Volledigere uitwerkingen van de hoorcolleges zul je niet vinden! Ik heb letterlijk alles uitgetypt door steeds op pauze te drukken tijdens het beluisteren van de colleges. Het zijn veel pagina's, maar met control F zul je makkelijk de antwoorden terugvinden tijdens het tentamen!
1A: Inrichting van het onderwijs
Rechtsgeschiedenis zorgt ervoor dat je niet blind staart op het hier en nu. Nee, je wordt ook
geleerd om over de muur heen te kijken. Daarmee wordt bedoeld dat je dan kijkt naar het
verleden, maar je kijkt ook naar de rechtsstelsels om je heen.
Buitencontractuele aansprakelijkheid is aansprakelijkheid wanneer buiten de contractuele
sfeer inbreuk wordt gemaakt op de persoon van een ander. Dit kan gaan om inbreuk op de
lichamelijke of geestelijke integriteit, of inbreuk op het vermogen. Dat is het thema dat we
bestuderen in de werkgroepen.
Uitwendige rechtsgeschiedenis: het gaat om de buitenkant. Het gaat om de rechtsbronnen,
de rechtswetenschap, de rechtspraak, de actoren in het recht, stromingen, juristen en dan
hebben we nog niks over regels gehoord. Dus eigenlijk alleen maar dat wat erbuiten wordt
weergegeven, dat is de uitwendige rechtsgeschiedenis. Dat staat in hoofdstuk 1 tot en met 6
van het boek. Dit wordt voornamelijk in de hoorcolleges besproken.
Inwendige rechtsgeschiedenis: we gaan nu de boeken open doen. Hier gaat het om de
rechtsnormen. De rechtsregels. De buitencontractuele aansprakelijkheid. Waar vinden we
die inwendige rechtsgeschiedenis? Die vinden we in de hoofdstukken 7 tot en met 12. In die
werkgroepen gaan we thematisch te werk. Elke week lichten we een thema eruit en daar
gaan we naar kijken. Hoe zit het in die ontwikkeling? Hoe gaat dat? Die inwendige
rechtsgeschiedenis is alleen maar te begrijpen met de uitwendige rechtsgeschiedenis samen.
1B: Wat is het Corpus iuris?
Wat is het Corpus iuris civilis? Dit is letterlijk het ‘geheel van het wereldlijke (Romeinse)
recht’. Het zijn de wetboeken van keizer Justinianus en hij leefde van 482 tot 565.
Justinianus leefde dus in de 6e eeuw na Christus en hij leefde in Constantinopel. Daar zetelde
hij. Die stad heet nu Istanbul. Hij was keizer van het Romeinse rijk. Hij heeft het Romeinse
recht vastgelegd. De benaming Corpus iuris civilis die is pas later ontstaan. We weten dat in
de Middeleeuwen de wetgeving van Justinianus Corpus iuris werd genoemd, maar later in de
16e eeuw kwam daar nog civilis bij. De letterlijke betekenis is het geheel van het wereldlijke
recht, want we zouden ook kunnen zeggen: wereldlijk staat tegenover het kerkelijk recht. In
de Middeleeuwen kennen we die tegenhanger: Corpus iuris canonici. Dat betekent eigenlijk
de verzameling van het kerkelijke recht.
San Vitale, Ravenna
Hier zien we Justinianus afgebeeld in de San Vitale in Ravenna. Dit is geplaatst in Canvas.
Hier kun je vanaf minuut 4.44 iets zien over de mozaieken van keizer Justinianus en zijn
vrouw Theodora als achtergrondinformatie over het bestuur, de tijd, et cetera. Dat geeft een
breder beeld van de context.
Corpus iuris – plaats in de geschiedenis
Wat is nu de plaats van het Corpus iuris in de geschiedenis? Het komt niet zomaar uit de
lucht vallen. Het is eigenlijk het eindpunt van een lange ontwikkeling die begint al in de 5 e
eeuw voor Christus. Het romeinse rijk is dan nog niet veel meer dan de stad Rome, maar
, Rechtsgeschiedenis | Hoorcolleges
later wordt Rome een wereldrijk en verovert grote delen van het middellandse zeegebied en
van Europa.
Voorganger van Justinianus, wilde het recht al ordenen en vastleggen in wetboeken, maar
Justinianus is eigenlijk de enige die daar volledig in is geslaagd. Die wetboeken, zoals we net
al hebben gezien, heten tezamen dus het Corpus iuris civilis.
De voorgeschiedenis en de aanloop naar het wetgevingsproject van Justinianus, noemen we
ook wel het eerste leven van het Romeinse recht.
Na Justinianus stort het West-Romeinse Rijk in. Justinianus had het weer heroverd, maar het
stort in. Dan verdwijnt het eigenlijk. Het raakt in vergetelheid. In het Oosten wordt nog wel
het recht bestudeerd, maar het gaat moeilijk want zij lazen eigenlijk geen Latijn. Het Corpus
iuris was voornamelijk geschreven in het Latijn en zo raken die werken in de vergetelheid, op
enkele onderdelen en kleinere stukken na.
Op de een of andere manier worden de wetboeken eind 11 e eeuw weer ontdekt. Die werken
staan weer volop in de belangstelling. Die worden ontdekt, men gaat er in onderwijzen en
op een gegeven moment wordt dat als een olievlek bestudeerd in andere delen in Italië,
maar ook in Frankrijk en in Engeland. Zo ontstaan ook eigenlijk door dat bestuderen en
onderwijzen, ook de eerste juridische faculteiten. Zo verspreid het zich.
Voornamelijk heeft men academische interesse in het Corpus iuris, maar men heeft altijd de
rechtspraktijk van de eigen tijd in het achterhoofd.
