100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Juridische gereedschapskist (eindcijfer 9) $4.29
Add to cart

Summary

Samenvatting Juridische gereedschapskist (eindcijfer 9)

1 review
 50 views  3 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting Juridische gereedschapskist Eindcijfer Tentamen: 9

Preview 3 out of 18  pages

  • No
  • H1 paragraaf 1,2,3,4,6 en 7, h2 paragraaf 1,2,3, h3 paragraaf 1,2,3,4 h4 afdeling 1, afdeling 2, afd
  • June 29, 2020
  • 18
  • 2019/2020
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: Nimayre • 1 year ago

avatar-seller
Inleiding in het Nederlandse Recht samenvatting.
Hoofdstuk 1.
Paragraaf 1

De mens is een uniek en onvervangbaar wezen wat in contact leeft met zijn medemensen.

Het recht is een mechanisme wat conflicten tussen mensen kan voorkomen of eventueel beslechten
(oplossen/uitspraak doen).

Rechtsregels: hebben als doel om menselijke gedragingen te ordenen en daarmee ook te
uniformeren, doordat ze voor iedereen gelijkelijk van kracht zijn.

- Bevatten bevoegdheden en verplichtingen
- De inhoud van de meeste rechtsregels vloeit voort uit algemeen aanvaarde opvattingen over
goed en kwaad en uit de behoefte aan een doelmatige ordening van de maatschappij.
Gerechtigheid bevorderen is heel belangrijk (eerlijkheid). Doelmatigheid speelt ook een rol.
 Bij verbod op diefstal staat gerechtigheid voorop, en bij voorrang verlenen aan rechts
doelmatig ordenen.

Het recht (geheel van geldende rechtsregels) bestaat dus grotendeels uit een verzameling van regels
die betrekking hebben op het handelen van mensen als leden van de samenleving en op de
organisatie van die samenleving.

De tweede functie van het recht is de rechtsregels handhaven. Dit gebeurt door geschilbeslechting.

Paragraaf 2

Positief recht: ander woord voor recht, alle rechtsregels die op dit moment in Nederland gelden.

 Fatsoensregels en voorschriften die uit de moraal of de godsdienst voortvloeien gelden
niet bij het positief recht. (Respect voor andermans geloof, deur openen als iemand
aanbelt.)
 Rechtsregels die nog niet zijn ingevoerd of die zijn afgeschaft horen daar ook niet bij.

Objectief recht: de regels van het objectieve recht ordenen de verhoudingen tussen personen door
aan hen bevoegdheden en verplichtingen toe te kennen. (Geen doel op zichzelf) een voorbeeld:
iedereen heeft recht op 20 vakantiedagen

Subjectief recht: Ook wel de bevoegdheid die iemand in een concreet geval aan een regel van
subjectief recht ontleend. (Vb.: ik heb 20 vakantiedagen maar Jan maar 15, of Mevrouw Jansen die
recht heeft op haar 200 euro omdat ze haar fiets heeft verkocht.)

De samenhang: iedere individuele bevoegdheid die iemand jegens een ander of jegens alle anderen
kan doen gelden, moet altijd beruste op een algemene regel.

Law: algemene regel  objectief recht

Right: individuele bevoegdheid  subjectief recht.

,Rechtsbronnen: bronnen waaruit het geldend recht als het ware voortvloeit. Het gaat om de vorm
waarin rechtsregels zich voordoen, niet de inhoud.

1. De wet
 Elke algemeen geldende geschreven rechtsregel die afkomstig is van een tot wetgeving
bevoegd overheidsorgaan.
2. De jurisprudentie (de rechtspraak)
 Uitspraken van rechters. Een rechter mag zelf een regel maken of formuleren (niet in
tegenstrijd tot andere wetten)
3. De gewoonte
 Kunnen regels zijn die niet in de wet zijn vastgelegd maar wel als bindende rechtsregels
worden beschouwd. Een rechter kan deze toepassen in een geschil.
4. Verdragen en sommige besluiten van volkenrechtelijke organisaties.



Paragraaf 3

Soevereiniteit: Bevoegdheid van elk land om zelf in te delen hoe het recht in dat land wordt ingedeeld
en onderhouden.

- Naar buiten; ze bepalen zelf welke macht van buitenaf hun beïnvloed.
- Naar binnen: de overheid in elk land heeft de bevoegdheid tot bezit van wetgeving, bestuur en
rechtspraak. (Het Nederlandse recht geldt alleen in Nederland, maar het internationale recht
geldt in Nederland, maar ook in Brazilië ect.)

Kortheidshalve internationaal recht: Naast het nationale recht geldt binnen staten ook het recht van
internationale oorsprong.

Paragraaf 4

Materieel recht: betreft de inhoud van de rechten en plichten.

Formeel recht: ook wel procesrecht. Heeft betrekking op de handhaving van regels van materieel recht
in procedures voor de rechter.

Het formeel strafrecht heet het strafprocesrecht.

Privaatrecht = civielrecht = burgerlijk recht

Paragraaf 6

Publiekrecht: Bevat de regels over de inrichting van de staat de bevoegdheden van zijn organen en de
uitvoering van exclusief aan de overheid opgedragen taken. (Staatsrecht, bestuursrecht, strafrecht en
het volkenrecht) (verticaal)

Privaatrecht: burgers   Burgers (horizontaal)

- De overheid kan ook privaat optreden, bijvoorbeeld als zij computers kopen, zij zijn dan ook
‘burger’. Er is geen reden om de overheid hier anders in te behandelen.
- Er is een osmose tussen het publiek en privaatrecht: het mengt zich tussendoor wel eens, er
is niet een goede duidelijke scheiding.

3 opvattingen over publiekprivaatrecht

- Verticaal horizontaal
- Overheid als burger optreden
- Verschil in beschermende verlangen: bij publiekrecht gaat het om regels die het algemeen
belang direct of indirect tot onderwerp hebben. Bij het privaatrecht staat het belang van de
individuele burger centraal.

, Privatisering: enkele traditionele overheidstaken zijn overgeheveld naar privaatrechtelijke organisaties.
O.a.: vervoer, energie, gezondheidszorg. Zo is het publiekrecht kleiner geworden, en het privaatrecht
groter.

Paragraaf 7

Men kan het recht ook anders indelen. Daarbij wordt het recht niet volgens de rechtsgebieden
benoemd en gerubriceerd, maar naar één of enkele samenhangende facetten van het
maatschappelijk leven waarop die regels betrekking hebben.

- Zo ontstaan specialisaties zoals agrarisch recht, milieurecht, jeugdrecht, luchtrecht ect.

Jurisprudentie hoort tot het ongeschreven recht.

Precedentwerking: rechters die hun uitspraak baseren op eerdere rechterlijke uitspraken in
soortgelijke gevallen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller noemigroeneveld. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.29. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.29  3x  sold
  • (1)
Add to cart
Added