Neurologie
Zenuwstelsel
Indelingen van het zenuwstelsel:
- Indeling o.b.v. plaats in het lichaam → anatomie
- Indeling o.b.v. functie → fysiologie
Het zenuwstelsel bestaat anatomisch uit 2 delen:
1. Centrale zenuwstelsel (dit zijn de hersenen (groot, klein, hersenstam) en het
ruggenmerg die beiden beschermd worden door bot zoals schedel en
wervels.)
2. Perifere zenuwstelsel (alles wat niet met de hersenen zelf te maken heeft,
maar met de lijntjes naar de spieren en klieren, zenuwen. Denk: bij een PC de
draden richting de printer.)
Er zijn 12 paar hersenzenuwen die direct uit de hersenen komen.
Er zijn 32 paar hersenzenuwen die uit de ruggenmerg komen.
● Cerebrum: grote hersenen → de grote hersenen hebben en regelen
verschillende functies. Vaak zijn die functies bewust. Dit bewustzijn
is in te delen in activering en inhoud. Activering is de mate van aandacht
hebben voor de omgeving, en de inhoud zijn waarnemingen, gevoelens,
gedachten en intenties waarvan men zich bewust is. (Verschillende functies)
! De linker hemisfeer stuurt het rechterdeel van het lichaam en andersom.
Rechtse verlamming = meestal spraakprobleem, linkse verlamming = meestal
cognitief probleem.
● Corpus calosum: hersenbalk → zorgt ervoor dat beide hersenhelften
met elkaar communiceren.
● Cerebellum: kleine hersenen → voornamelijk voor coördinatie van
bewegingen, de spraak en het evenwicht. Wanneer meerdere
activiteiten met elkaar gecoördineerd moeten worden, gebeurd dat
in de kleine hersenen.
● Truncus cerebri: hersenstam → zorgt voor vitale levensfuncties, zoals
lichaamstemperatuur, hartslag, ademhaling en bloeddruk. Ook is de
hersenstam belangrijk voor het behouden van een slaapritme,
huilen, plassen, kauwen en het veranderen van pupilgrootte.
● Cortex: buitenste laag van de grote hersenen.
,executieve functies. Controle van het denken, handelen en spreken, en plannen.
Pariëtaalkwab: sensorische informatie, gevoel, doelbewust handelen (praxis),
geheugen voor tijd en ruimte. Ruimtelijke representatie van lichaam en ruimte.
Occipitaalkwab: visus. Representatie van de visuele kenmerken van de
buitenwereld.
Temporaalkwab: gehoor, auditieve analyse, spraak-motorische bewegingen.
Herkennen van objecten, gezichten, gezichtsexpressies.
Gevolgen van hersenletsel
Indeling volgens Ben van Cranenburgh:
Neurologisch:
- Parese (verlamming)
- Anesthesie (gevoelloosheid)
- Hemianopsie (zicht)
- Dysartrie
Neuropsychologisch
- Vermindering van de aandacht, geheugen, concentratie)
- Afasie
- Agnosie (herkenningsstoornis)
- Neglect (geen aandacht voor één zijde van het lichaam)
Psychologisch
- Isolatie
- Kan leiden tot depressie
Cognitieve stoornissen
Cognoscere: weten of kennen. Mentale activiteit betrokken bij de processen leren,
waarnemen, herinneren, denken, interpreteren, geloven en probleem oplossen.
Hemianopsie
→ Neurologisch
Visuele stoornis
Halfzijdige gezichtsvelduitval (beide ogen). Je ziet maar de helft bij beide ogen.
In de hersenen liggende zenuwbanen van het oog zijn beschadigd. Bij hemianopsie
is van ieder oog een stukje gezichtsveld uitgevallen. Het centrale gezichtsveld blijft
meestal gepaard waardoor hemianopsie niet altijd opvalt.
