitten, ook in het buitenland
2. wordt niet vaak gebruikt
ii. passief nationaliteitsbeginsel
1. rechtsmacht ten aanzien van niet-onderdanen die in het
buitenland handelingen plegen die schade toebrengen aan
onderdanen
2. wordt ook niet vaak toegepast, leidt namelijk tot
rechtsonzekerheid (individu weet niet aan het recht van
welke staat hij onderworpen wordt) en overlappende
rechtsclaims
3. soms kan het op basis van verdragen uitdrukkelijk worden
toegepast
3. Bescherming
a. rechtsmacht t.o.v. personen in het buitenland die handelingen verrichten
die vitale belangen van de staat kunnen raken
i. bijv. strafbaarstelling van terrorisme
4. Universaliteit
a. rechtsmacht t.o.v. personen die fundamentele waarden van de
internationale gemeenschap schenden, maar desondanks niet onder de
eerste drie punten vallen twee vormen:
i. Beperkte universele rechtsmacht
1. staten vervolgen op basis van verdragen personen die zich
op hun territorium bevinden en die verdacht worden van
2
, bepaalde misdrijven, indien een andere staat rechtsmacht
heeft (o.g.v. territoriale of personele aanknoping) maar de
staat deze persoon (om welke reden dan ook) niet aan die
andere staat wil uitleveren
a. bijv. bij terroristische aanslagen (ongeacht of ze wel
of niet in het territorium van de rechtsprekende staat
gepleegd zijn)
2. deze vorm is niet werkelijk ‘universeel’ want geldt alleen
tussen verdragspartijen
ii. Zuivere universele rechtsmacht
1. gebaseerd op het gewoonterecht en dus in beginsel wel
wereldwijd van toepassing staten treden op namens de
internationale rechtsorde
2. m.n. van toepassing op genocide, misdrijven tegen de
mensheid en ernstige oorlogsmisdrijven
3. gebeurt ook t.a.v. piraterij op volle zee, maar dat is meer
omdat er geen territoriaal aanknopingspunt is
b. In principe is dit aanknopingspunt tegenstrijdig met het doel van
afbakenen van gezagssferen, omdat het juist rechtsmacht toedeelt aan
allerlei staten daarom passen de meeste staten het alsnog alleen maar
toe wanneer er tevens een territoriaal aanknopingspunt is
i. ook handig omdat misdrijven gepleegd in andere staten vaak
bewijsproblemen opleveren (voor dit probleem is bovendien het
Internationaal Strafhof opgericht)
Op basis van deze aanknopingspunten kunnen er conflicterende rechtsmachtclaims
ontstaan, op te lossen door:
- Verdragen
o ook bilaterale (belasting)verdragen
- Wanneer er geen verdrag is: algemeen internationaal recht
o dit regelt echter in principe niets m.b.t. overlappende claims: een rechter
dient slechts te beoordelen of hijzelf rechtsmacht heeft
o enige regel: nationaliteits- en territorialiteitsbeginsel wegen zwaarder dan
universaliteitsbeginsel
Terug naar beginselen m.b.t. afbakening van rechtssferen:
- Immuniteit Staten, en meer in het bijzonder hun gezagsdragers, zijn in
beginsel immuun voor rechtspraak en handhaving door het recht van andere
staten
o Staatsimmuniteit
vloeit voort uit staatsoevereiniteit
par in parem non habet imperium: gelijken hebben geen
gezag over elkaar
overwegend gebaseerd op gewoonterecht
belangrijkste consequentie: nationale rechters zijn onbevoegd
wanneer individuen andere staten dagen
geldt voor alle onderdelen van de staat, zoals regering, parlement
en lagere overheden
3
, een uitzondering op de regel van immuniteit vormen handelingen
die verricht worden op de voet van gelijkheid met private partijen
[acta iure gestionis] (immers geen publiek gezag [acta iure imperii])
kijk naar aard en doel van de handeling, met nadruk op de
aard
voorbeelden:
o privaatrechtelijke ovk’s
o arbeidsverhoudingen
o transacties inzake onroerend goed
o lichamelijke en materiële schade
ondanks de uitzondering kan het recht van executie alsnog
onder de immuniteit vallen
o Immuniteit van individuele gezagsdragers
Bestaat uit twee componenten:
1. immuniteit: bescherming tegen gerechtelijke procedures
2. onschendbaarheid: in de uitvoering van zijn taken mag het
individu niet gehinderd worden door handelingen van andere
staten
o Gebaseerd op twee grondslagen:
1. functionele immuniteit: immuniteit m.b.t. rechtsmacht van andere
staten voor handelingen verricht in hun officiële hoedanigheid
a. dit is immers handelen uit naam van de staat en die is immuun!
b. de rang van de functionaris is hierbij irrelevant
2. persoonlijke immuniteit: beperkte categorie gezagsdragers heeft
gedurende hun functie immuniteit voor alle handelingen die zij
verrichten, dus ook privéhandelingen
a. in ieder geval staatshoofden en regerings-leiders hebben deze,
sinds ICJ Arrest Warrant (§54) ook Ministers van Buitenlandse
Zaken
b. na beëindiging van het ambt genieten zij nog slechts functionele
immuniteit zij kunnen dan ineens wel aansprakelijk gesteld
worden voor privé-handelingen verricht tijdens hun ambt!
c. nog twee soorten functionarissen buiten het ‘driemanschap’ die
volledige immuniteit genieten:
i. bepaalde diplomaten (zie hierna)
ii. vertegenwoordigers van staten die een officieel bezoek
brengen aan een andere staat (zgn. ‘officiële missies’)
1. zie ook ICJ Immunity UN Special Rapporteur
§42-46 voor bepalingen omtrent VN-gezanten op
speciale missies
o Let op! De immuniteit voor gezagsdragers die worden verdacht van
internationale misdrijven geldt niet voor verdachten die berecht worden
door het Internationaal Strafhof!
dit Hof zet de immuniteit volledig opzij en kan zittende gezags-
dragers vervolgen geldt alleen voor staten die de rechtsmacht
van het Strafhof hebben geaccepteerd
- Erkenning van soevereine handelingen van andere staten
o internationaal publiekrecht staat het staten toe om zelf te bepalen welk
rechtsgevolg zij toekennen aan buitenlandse rechtshandelingen
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller BLoopstra. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.