Answer: Een vorm van leerkrachtgestuurde instructie
- Het bijhouden van de leerlingresultaten en het geven van feedback daarop
- Bevorderen van zelfsturing door de leerlingen
- Het betrekken van de leerlingen bij de planning en het management van het leerproces
3.
Welke drie dimensies heb je in adaptief onderwijs?
Answer: Het scheppen van een pedagogisch klimaat door:
- Het didactisch handelen (inhoud en instructie)
- De manier van omgaan met kinderen (interactie)
- De organisatie van het werken in de klas (klassenmanagement)
- Algemene didactische en organisatorische vaardigheden
- Didactische en organisatorische vaardigheden die betrekking hebben op het omgaan met
verschillen tussen leerlingen
4.
Wat is de relatie tussen coöperatief leren en klassenmanagement?
Answer: Coöperatief leren is een instrument dat de leraar helpt om in te spelen op individuele verschillen van
leerlingen.
Goed onderwijs heeft te maken met:
- Inhouden (verschillende vakken, etc.)
- Klassenmanagement-vaardigheden
- Instructievaardigheden
- Instructiewijzen en –strategieën
Pedagogiek cooperatief leren
Flashcards3 Flashcards
$3.231 sales
Flashcards3 Flashcards
$3.231 sales
Some examples from this set of practice questions
1.
Hoe vorm je groepen?
Answer: Groepsontwikkeling is een dynamisch proces, groepen veranderen voortdurend. Groepen doorlopen
in hun ontwikkeling vier fases:
1. Vorming (forming); kenmerkt zich door een grote onzekerheid over het doel, de structuur en
het leiderschap van de groep. Deze fase is afgerond als de leden van de groep zichzelf als een
deel van een groep ervaren.
2. Groei (storming); veel conflicten binnen de groep. De leden zijn het wel eens over het
bestaan van de groep, maar er bestaat een weerstand tegen de controle die de groep oplegt
aan het individu. Ook bestaat er een conflict over wie de groep controleert. Na deze fase
bestaat er een relatief heldere leiderschapshiërarchie in de groep.
3. Stabilisering (norming); ontstaan van hechte relaties en een sterke cohesie. Er bestaat een
sterk gevoel van groepsidentiteit en vriendschap. Deze fase is voltooid als er een blijvende
groepsstructuur bestaat.
4. Functioneren (performing); er bestaat een geheel functionele en geaccepteerde
groepsstructuur. De energie van de groep is niet meer gericht op het leren kennen van elkaar
maar op het samen uitvoeren van de taak.
2.
noem 5 dingen voor een geslaagde groepsvorming
Answer: 1. Betrokkenheid
2. Identiteit (‘dit is ons team’)
3. Onderlinge steun
4. Waarderen van verschillen
5. Synergieontwikkeling; stelt leerlingen in staat om meer te leren en doen dan dat ze ooit
alleen zouden kunnen.
Content preview
Pedagogiek
Coöperatief leren binnen adaptief onderwijs
Hoofdstuk 2: Coöperatief leren en adaptief onderwijs
2.1 Wat is er adaptief aan coöperatief leren?
In het onderwijs moeten leerkrachten omgaan met de verschillen die er tussen leerlingen zijn. Ook
dragen leerkrachten zorg voor de toebedeling van juiste hoeveelheid leertijd die elke leerling nodig
heeft om te leren. Uitgangspunt is dat de leerkracht in zijn houding tegemoetkomt aan de drie
basisvoorwaarden voor het leren van de leerlingen: competentie (geloof en plezier in eigen kunnen),
relatie (het gevoel dat andere je waarderen) en autonomie (het gevoel dat je iets kunt ondernemen
zonder dat anderen je daarbij moeten helpen).
De programma’s van adaptief onderwijs kennen een aantal overeenkomsten:
- Een vorm van leerkrachtgestuurde instructie
- Het bijhouden van de leerlingresultaten en het geven van feedback daarop
- Bevorderen van zelfsturing door de leerlingen
- Het betrekken van de leerlingen bij de planning en het management van het leerproces
De verschillen binnen de klas ving de leerkracht tot nu toe vooral op door het aanbieden van sterk
geïndividualiseerd onderwijs en het vormen van homogene niveaugroepen. Deze vormen van
differentiatie lijken onvoldoende. Sterk geïndividualiseerd onderwijs leidt tot een drastische afname
van de hoeveelheid instructie door de leerkracht en inzetten van vooral schriftelijk materiaal. Hier
leiden zwakke leerlingen onder. Door plaatsing in homogene groepen hebben zwakke leerlingen
geen model.