Op een gegeven moment is de volgende stap dat het Romeinse recht gaat doordringen in de
praktijk. Soms als primaire rechtsbron, maar meestal als additionele rechtsbron. Dit gebeurt
door heel Europa, met uitzondering van Engeland. Dat is moeilijk om aan te geven wanneer
dat begon en hoe dat werkt. In Italië en Spanje veel vroeger dan in het Noorden, maar we
moeten ook bedenken dat de receptie (het doordringen van het Romeinse recht in de
praktijk) is ook niet overal even sterk. Dit dringt ook niet altijd even sterk door.
Eigenlijk als we dan doorgaan door de tijd heen en als we dan kijken naar de tijd van nu, dan
zien we dat in Schotland en wat kleinere gebieden is het Corpus iuris civilis eigenlijk vandaag
ook nog een rechtsbron.
De vogelvlucht door de tijd is dus:
daar en daar is het Corpus iuris – het is even weg – het wordt herontdekt – er is receptie –
het heeft nog gelding.
, Rechtsgeschiedenis | Hoorcolleges
Als we dat dan samenvatten in een tijdslijn, dan zien we dat.
Het Corpus iuris civilis zien we als eerste gele element. Dat is de afsluiting van het eerste
leven van het Romeinse recht. Dan zien we die rode balk. Dan raakt het in vergetelheid,
maar in 1100 in Bologna wordt het herontdekt. Dan zien we de receptie en dan ook de
Huidige tijd.
We zien ook een hoofd. Het Corpus iuris wordt ook wel vergeleken met Janus. Janus is de
Romeinse god van de tijd en die wordt afgebeeld met de tijd. Zijn gezicht kijkt naar het
verleden (achterom), en het andere gezicht kijkt naar de toekomst (vooruit). Want, in het
Corpus iuris is niet alleen het uitgangspunt van de Westerse rechtswetenschap, en een van
de pijlers van ons huidige privaatrecht, maar het is ook de afsluiting van de
rechtsontwikkeling in de Oudheid. Dus afsluiting en het een uitgangspunt van de Westerse
rechtspraktijk.
Nog even ter zijde: Janus was de beschermgod van de openbare doorgangen en poorten en
hij werd gezien als de god van al het begin en de overgang van oud en nieuw. In het Latijn is
het woord Janu: deur. Je gaat in een deur, je gaat uit een deur, je kunt het openen en
sluiten. Bij de Romeinen was Januari de 11e maand van het jaar. Waarschijnlijk doordat deze
11e maand voor de Romeinen symbool stond voor het begin van een nieuwe periode. Het
was de eerste maand na de winterse zonnewende. Je kijkt achteruit en je kijkt vooruit.
Wat zijn de onderdelen van het Corpus iuris?
Om tot die onderdelen te komen, moet men eerst ingaan op het wetgevingsproject van
Justinianus. Hoe is dat ontstaan? En dan uiteindelijk komen we op de verschillende
onderdelen.
- Codex Vetus (529): Justinianus begon eigenlijk opdracht te geven van goh verzamel
nu het keizerlijk recht. Maak daar een compilatie van. Maak een compilatie van
keizerlijke beslissingen en dat is gedaan. Die compilatie heet Codex Vetus en is in 529
ontstaan. Het keizerlijk recht werd ook wel aangeduid als de leges. Voorheen was er
ook een Codex, en dat was de Codex Theodosianus uit 438. Deze verzameling was
, Rechtsgeschiedenis | Hoorcolleges
verouderd en Justinianus zei natuurlijk: dat moet opnieuw. Dat kan zo niet. De Codex
Vetus is in 529 uitgevaardigd.
- Digesten (533): dan waren we natuurlijk nog niet klaar. In 533 worden de Digesten
vervaardigd. De Digesten bestaan uit oud juristenrecht (ius). Dat juristenrecht is
afkomstig uit 0 – 300 na Chr, dus eigenlijk de klassieke periode. De eerste drie
eeuwen. Het zijn adviezen uit de klassieke periode. Dus, dat wil zeggen dat niet de
tekst van de Keizer kwam of van ambtenaren, maar van juristen.
Wat is nu het karakter van die teksten? Dat is veelal casuïstisch. Het zijn geen algemene
regels, maar concrete oplossingen van concrete problemen. Dus wel opletten: het is
natuurlijk van 0 – 300, en we zitten nog steeds in de 6e eeuw. Het is dus oud materiaal en
kennelijk is dat materiaal bewaard gebleven, vervolgens bewerkt en aangepast aan de tijd.
Zo ongeveer 39 juristen die komen in Digesten voor. De oudste teksten zijn van 100 voor
Christus en de jongste van ongeveer 300 na Christus.
Als we dan een voorbeeld zien, dat zien we hier:
We zien een stukje tekst. Dit is het Corpus iuris deel I. We zullen ook zien dat hier de
Instituten in zitten en de Digesten. Op de powerpoint zien we rechtsboven XLVII (47) 2. We
zitten in boek 47, titel 2. De titel heet De furtis, dus het gaat over diefstal. Eigenlijk bij het
eerste lange kringeltje weten we al dat we in de Digesten zitten, want we hadden net gezien
dat dat adviezen zijn van juristen uit de klassieke periode. Hier zien we dat meteen. Hier zien
we Ulpianus libro … Dit betekent dat het fragment dat komt, dat komt van Ulpianus de jurist
en dat is een fragment 41 en geschreven op een werk van Sabinus. Dat is wel aardig om te
zien. Hier zien we dus dat Justinianus de juristen bij de compilatie heeft gezegd. Dan geven
we ook eer aan de Romeinse rechtsgeleerden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ffkruijt. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $16.12. You're not tied to anything after your purchase.