Neglect
→ Neuropsychologisch
Aandachtsstoornis. De patiënt ziet het wel (ogen en aansturende deel in de
,hersenen zijn in orde), maar heeft geen aandacht voor de aangedane zijde.
Neurologische lokalisatie: pariëtale cortex. In het meest van de gevallen zit de
beschadiging in de rechterhersenhelft, in enkele gevallen in de linkerhersenhelft.
Stoornis in de aandacht voor de stimuli afkomstig van één lichaamshelft of voor
objecten of gebeurtenissen in de omgeving van één lichaamszijde.
Apraxie
- Het onvermogen tot doelbewust handelen
- Verschillende soorten: spraak, ideatoire (volgorde), ideomotorische
(motorische handelingen), buccofaciale (zoekend mondgedrag. Bijv: steek je
tong eens uit? Persoon kent het wel, maar kan het niet voor elkaar krijgen)
etc.
- Neurologische lokalisatie: verschillende gebieden: LH en RH, specifiek
motorische schors of frontaalkwab (executief)
Agnosie
- Herkenningsstoornis
- Verschillende soorten: visueel, tactiel, auditief, gezichten (prosopagnosie),
vorm etc.
- Nosoagnosie → noso = ontkennen van eigen ziekte.
- Neurologische lokalisatie: associatiecortex in de temporaalkwab.
Amnesie
Amnesie is een stoornis van het geheugen, die wordt veroorzaakt door ziekte,
hersenletsel of psychotrauma.
Er zijn 2 soorten amnesie: retrograde en anterograde. Bij retrograde amnesie kan
informatie van vóór het trauma niet worden opgehaald. Meestal treedt
geheugenverlies op na een ongeluk of hersenoperatie; de herinneringen van
daarvoor zijn bij retrograde amnesie aangedaan en niet langer beschikbaar. Bij
anterograde amnesie is er een onvermogen om informatie vanuit het
kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen over te brengen, waardoor het
lastig is om nieuwe herinneringen te vormen. De twee typen amnesie sluiten elkaar
niet uit: één persoon kan beide vormen van amnesie hebben.
Neurologische lokalisatie: temporaalkwab.
Executieve functiestoornissen
Stoornis die in de hogere controlefuncties van de hersenen zit (plannen, stellen van
doelen, handelen).
Neurologische lokalisatie: frontaalkwab
Afasie
Taal is een cognitieve functie en valt daarmee in het geval van een stoornis onder
NPFS.
Alle modaliteiten (spreken, lezen, schrijven en begrijpen)
(Woordvindingsstoornissen, alexie (niet kunnen lezen), agrafie (niet kunnen
, schrijven), audiologische begripsstoornissen).
Neurologische lokalisatie: taalspecifieke gebieden en neurale circuits
Afasie is een verworven taalstoornis door focaal hersenletsel (plaatselijk
hersenletsel) in de linker hersenhelft.
Soorten afasie
Broca:
- Niet vloeiend
- Taalbegrip nog wel in orde
- Herhalen is niet mogelijk
- Patiënt praat vooral in telegramstijl
Wernicke:
- Wel vloeiend
- Taalbegrip niet in orde
- Herhalen is niet mogelijk
- Patiënt maak veel gebruik van parafasieën (patiënt kan zijn of haar
gedachten niet meer goed rangschikken, waardoor het ‘kiezen’ van
woorden niet goed gaat. → Giraffe zeggen maar leeuw bedoelen.)
Amnestisch:
- Wel vloeiend
- Taalbegrip in orde
- Herhalen mogelijk
- Patiënt heeft last van woordvindproblemen
Globaal:
- Niet vloeiend
- Taalbegrip niet in orde
- Herhalen is niet mogelijk
- Alle modaliteiten zijn verstoord
Afasiesyndromen
Expressieve afasie:
- Niet vloeiend
- Begrip intact (syntaxis)
- Onvermogen na te zeggen
Anomische afasie:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anouk1406. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.45. You're not tied to anything after your purchase.