Hoofdstuk 1 Wat is het Oude Testament en waarom zou
je het bestuderen?
Canon: Wat is de Bijbel?
De Bijbel is een verzameling van zesenzestig boeken: 39 OT en 27 NT.
Er is niet altijd overeenstemming geweest over de vraag welke boeken precies
in de Bijbel thuishoren: Zo zijn er de apocriefe boeken. Daarom is er de canon.
Hebreeuws: qaneh en Grieks: kanon wijzen beiden een rietstengel of maatstok
aan. Ze kan dienen als standaardmaat dus zo was de Bijbelse canon een
standaard voor geloof en levenspraktijk.
Langzamerhand ontstonden er criteria voor de canoniciteit:
1. Het moet geschreven zijn door een profeet of een persoon met
profetische gaven. Anders kunnen ze Gods wil onmogelijk kennen.
2. Het moet geschreven zijn voor alle generaties. Gods boodschap kan niet
exclusief voor één generatie bestemt zijn.
3. Het moet geschreven zijn in overeenstemming met voorgaande
openbaringen. Het kan niet zo zijn dat boodschappen elkaar tegenspreken.
Toch heerste er ondanks deze criteria nog enige onzekerheid onder het volk.
Op bepaalde gelegenheden kwamen joodse leiders bijeen om deze kwesties te
behandelen. Zo ook in de eerste eeuw na Chr. in Jamnia.
Jamnia is een leerschool. Geleerden debatteren er nog over wat zich precies
afspeelde daar, maar ze zijn het er over een dat de leerschool niet heeft
vastgesteld welke boeken er wel of niet behoorden tot het OT. Waarschijnlijk
hebben ze de boeken wel officieel bevestigd.
Het Hebreeuwse en Christelijke OT bevatten dezelfde boeken, alleen op een
verschillende volgorde.
Inspiratie: Hoe werd de Bijbel geschreven?
Hoe inspireerde Gods Geest de menselijke auteurs bij het schrijven van de
heilige geschriften? Welke rol hadden de bijbelschrijvers? Hier volgen de vier
meest gangbare theorieën:
1. De neo-orthodoxe theorie van Karl Barth en Emil Brünner. Zij stelden dat
God volkomen transcendent is en daarom kunnen we alleen iets van
Hem begrijpen als Hij zich aan ons openbaart, zoals Hij deed in JC. Een
belangrijk verschil met de evangelische richting is dat de laatste stelt dat de
Bijbel het Woord van God is, terwijl de neo-orthodoxie beweert dat de Bijbel
getuigt van het Woord van God.
Evaluatie: De Bijbel is meer dan een getuige van God. Het is Gods Woord.
2. De dictaattheorie. Deze suggereert dat de God de Bijbel eenvoudig weg
dicteerde aan menselijke schrijvers.
Evaluatie: Het is waar dat de Schrift soms suggereert dat God een precieze
woord- voor-woord-boodschap aan bepaalde schrijvers heeft doorgegeven.
,Maar in andere situaties stond Hij toe dat schrijvers hun eigen persoonlijkheid
in hun geschriften leggen.
3. De beperkte-inspiratietheorie. Dit houdt in dat God het denken van de
bijbelschrijvers inspireerde, maar niet noodzakelijkerwijs ook de woorden
die ze gebruikten. God leidde de auteurs bij het schrijven, maar gaf hun de
vrijheid en daardoor kunnen de historische details in hun geschriften
fouten bezitten. De HG garandeerde echter dat de leerstellige gedeelten
in de Schrift foutloos waren, dus was Gods boodschap van verlossing
gewaarborgd.
Evaluatie: Is de beste oplossing er aan toe te geven dat er fouten in de
Bijbel staan?!
4. De theorie van de volledige, woordelijke inspiratie. De HG werkte samen
met de Bijbelschrijvers aan het produceren van de Bijbel. ‘Volledige
inspiratie’ wil zeggen dat de goddelijk inspiratie zich uitstrekt over heel de
Schrift. ‘Woordelijke inspiratie’ betekend dat ook de woorden die de
schrijver gebruikte goddelijk geïnspireerd zijn. Het verschil met
dictaattheorie is dat God de vrijheid gaf hun persoonlijkheid mee te laten
spreken.
