Stridor
Inspiratoire stridor: obstructie in de hogere luchtweg
Expiratoire stridor: obstructie in de lage luchtweg
Wanneer een patiënt zichtbaar benauwd of een hoorbare inademing heeft spreek je van een stridor.
Dit treedt op wanneer meer dan 2/3 van de luchtweg is vernauwd.
Deze vernauwing kan ontstaan door pathologie (tumor) of door een afwijkende anatomie door
bijvoorbeeld; terugwijkende kin, forse overbeet, forse obesitas, eerdere operaties of bestraling in dat
gebied moeilijke luchtweg
De vernauwing geeft een kans op een lastigere intubatie procedure.
Moeilijke luchtweg
Kapbeademing moeilijk
MOANS; Mask seal, Obesitas/Obstructie, Age>55, No teeth, Stiff
Intubatie moeilijk
LEMON;
- Let op buitenkant; baard, grote tong, lange tanden, korte nek etc.
- Evalueer de 332 regel; mandibulaire ruimte 3 vingers breed
Mondopening minstens 3 cm
Afstand larynx tot tong 2 vingers
- Mallampati-test; Graad 1 en 2 geen moeilijke intubatie te verwachten
Graad 3 verwacht een moeilijke intubatie
Graad 4 mislukte intubatie > 10% kans
- Obstructie; stridor, slikproblemen
- Nekmobiliteit; obesitas, bestraling, ziekte van Bechterew (verkromming wervels), artritus
Laryngospasme
Ontstaat door een sterkte pijnprikkel/ peritoneum prikkeling of door sterke prikkel bij de
stembanden (bloed/ slijm op de stembanden of detubatie) waarbij de patiënt niet genoeg
anesthesiediepte heeft.
De stembanden verkeren in een kramptoestand waarbij er geen tot weinig lucht de trachea in en uit
kan inspiratoire stridor.
Het gevolg hiervan is dat er geen ventilatie in de longen plaatsvindt en er sprake is van hypoxie en
hypercapnie, tachycardie, hypertensie, cyanose en tevens ontstaan er hoge beademingsdrukken.
Een laryngospasme kan verholpen worden door de pijnprikkel te verhelpen (stop operateur) en de
anesthesiediepte te verhogen en starten met pijnstilling.
Ondertussen 100% zuurstof voor optimale zuurstoftoevoer daar waar mogelijk is.
Bronchospasme
Krampachtige samentrekking rond de bronchioli glad spierweefselexpiratoire stridor.
Onvoldoende lucht kan de alveoli bereiken waardoor er geen ventilatie in de longen plaatsvindt en er
sprake is van hoge beademingsdrukken.
Symptomen zijn hypoxie, tachycardie, hypertensie, cyanose en hoge beademingsdrukken.
,Een bronchospasme ontstaat door;
- Aspiratie van maaginhoud
- Pijnprikkels bij onvoldoende anesthesiediepte
- Onderdeel van allergische reactie
Een bronchospasme gaat niet vanzelf over en moet behandeld worden met medicamenten (bijv.
ventolin, corticosteroiden).
Benauwde patiënt stappenplan
- Zuurstof! + corticosteroïden
- Kap beademing.
- Team overleg, maken stappenplan
- Eerst normale intubatiepoging
- Lukt dit niet; starre scoop? Flexibel? Cricotomie? Tracheotomie?
Les 4 Preoperatieve screening preoperatieve medicatie
Bètablokkers
Bètablokkers worden vaak voorgeschreven voor de behandeling van o.a. hypertensie,
hartfalen en preventie van ritmestoornissen en myocardinfarcten.
De werking van bètablokkers heeft te maken met het vrijkomen van stresshormonen bij
inspanning of emotie. Het lichaam maakt 3 stresshormonen: adrenaline, noradrenaline en
cortisol. De stresshormonen werken via de zogenaamde bèta-receptoren.
Bètablokkers blokkeren de werking van deze bèta-receptoren. Hierdoor kunnen
stresshormonen hun werk niet meer doen. Dit verlaagt de hartslag en er wordt minder bloed
rondgepompt. Het hart heeft daardoor minder zuurstof nodig om goed te functioneren.
Aangetoond is dat peroperatief starten van bètablokkers de kans op het krijgen van een
hartinfarct rond de operatie verkleint.
