Uitgebreide samenvatting van basistextiels 1.4 non wovens . De online lessen zijn uitgetypt en ook de formules zijn uitgelegd. Ook zijn de powerpoints erin verwerkt. Vak gegeven door meneer Wevers.
Non wovens
Les 1 (19 mei)
Waar kom je nonwovens tegen?
Markt groeit 6-10% per jaar
Ongeveer 1,3 kg per persoon
Belangrijkste:
- Ongeveer 1/3 absorberend/hygiëne
- Ongeveer 15% wipes (natte doekjes)
- Ongeveer 6% filtratie (auto-
industrie)
Geotextiel is voor dijken bv.
Wat is een nonwoven?
Gemaakt uit verschillende productieprocessen en met verschillende technologieën. Het bestaat uit
vezels die georiënteerd zijn of niet georiënteerd zijn (richting). Die worden aan elkaar verbonden
door frictie. 50% van een doek moet uit vezels bestaan om een non woven te zijn.
Nonwoven technologie
- Traditionele textielindustrie: bepaalde
non wovens worden gemaakt van vezels,
dan heb je het over textiel. Denk hierbij
bijv. aan kaarden.
- Vezel en polymer extrusie industrie: denk
aan spinnen van polyester filamenten.
Daarvan heeft de non woven industrie
gezegd dat ze daar wat mee kunnen.
- Pulp en papierindustrie: wet laid.
Technologie wat afgekeken is van de
papierindustrie.
Vrij recente industrie (non woven0 vergeleken
met breien en weven.
,Schema productieproces non wovens
- Vezelselectie: Je begint met bedenken: wat wil ik? Wat wil ik uit welke vezels gemaakt
hebben? Je kan ook zeggen ik ga rechtstreeks uit het polymeer werken (polyester korrels/
granulaat).
- Vezelvoorbereiding: Daarna begin je met wat je ook zou doen als je een garen gaat maken.
De vezel moet geopend worden.
- Web formatie: bij drylaid en wetlaid gebruik je vezels als basismateriaal. Bij spunbound en
meltblown gebruik je polymeren als basis (granulaat, thermoplastische materialen).
- Web manipulatie: ODF (orientation distrubution fiber) betekend: welke kant de vezel oploopt
want daarmee kan ik allerlei eigenschappen bepalen.
- Bonding: omdat het een beetje een zwakke boel is moet je het binden. Dit kan mechanisch,
thermisch of chemisch.
- Finishing & converting: laatste hand aan de stof leggen. Finishen of in stukjes doen en
verzenden.
Non woven productie stappen
Wat heb ik nodig om een non woven te maken?
- Vezels of polymeer: basismateriaal
- Bindmiddel (Dit kan mechanisch, thermisch of chemisch): substantie die cohesie
bewerkstelligt of bevordert tussen de samengevoegde materialen.
- Additieven: hulpmiddelen die niet vezelvormig zijn en die tijdens de vliesvorming toegevoegd
zijn om de eigenschappen te veranderen/verbeteren. (Meestal poeders die helpen bij het
versmelten van vezels. Iets wat niet een vezels is, maar wel helpt te verbeteren of te
veranderen. Bijvoorbeeld een finish om polyester hydrofiel te maken)
,Non wovens vs. geweven en gebreid
Hoe classificeer je de eigenschappen van een nonwoven?
- Variabele vezel oriëntatie
- Geen garens met duidelijke x, y of z richting
- Verschillende webbindingsmethoden
, Structurele elementen van een non woven.
Om een non woven te classificeren:
Belangrijk omdat: al deze variabelen die eind-eigenschappen van een non woven bepalen!
- Vezel diameter & de
distributie: verschillende
einddoelen hebben
verschillende diktes/
dichtheden van het doek
nodig.
- ODF: orientation distribution
fiber. Heeft te maken met de
vezelrichting, hoe liggen de
vezels.
- Basis gewicht, dikte,
soliditeit: men wil altijd
weten waar begin ik mee? Ik
wil een 30 g/m2 etc. basisgewicht. Soliditeit zegt iets over het vezel materiaal in een non
woven. In een non woven heb je 2 componenten: vezelmateriaal en lucht. Men wil dan
weten: wat is het vezelpercentage in een non woven.
- Basisgewicht uniformiteit: volgende slide meer info.
- ‘Pore’ grootte en vorm: ‘pore’ is porositeit, dus hoe open is het. Bijv. nu met Corona, die stof
is heel klein en de poriën van een theedoek zijn veel groter dan dat, dus het virus zou
daardoorheen kunnen.
- Bindmethode en geometrie: hoe gaan we vezels aan elkaar verbinden, bijv. vezelfrictie, maar
is 9 van de 10 keer niet sterk genoeg om de vezels bij elkaar te houden. Je hebt hier 3
verschillende methoden voor, maar die hebben ook weer invloed op verschillende
eigenschappen.
- Vezel-vezel ‘cross-over’: gaan we niet zo heel diep op in, maar wel een belangrijke
eigenschap voor non wovens. De punten waar de vezels elkaar overlappen. Liggen ze netjes
over elkaar of is het een chaos. Dat kan je scannen met computers en dat heeft weer iets
weer over je doek. Hoe meer vezelfrictie ze met elkaar hebben, hoe sterker het doek.
- Oppervlakte textuur: je kan een non woven behandelen dat het een gladde structuur heeft
of juist een harige structuur heeft.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tessmulder97. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.11. You're not tied to anything after your purchase.