Deze samenvatting gaat over hoofdstuk 10.1 t/m 10.6 en 14 van het boek Belastingrecht voor Bachelors en Masters. Deze samenvatting is geschikt voor verschillende tentamens.
H10 Omzetbelasting
De omzetbelasting is een algemene, niet cumulatieve, indirecte verbruiksbelasting in
de lidstaten van de Europese Unie.
De omzetbelasting wordt ook wel aangeduid met de afkorting btw
De regelgeving van de Unie verloopt via richtlijnen. De heffingen binnen deze
richtlijnen zijn in iedere lidstaten gelijk.
Naast de btw-richtlijnen bestaan er ook btw-verordeningen. Deze verordeningen zijn
er omdat de voorschriften van de btw-richtlijnen soms ook ruimte laten voor
interpretatie door de lidstaten in hun nationale wetgeving.
Btw-richtlijn
Harmonisatie
btw
Btw-
verordening
Wie moet omzetbelasting voldoen?
Art. 1 Leveringen Diensten Verwervingen Invoer
Wie: De Art. 7 de Art. 7 de Ondernemers/ Iedereen
ondernemer ondernemer ondernemer rechtspersonen/
niet-
ondernemers
In art. 7 Wet OB wordt het begrip ondernemer beschreven.
In de Wet OB is voor het ondernemerschap de rechtsvorm in principe niet relevant.
De term ‘een ieder’ in de zin van de Wet OB omvat zowel natuurlijke personen als
rechtspersonen.
- De nationaliteit van de ondernemer is niet van belang en de ondernemer hoeft
evenmin in Nederland te zijn gevestigd. Als een buitenlandse ondernemer in
Nederland belaste prestaties verricht, is hij ondernemer voor de Wet OB.
Het begrip “beroep” wordt gedefinieerd in art. 7 lid 2 letter a Wet OB.
1
,Volgens de jurisprudentie is een bedrijf als volgt te omschrijven: ‘een organisatie van
kapitaal en arbeid die erop gericht is om in een duurzaam streven deel te nemen aan
het economische (ruil)verkeer’.
- Kapitaal is afhankelijk van het bedrijf of beroep en is al snel aanwezig.
- Normaal vermogensbeheer wordt niet gezien als ondernemerschap, tenzij art.
7 lid 2 letter b Wet OB van toepassing is.
Quasi-ondernemerschap
Volgens art. 7 lid 2 letter b Wet OB is ook sprake van een bedrijf bij de exploitatie van
een vermogensbestanddeel om er duurzaam opbrengst uit te verkrijgen (quasi-
ondernemerschap).
Overige eisen ondernemerschap
Voor het ondernemerschap mag geen sprake zijn van een incidentele prestatie. Er
moet regelmatig worden deelgenomen aan het maatschappelijke verkeer.
Prestaties in het economische verkeer
Er is sprake van een prestatie in het economisch verkeer als iemand presteert ten
opzichte van personen die niet tot de eigen kring behoren.
Zelfstandig
Met het begrip ‘zelfstandig’ wordt bedoeld dat mensen in ondergeschiktheid,
bijvoorbeeld in dienstbetrekking, niet als ondernemer worden aangemerkt.
Voorbeelden van deze elementen kunnen zijn:
- Het optreden naar buiten toe;
- Het lopen van financieel risico;
- De vrijheid om de werktijden zelf te bepalen;
- Het ontvangen van vakantiegeld en/of een tantième;
- De aanwezigheid van een arbeidsovereenkomst;
- Het aantal opdrachtgevers;
- Het gebruik van eigen bedrijfsmiddelen;
- De verplichting om de arbeid persoonlijk te verrichten.
Een ieder die een bedrijf of beroep
zelfstandig uitoefent.
Bedrijf; een organisatie van kapitaal en
Ondernemer voor de arbeid waarbij zelfstandig duurzaam
Wet OB prestaties worden verricht in het
economisch verkeer
Exploitatie van vermogensbestanddelen
Overheid
2
,Op grond van art. 7 lid 3 Wet OB kunnen de rijksoverheid, provincies, gemeenten,
waterschappen, bedrijfsschappen, productschappen, etc. ondernemer zijn voor de
Wet OB.
Uit de jurisprudentie blijkt dat de overheid niet als ondernemer wordt aangemerkt in
die situaties waarin sprake is van een specifiek voor haar geldend juridische regime
waarbij geen concurrentie optreedt.
Een fiscale eenheid tussen meerdere ondernemers is alleen mogelijk als cumulatief
sprake is van:
Organisatorische
verwevenheid
Financiële Economische
verwevenheid verwevenheid
Fiscale
eenheid
Gevolgen fiscale eenheid
Als sprake is van een fiscale eenheid, betekent dit dat de fiscus deze eenheid als
één ondernemer aanmerkt. Het gevolg is bijvoorbeeld dat:
- De prestaties tussen de eenheden als interne prestaties worden beschouwd;
deze prestaties vallen niet onder de Wet OB;
- De fiscale eenheid één aangifte omzetbelasting moet indienen.
- Alle ondernemers binnen de fiscale eenheid hoofdelijk aansprakelijk zijn voor
de omzetbelastingschuld van de eenheid;
- De fiscale eenheid één nieuw btw-nummer krijgt; onder dit nummer wordt alles
van de fiscale eenheid geregistreerd bij de Belastingdienst. De individuele
ondernemers kunnen op hun facturen hun eigen btw-nummers blijven
gebruiken.
Einde fiscale eenheid
Voldoet een fiscale eenheid niet meer aan alle drie de vereisten, dan is zij van
rechtswege ontbonden.
3
, Leveringen
(art. 3 Wet OB)
Prestaties
Diensten (art.
4 Wet OB)
Art. 3 Wet OB bevat een opsomming waarin zowel de ‘echte’ leveringen als de
‘fictieve’ leveringen zijn opgenomen. De diverse vormen van echte leveringen zijn:
a. De overdracht of overgang van de macht om als eigenaar over een goed te
beschikken (art. 3 lid 1 letter a Wet OB);
b. De afgifte van goederen volgens een overeenkomst van huurkoop (art. 3 lid 1
letter b Wet OB);
c. De oplevering van onroerende zaken door de vervaardiger (art. 3 lid 1 letter c
Wet OB);
d. De rechtsovergang van goederen tegen betaling van een vergoeding ingevolge
een vordering door of namens de overheid (art. 3 lid 1 letter d Wet OB);
e. Het aanbrengen van een goed aan een ander goed (art. 3 lid 1 letter f Wet OB).
De fictieve leveringen van art. 3 lid 3 Wet OB
In de Wet OB wordt een tweetal fictieve leveringen gelijkgesteld met een levering
onder bezwarende titel:
1. Het door een ondernemer om niet onttrekken van een goed dat hij bestemt voor
andere dan bedrijfsdoeleinden (art. 3 lid 3 letter a Wet OB);
2. Als de ondernemer bij bedrijfsbeëindiging goederen in bezit heeft waarvoor
indertijd geheel of gedeeltelijk recht op voorbelasting is geclaimd (art. 3 lid 3
letter c Wet OB).
Specifieke situaties
In de Wet OB worden met betrekking tot leveringen een aantal speciale situaties
besproken. Het gaat hierbij om:
- Zogenoemde ketentransacties (art. 3 lid 4 Wet OB);
- Veilingen (art. 3 lid 5 Wet OB);
- Werkzaamheden van commissionairs (art. 3 lid 6 Wet OB);
- Overbrenging van eigen goederen (art. 3a Wet OB).
Plaats van de levering
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller henkkees. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.23. You're not tied to anything after your purchase.