Gaat om de toetstof voor de corona editie tentamen! Gehele uitwerking van de leerstof voor het tentamen Aquatische Ecologie van de opleiding Toegepaste Biologie. Uitwerking van zowel de HC's en de IC's aan de hand van de bronnen die gelden als leerstof (STOWA, water voor biologen, dictaat water). D...
,Hoorcollege 1: Introductie Aquatische ecologie en Hydrologie
Emergente waterplanten zijn waterplanten waarvan de bladeren geheel aangepast zijn aan leven in
lucht en de stengels dus ook sterk genoeg zijn om de bladeren boven het water te tillen.
Submerse/ondergedoken waterplanten zijn planten waarvan de bladeren geheel aangepast zijn aan
leven onder water.
Drijfbladplanten ten minste de bovenkant van de bladeren zijn aangepast aan leven in lucht.
Onder water is alles anders:
- Licht: hoe dieper, hoe minder licht, dit bemoeilijkt fotosynthese. Er kunnen maar tot een
bepaalde diepte planten groeien. Ook troebel water kan de groei voor de planten
bemoeilijken. Daarnaast jagen veel aquatische predatoren m.b.v. zicht.
- Nutriënthuishouding: er treden andere chemische processen op dan op het land. Dit komt net
name door de beschikbaarheid aan O2.
- Stroming/golfslag: golven ontstaan bij grotere meren door o.a. wind. Stroming is vooral van
toepassing op rivieren en beekjes.
- Andere stoffen: zoutgehalte, alkaliteit en macro-ionen.
- Zuurstof.
- Bodemkwaliteit: bv. kleibodem, veenbodem, zandbodem of rivierkleibodem.
- Temperatuur.
70% van het oppervlak op de aarde is bedekt met water.
Hiervan is 97% zeewater en 3% geen zeewater. Van deze 3%
is maar 1% zoet oppervlaktewater, 22% is grondwater en
77% is ijs.
Menselijk watergebruik is afgelopen eeuw sterk
toegenomen door landbouw, industrie en huishoudens. Dit
heeft invloed op:
Waterkwaliteit: deze wordt minder door vervuiling en
eutrofiëring.
Waterkwantiteit: Door snelle afvoer van water, en voor
landbouwgebruik worden veel bossen gekapt en kanalisatie → op lange termijn zorgt dit voor
overstromingen en droogte.
Zo zie je hiernaast dat wanneer het
oppervlak goed doorlaatbaar is, er
spraken is van veel infiltratie en er dus ook
veel water wordt opgeslagen in de bodem
in plaats van dat het weg stroomt. Bij
harde oppervlaken zoals asfalt kan het
niet infiltreren, wordt het niet opgeslagen,
maar stroomt het direct weg. Bij een
zware regenbui moet er dus in één keer
heel veel water worden afgevoerd.
, Ontstaan van watersystemen in
Nederland.
Met name ontstaan tijdens het
holoceen en pleistoceen. Deze periodes
hebben Nederland voor het grootste
deel vorm gegeven.
Pleistoceen - gelasien/calabrien:
- IJstijden waarin de Noordzee
deels bevroren waren:
toendra’s
- Tussenperioden die juist subtropisch en warm waren. Veel rivierbossen, deel van Nederland
stond onder water.
- Eind zijn rivieren gaan domineren.
- Vorming van rivierterrassen van de Maas.
Midden-pleistoceen:
- Korte warme periode waarna weer ijstijden volgde.
- Gletjers die reikten tot de lijn Den Helder – Assen en Haarlem
– Nijmegen. Deze zorgde voor de vorming van stuwwallen.
Dit zie je op het plaatje, het ijs (1) duwt de grond als het ware
weg waardoor verhogingen ontstaan (Utrechtse heuvelrug,
stuwwallen van Nijmegen, Veluwe)
- Op het einde erg koud.
Laat-pleistoceen:
- Aan het begin erg warm, warmer dan dat het nu is.
- De Rijn stroomt nog via de ijssel de Zuiderzee in, en niet via de Waal zoals nu.
- Later wordt het weer kouder: laatste glaciaal → vlechtende rivieren waardoor Nederland een
grote delta wordt. Hierdoor worden dekzanden afgezet.
Holoceen:
- Mensen vestigen zich op de droge, hoge plekken.
- Veenvorming in het noorden en westen van Nederland. Door stijging van de zeespiegel
(opwarming) stijgt het grondwaterpeil → water komt aan het oppervlak, wanneer planten
afsterven kan dit niet goed worden afgebroken → veen.
- Ontstaan van zeeklei bij gebieden waar zee binnen kan komen en veel fijn materiaal achterlaat
→ opslibbing. Hierdoor en door doorbraken van de duinen is de kustzone ontstaan.
- Veel boskap, vastlegging van rivieren en ontwatering van moerasgebieden. Hierdoor hebben
we:
o Kustzones: nat en open
o Laagveen: grondwatergebonden
o Hoogveen: Regenwatergebonden → slechte afvoering van regenwater.
o Beken stromen door dekzandruggen langs stuwwallen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisavandenbiggelaar. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.70. You're not tied to anything after your purchase.