Patiënten die zijn ingesteld op bètablokkers dienen altijd deze door te gebruiken rondom de
operatie, het stoppen leidt tot een zogenoemd ‘rebound’-effect en verhoogt juist de kans op
perioperatieve cardiale complicaties.
ECG
Registreert de elektrische activiteit van het hart.
In de sinusknoop begint de elektrische prikkel die zich verspreid over beide atria en deze tot
contractie aanzet (p-top). De elektrische prikkel bereikt de AV knoop waar een vertraging van
1/10 seconde optreed. Vervolgens gaat de prikkel door de bundel van his en de linker en
rechterbundeltak naar de purkinjevezels. De purkinjevezels verspreid de prikkel over beide
ventrikels (QRScomplex). Hierna ontstaat een brede T top waarin het hart repolariseerd, rust
fase van het hart.
Een preoperatief ECD dient alleen op indicatie gemaakt te worden; zoals hartfalen, angina
pectoris (pijn op de borst), nieuwe ritmestoornissen bij lichamelijk onderzoek (hartgeruis), of
patiënten ouder dan 60 jaar.
COPD
Chronische longziekten die wordt gekenmerkt door een toegenomen luchtweerstand of
uitademingsstoornis door vernauwing van de luchtwegen, bij emfyseem of chronische
bronchitis.
Veel van deze patiënten zijn al bij geringe inspanning kortademig en vertonen snel tekenen
van hypoxemie en/of hypercarbie.
De ernst van de COPD kan worden aangeduid middels de GOLD-classificatie (1: mild COPD –
4: zeer ernstig COPD).
, Emfyseem wordt gekenmerkt door een verlies van elasticiteit van het longweefsel, waardoor
de broncholi niet open blijven staan tijdens de expiratie en de lucht er niet meer uit kan
stromen. Dit wordt airway collaps genoemd, met als gevolg air-trapping.
Bij chronische bronchitis zijn de luchtwegen vernauwd door gezwollen slijmvliezen en
overmatige slijmproductie door de chronische ontstekingsreactie.
Farmacokinetiek
Beschrijft de processen die een geneesmiddel ondergaat in het lichaam, deze processen zijn
absorptie, distributie en eliminatie.
Absorptie: route die een geneesmiddel aflegt vanaf de plaats van toediening tot aan de
opname in de bloedsomloop. toediening via oraal, anaal, sublinguaal, transdermaal,
inhalatie, intraveneus
Distributie: De mate waarin het middel zich over de verschillende weefsels verdeeld is het
verdelingsvolume. Een geneesmiddel bind zich aan plasma-eiwitten, het deel dat zich niet
bind is de vrije fractie en het werkzame deel. Het verdelingsvolume is afhankelijk van:
o Vrije fractie: het deel van het medicijn dat los in het bloed zit, hoe hoger dit is hoe
beter het medicijn werkt. Als de medicijnen sterk aan eiwitten binden is er een lage
fractie en dus een laag distributie volume.
o Ionisatie graad: als de zuurtegraad van een medicijn hetzelfde is als de pH in het
lichaam werkt het medicijn het beste. je hebt dan net zoveel geïoniseerde als on
geïoniseerde moleculen.
o Lipofiliteit: geneesmiddelen die makkelijk oplosbaar zijn in vet heb een groter
verdelingsvolume
o Molecuulgrootte: grote moleculen hebben een kleiner verdelingsvolume doordat ze
moeilijke diffunderen
o Weefseleigenschappen
Uitscheiding van medicatie (eliminatie):
Metabolisering: het veranderen van de moleculaire structuur van het geneesmiddel
zodat het mogelijk is het medicijn uit te scheiden, gebeurt via:
Hydrolyse: binding aan water
Oxidatie: binding zuurstof
Glucuronidering: binding glucose
Pseudocholineesterase: enzym dat medicatie afbreekt
Hofmann eliminatie: spontaan uiteenvallen van moleculen
Klaring: uit de bloedbaan verwijderen van het geneesmiddel (nieren en lever)
Eliminatiehalfwaardetijd: tijd voor een medicijn om voor 50% uitgescheiden te
worden
Les 5 Pijn vrij (Locoregionale technieken)
Locoregionale anesthesietechnieken van de bovenste extremiteit:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Paulien21. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.