Evaluatie: Dit lijkt het meeste recht te doen aan de Bijbelse opvattingen
over
inspiratie.
De leer van de volledige, woordelijke inspiratie is van grote betekenis voor
christenen in onze tijd. Ten eerste omdat deze leer zegt dat we eropaan
kunnen dat de Bijbel betrouwbare informatie geeft. En in de tweede plaats
omdat de Bijbel Gods Woord is spreekt hij met goddelijk gezag.
Overdracht van de tekst: Hoe kregen we de Bijbel?
Kopiisten schreven Gods Woord handmatig over en daarbij besteedden ze veel
zorg aan accurate overdracht.
Betrouwbare overdracht van accurate informatie was in de oudheid van groot
belang. Fouten konden ernstige politieke, economische of andere gevolgen
hebben. De kopiisten geloofden dat ze Gods woorden overschreven, dus
daarom besteedden ze er extra tijd en zorg aan. Een van de belangrijkste
groepen waren de masoreten.
De masoreten kregen hun naam van de masora, een ingewikkeld systeem dat
ze ontwikkelden om hun doel te bereiken. Ze namen daarin drie stappen:
-Ten eerste ontwikkelden ze een systeem voor het schrijven van klinkers.
Dit om de mondelinge overdracht vast te leggen in geschreven vorm.
-Ten tweede ontwierpen ze een systeem van accenten in de Hebreeuwse
tekst. Deze helpen de lezers bij de uitspraak.
-Ten derden ontwikkelden de masoreten en systeem van gedetailleerde
noten. Deze maken het mogelijk om te controleren of de tekst accuraat
gekopieerd is.
Het Hebreeuwse woord voor kopiist is teller en de masoreten telden elk woord
van de tekst.
Het OT is grotendeels oorspronkelijk Hebreeuws. Daarnaast ook Aramaees.
Beiden zijn Semitische talen. De belangrijkste exemplaren die we qua teksten
,hebben zijn de Masoretische tekst, de Samaritaanse Pentateuch en de Dode
Zeerollen.
1. De Masoretische tekst is geschreven door de masoreten en de meest
betrouwbare Hebreeuwse tekst die we bezitten.
2. De Samaritaanse Pentateuch bevat alleen de eerste vijf boeken van
Mozes. De joden beschouwden de Samaritanen als minderwaardige
halfbloeden die hun geloof hadden afgezworen door gemengde huwelijken
te sluiten met vreemdelingen. De Samaritaanse Pentateuch is zodanig
bewerkt dat deze tegenstellingen zichtbaar zijn. De tekst is daardoor
een vroege getuige van de wijze waarop de Samaritanen de Pentateuch
interpreteerden. Hij is dus niet erg betrouwbaar.
3. De Dode Zeerollen geven veel informatie over de gemeenschap van
Quram, de plaats waar de rollen werden gevonden.
Andere vertalingen zijn:
-De Septuaginta: Een Griekse vertalingen van het OT. De naam komt van
het feit dat er 72 geleerden vertaald hebben. Het geeft een
belangwekkende, vroege interpretatie van de tekst van het OT. Maar de
Pentateuch is zorgvuldiger vertaald dan de rest.
-Aramese Targums: Een verzameling van geschriften gebaseerd op de
tekst van het OT. Ze ontstonden in een tijd toen veel joden het Aramees
beter verstonden dan het Hebreeuws. Geen betrouwbare weergave van het
OT, want er zijn vrije toevoegingen, maar ze werpen wel een licht op de
vroegste joodse interpretaties.
Hermeneutiek: Hoe interpreteren we de Bijbel?
Er volgen enkele belangrijke richtlijnen voor het interpreteren van de Bijbel:
-Gebruik de grammaticaal-historische methode: Deze probeert de basale
‘gezonde verstand’ betekenis van een bijbelpassage te vinden door
standaardregels van grammatica en zinsbouw toe te passen.
-Begrijp de context. Context heeft betrekking op de woorden en zinnen
rondom een woord of uitdrukking die ons helpen de betekenis van dat
woord of die uitdrukking te begrijpen. Er zijn drie soorten context.
