100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Toetsmatrijs BS11 en 12 $5.43   Add to cart

Summary

Samenvatting Toetsmatrijs BS11 en 12

7 reviews
 399 views  41 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Volledig uitgewerkte toetsmatrijs van beroepssituatie 11 en 12 van studiejaar . Let op! Toetsmatrijs kan afwijken van huidig studiejaar!

Preview 3 out of 51  pages

  • Yes
  • June 28, 2020
  • 51
  • 2019/2020
  • Summary

7  reviews

review-writer-avatar

By: schotmanserika • 1 year ago

review-writer-avatar

By: Emmasophiaelisa • 2 year ago

review-writer-avatar

By: mirthepronk • 3 year ago

review-writer-avatar

By: vpellemans • 3 year ago

review-writer-avatar

By: sophiagruben • 3 year ago

review-writer-avatar

By: floorvdheijden • 3 year ago

review-writer-avatar

By: anoukstar2107 • 4 year ago

avatar-seller
Toetsmatrijs BS11
1. Kan de regulatie van de bloeddruk door de nieren uitleggen en de rol van het Renine
Angiotensine Aldosteron Systeem (RAAS) hierbij verklaren MB HC 11.2

Regulering glomerulaire filtratiesnelheid
Regulering van de nierfunctie
 Plaatselijke regulering (autoregulatie)
o Aanpassing diameter afferente en efferente arteriolen en
glomerulaire capillairen
o Compenseren kleine variaties in de bloeddruk
 Sympathisch zenuwstelsel (activering hiervan, prikkeling)
o Zorgt voor sterke vernauwing in afferente arteriolen (dus minder
bloed naar glomerulus  GFS neemt af)
o Bij stress/ inspanning
 Hormonale regulering
o Angiotensine II
o Antidiuretisch hormoon (ADH)
o Aldosteron
o Atriaal natriuretisch peptide (ANP)


Renine-angiotensinesysteem
 Lage glomerulaire druk
 Juxtaglomerulaire complex geeft renine af
o Ligt tegen nierlichaampje (bij distale tubulus contortus), wordt gevormd door
epitheelcellen van de distale tubulus en gladde spiercellen in de wand van de afferente
arterie
o Zijn endocriene cellen en geven renine af bij een lage bloeddruk

Angiotensine II
 Krachtige vaatvernauwing capillairnetwerk: ↑ druk nierarteriën
 Vernauwing efferente arteriolen: ↑ GFS
 Bevordering ADH afgifte  reabsorptie water (dus bloeddruk ↑ )
 Afgifte aldosteron en epinefrine (adrenaline) door bijnieren: ↑ bloeddruk (adrenaline)
reabsorptie Na+ (aldosteron)

Antidiuretisch hormoon (ADH)
 Afgifte door angiotensine II of hypothalamus (bij hypotensie)
 Vergroot de doorlaatbaarheid van water
o Distale tubulus contortus
o Verzamelbuis
 Versterkt het dorstgevoel

Aldosteron
 Afgifte door angiotensine II en stijging K+
 Bevordert reabsorptie Na+ en afgifte kalium in de distale tubulus

,Atriale natriuretische peptiden (ANP)
 Afgifte door hartspiercellen atria bij hoge bloeddruk / bloedvolume
o Afname Na+ reabsorptie (dus zout blijft in urine, trekt water aan, veel uitscheiding)
o Verwijding glomerulaire capillairen  toename GFS dus waterverlies
o Remming RAAS
o Bloeddruk daling

RAAS systeem
 Renine
o Wordt aangemaakt in de nieren wanneer de bloeddruk
daalt
o Zet angiotensinogeen om naar angiotensine I
 Angiotensine
o Eiwit in je bloed
o Door renine wordt het omgezet naar angiotensine I
o Kan door ander enzym (Angiotensineconverterend enzym
(ACE)) weer omgezet worden door angiotensine II
 Hierdoor stijgt de bloeddruk
 Zorgt dat de bijnier aldosteron gaat produceren
o Sympathische activiteit wordt verhoogd (hartslag neemt toe)
 Aldosteron
o Zorgt dat je natrium vasthoudt en water opneemt
o Zorgt dat bloeddruk stijgt
 Systeem
o Vaten samenknijpen


2.Kan uitleggen hoe de nieren inspelen op veranderingen in samenstelling van het bloed (vocht,
zuren, zouten en erytropoëse), met als doel de homeostase te bewaken en kan uitleggen waaruit
de urine is samengesteld MB HC 11.2+ 11.6

Vochtbalans
 Cel afhankelijk van water als diffusiemedium
 Cel activiteit in gevaar bij sterke waterafname
 Inname = uitscheiding
o 2500ml verlies: urine, feces, verdamping, transpiratie
o 2500ml inname: eten, drinken, vorming bij stofwisseling (300ml)

Extracellulaire vloeistof (ECF)
 Interstitiële vloeistof
 Plasma
 Overige vloeistoffen: o.a. lymfe en liquor

Intracellulaire vloeistof (ICF)
 Cytosol

Water verplaatsing tussen ECF en ICF
 Osmose wordt bepaald door opgeloste stoffen in ECF
 Hypertoon (zeer geconcentreerd ECF)/ hypotoon (lage
concentratie ECF) / isotoon (balans)

, Mineralenbalans
 Mineralenbalans beïnvloed de waterbalans
 Van invloed op celfuncties
 Na+ en K+ bepalen osmotische waarde (Na+ veel in ECF, K+ veel in ICF)

Natriumbalans
 Balans door opname spijsverteringkanaal en excretie via o.a. de nieren
 Aldosteron (reabsorptie Na) en atriale natriuretische peptiden (uitscheiding Na, water)
 Na+ trekt water aan
 Bloeddruk

Kaliumbalans
 Balans door opname spijsverteringskanaal en excretie via de nieren
 Aldosteron  opname natrium en excretie kalium

Compensatie door de nieren
 Proximale tubulus
o Reabsorptie ionen
 Stijgende tak lis van Henle
o Actieve reabsorptie NaCl
 Distale tubulus en verzamelbuis
o Uitwisseling natrium en kalium onder invloed van aldosteron

Renale compensatie zuur-base evenwicht
Renale regulatie pH
 H+ ionen kunnen met de urine worden uitgescheiden
 H+, CO2 en HCO3- komen bij filtratie in de voorurine
 Excretie of reabsorptie van H+ / HCO3- afhankelijk van pH


3. Kan de gevolgen van fysiologische veroudering voor het urinewegstelsel uitleggen MB HC 11.2

Fysiologische veroudering
 Afname
o Functionele nefronen (tussen 25 en 85 jaar)
o Glomerulaire filtratiesnelheid
 Verminderde renale compensatie pH
o Gevoeligheid aldosteron en ADH
 Afname reabsorptie water en natriumionen, toename kaliumverlies
o Totale watergehalte (vanaf 40e)
 Problemen met de blaasreflex
o Afname tonus kringspieren
o Verlies regulatie urinelozing
o Urineretentie bij de man
 Verlies mineralengehalte door afname spier- en botmassa




4. Kan de definitie, risicofactoren, symptomen, onderzoeken en behandeling uitleggen bij cystitis,
glomerulonefritis, pyelonefritis en nierstenen MB HC 11.2+ KL 11.2

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mawerken. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.43. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

79373 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.43  41x  sold
  • (7)
  Add to cart