Aan het adaptief onderwijsgedrag kun je drie dimensies onderscheiden:
- Het scheppen van een pedagogisch klimaat door:
- Het didactisch handelen (inhoud en instructie)
- De manier van omgaan met kinderen (interactie)
- De organisatie van het werken in de klas (klassenmanagement)
- Algemene didactische en organisatorische vaardigheden
- Didactische en organisatorische vaardigheden die betrekking hebben op het omgaan met
verschillen tussen leerlingen
Inhoud en instructie
Coöperatief leren doet recht aan de verschillen tussen leerlingen doordat coöperatief leren
gebruikmaakt van gevarieerde instructieprincipes, een gevarieerd didactisch aanbod en zich aanpast
aan de onderwijsbehoeftes van de leerlingen. Je verdiept en verbreedt iemands mogelijkheden met
hulp van een ander die verder is en meer kan.
Coöperatief leren richt zich op de zone van de naaste ontwikkeling. In deze zone maak je je het
gedrag van de ander eigen. De zone van de naaste ontwikkeling hanteer je ook in het
instructieproces binnen de groep. Een van de belangrijke middelen hierbij is het uitleggen of
verklaren van het geleerde aan een ander.
Een kind kan zich alleen binnen bepaalde grenzen ontwikkelen: grenzen die vooral bepaald zijn door
het ontwikkelingsniveau van het kind en zijn intellectuele mogelijkheden. De zone van de naaste
, ontwikkeling, als groeperingscriterium in het coöperatief leren, bepaal je door zowel het
ontwikkelingsniveau van het kind als de vereiste instructiewijze samen te nemen.
Interactie
De coöperatieve werkwijze en werkvormen hebben een activerend en interactief karakter. De
werkwijze daagt kinderen uit tot zelfstandig en zelfverantwoordelijk leren, tot activiteit en
betrokkenheid. Daarin staat de interactie tussen leraar en leerling en de leerlingen met elkaar
centraal. Kinderen leren het meest wanneer ze actief kunnen zijn en kunnen leren van ervaringen.
Tijdens het samenwerken met anderen leert het kind adequaat te handelen en krijgt het door de
aanwijzingen van deze anderen inzicht in hoe je te werk moet gaan.
Coöperatief leren daagt een kind uit tot zelf ontdekken. Dit vraagt om reflectie op het eigen
handelen, om de algemene principes op basis waarvan hij handelde, te ontdekken. In de interactie
met anderen ‘dwing’ je het kind voortdurend om het eigen handelen te overdenken voordat het
verdergaat. Deze reflectie moet het kind samen met groepsgenoten uitvoeren. De intensiteit van de
reflectie is bepalend voor de ontwikkeling van het kind. Kinderen die niet in staat zijn tot reflectie,
bereiken zelden het inzichtelijk niveau.
2.2 Wat is de relatie tussen coöperatief leren en klassenmanagement?
Coöperatief leren is een instrument dat de leraar helpt om in te spelen op individuele verschillen van
leerlingen.
Goed onderwijs heeft te maken met:
- Inhouden (verschillende vakken, etc.)
- Klassenmanagement-vaardigheden
- Instructievaardigheden
- Instructiewijzen en –strategieën
Deze gebieden zijn met elkaar verbonden en overlappen elkaar. Veranderingen op één gebied
beïnvloeden alle anderen. Ze werken op dynamische en complexe wijze op elkaar in, en leiden ertoe
dat leerkrachten en leerlingen op effectieve wijze leren.
Als iemand leren vanuit een holistische visie benadert, zet hij de leerlingen en hun behoeften en
ervaringen centraal.
De kracht van een uitgebreid repertoire aan werkwijzen, inclusief coöperatief leren, maakt het
mogelijk dat leerkrachten een rijke gevarieerde leeromgeving inrichten die de leerling tot het
gewenste leerresultaat brengt.
2.3 Hoe kun je coöperatief leren inzetten tijdens het zelfstandig werken?
Zelfstandig werken is een werkwijze waarbij de kinderen met hun werk bezig zijn, zonder daarbij een
beroep op de leraar te doen. Zelfstandig werken kenmerkt zich door:
1. Onafhankelijkheid
2. Zelfstandigheid
3. Verantwoordelijkheid
4. Motivatie
5. Creativiteit
Zelfstandig werken leent zich ook voor het werken in groepen. Leerlingen zijn een informatie- en
kennisbron en kunnen elkaar dus helpen. Zelfstandig werken is echter geen coöperatief leren. De
kinderen zitten al dan niet toevallig in één groep, van structuur in de groep is geen sprake. Wat je als
groep samen doet, is geen primair belang: de groep is er om overzicht en rust in de klas te bewaren.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller DaniellaSusanna. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.30. You're not tied to anything after your purchase.