1. Onmiddellijke context: zinnen in de onmiddellijke omgeving van
de woorden en uitdrukkingen die men probeert te begrijpen.
2. De verder verwijderde context: De omringende hoofdstukken in
de Bijbel en verder.
3. De historische context: de situatie waarin de schrijver een
bepaalde passage schreef.
-Bepaal het literaire genre. Een onderzoeker moet voor alle genres in de
bijbel enigszins verschillende uitgangspunten hanteren.
-Interpreteer beeldspraak. We bedoelen uitdrukkingen niet letterlijk, maar
deze beeldspraak geeft de werkelijkheid door op een symbolische wijze.
-Laat de Schrift de Schrift uitleggen. Misschien heeft een gedeelte twee
mogelijke betekenissen of lijkt het een ander bijbelgedeelte tegen te
spreken. We moeten dan een ander bijbeltekst opzoeken om licht op de
situatie te werpen.
-Ontdek hoe de tekst kan worden toegepast in deze tijd. De auteur schreef
oorspronkelijk voor een bepaald publiek, maar als de boodschap werkelijk
, Gods Woord is dan moet hij voor alle generaties gelden. Deze stap is het
moeilijkst, maar ook het meest cruciale.
Hoofdstuk 2 Waar en wanneer vonden de
gebeurtenissen van het Oude Testament plaats?
Waar vonden de gebeurtenissen van het OT plaats?
In het NT openbaart God zich door incarnatie: Jezus wordt mens. Gods
openbaring in het OT heef ook het karakter van incarnatie. Hij openbaarde zich
in bepaalde tijden op bepaalde plaatsen aan een bepaalde groep mensen, de
Israëlieten.
Israël in de Oudheid was een onderdeel van het Oude Nabije Oosten. Dit staat
nu bij ons bekend als het Midden-Oosten. Zie kaartje op bladzijde 37 voor
duidelijkheid.
Israël lag was door zijn ligging strategisch van groot belang in de hele periode
van de Oudheid, ook al was het kleiner dan buurlanden. Het was een brug
tussen Azië, Afrika en Europa. Israëls ligging op het kruispunt van culturen had
twee belangrijke gevolgen:
1. Veel naties en koninkrijken wilden Israël overheersen of in elk geval
toegang hebben tot het grondgebied voor de handel en transport naar
andere delen van de wereld.
2. Veel vreemde culturele invloeden overspoelden Israël.
Het Oude Nabije Oosten bevat drie geografische deelgebieden die verboden
zijn door een boog vruchtbare grond: ‘Vruchtbare Halvemaan’. De drie
gebieden zijn:
Mesopotamië.
De uitgestrekte landstreek tussen de Eufraat en de Tigris.
Het grondgebied is zeer gevarieerd. Van bergen tot woestijn. Gevaren van
overstromingen tot droogte. En er waren geen natuurlijk barrières om
vijandelijke invallers tegen te houden.
Ondanks alle gevaren werd er toch een goed leven geboden aan degene die er
woonden. Vooral in het zuiden was dat het geval, want de rivieren konden
gebruikt worden voor irrigatie en handel.
Wetenschappers zeggen dat de beschaving is begonnen in de noordelijke
gebergtes in het neolithisch tijdperk, 7000 v. Chr.
3100 v. Chr. vonden de Sumeriërs in zuid-Mesopotamië het schift uit. Het
spijkerschrift. Er werd geschreven in klei, wat makkelijk te vinden was bij de
rivieren, en na het schrijven werd het gebakken. Cuneiform-tabletten.
Heel de oudheid door werd Mesopotamië overspoeld door een groot aantal
volken en evenzoveel wisselingen van de macht. Eerst de Sumeriërs, daarna
veel verschillende Semieten.
De twee belangrijkste groepen in Mesopotamië zijn de Babyloniërs in het
zuiden en de Assyriërs in het noorden.
Egypte.
Egypte lijkt van het ene op het andere moment de overgang van het
neolithisch tijdperk naar een stadscultuur gemaakt te hebben. Dit kan
waarschijnlijk toegeschreven worden aan Mesopotamische invloeden in het
stroomgebied van de Nijl.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jonandekker. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.91. You're not tied to anything after your purchase.