Hierbij een uitgebreide samenvatting van alle hoorcolleges van Farmacokinetiek en Farmacodynamiek. Er is een duidelijke verdeling van de verschillende onderwerpen.
Farmacokinetiek (PK)= wat er met een geneesmiddel gebeurt zodra het in het lichaam komt. Er zijn grofweg
twee manieren waarop dit kan:
1. Direct in het bloed.
2. Indirect in het bloed, dus bijv. oraal via de spijsvertering.
De farmacokinetiek beschrijft dus het proces van het moment van toediening tot uitscheiding van een
geneesmiddel:
1. Absorptie
2. Distributie
3. Eliminatie (metabolisme en excretie)
Geneesmiddelen gebonden aan eiwitten in het bloed verliezen meestal hun werking.
Farmacodynamiek (PD): wat er gebeurt op de plaats van bestemming, dus het effect in de tijd.
Absorptie = de transport van het onveranderde geneesmiddel van de toedieningsplaats naar de plaats van
metingen (meestal in plasma/bloed).
Dispositie = alle processen die na de absorptie plaatsvinden.
Distributie = het omkeerbare transport van het geneesmiddel naar en van de plaats van metingen. Dit
is dus de verdeling tussen bloed en bijv. weefsels.
Eliminatie = het onomkeerbare verlies van het geneesmiddel door
o Metabolisme = biotransformatie van het geneesmiddel. De metabolieten worden verwijderd
uit het lichaam. Meestal door nieren.
o Excretie = verlies van onveranderde geneesmiddel van het lichaam. Meestal door lever.
Massa balans van het geneesmiddel: in de grafiek is het totaal altijd 100%
,Fysiologische variabelen:
Stroming van het bloed
Eiwitbinding
Nierfunctie
Leverfunctie
Primaire PK parameters: zijn direct gelinkt aan lichaamsprocessen, maar je kan ze niet direct uit je lichaam
meten. Alleen via concentratie-tijd data uit grafieken.
Distributievolume
Klaring
Secundaire PK parameters: kun je aflezen of berekenen uit grafieken. De waarde van de secundaire PK
parameters hangen af van de primaire PK parameters.
Hoeveelheid geneesmiddel∈het lichaam A b
Distributievolume= =
Plasmaconcentratie van het geneesmiddel C p
Om de hoeveelheid van het geneesmiddel in het lichaam te bepalen, moet je kijken naar t = 0. Want op t = 0, is
Ab = dosis. Dus het distributievolume is ook te bepalen door:
Dosis
V=
C 0p
De plasmaconcentratie Cp na toediening van een geneesmiddel is een functie van de dosis en van de
verdeling van het geneesmiddel in weefsels in de tijd.
V is het plasmavolume bij Cp dat je zou hebben om de hoeveelheid stof in het lichaam A b te bevatten.
Het is een rekenkundig volume, dus niet altijd fysiologisch volgens totale hoeveelheid plasma of
extracellulaire of totale hoeveelheid water in lichaam.
, Een geneesmiddel kan binden aan eiwitten in het plasma of zich verdelen in weefsels. Deze distributie
hangt af van de eigenschappen van het geneesmiddel.
Factoren die ervoor zorgen dat het distributievolume kan verschillen:
1. Plasma-eiwitbinding.
2. Verdeling en ophoping in weefsels.
Hoe groter de ongebonden fractie in het bloed, hoe groter
het distributievolume.
KLARING EN ELIMINATIE
Klaring (clearance) = een vast volume bloed dat per tijdseenheid volledig wordt ontdaan van de stof. Deze is
dus onafhankelijk van de concentratie in plasma Cp.
Eenheid = volume/tijd
Afname van de concentratie in het bloed is exponentieel van de eerste orde.
o De afname van Cp is elke keer minder, want omdat er geneesmiddel uit het lichaam verdwijnt,
kan daarna per tijdseenheid minder geneesmiddel worden verwijderd. De fractie is echter
constant, bijvoorbeeld elk uur 50%.
Nulde orde eliminatie = de hoeveelheid van het geneesmiddel dat wordt geëlimineerd per tijdseenheid is
constant. Een voorbeeld is EtOH. De afname in de plasmaconcentratie is lineair.
Eerste orde eliminatie = de hoeveelheid geneesmiddel die wordt geëlimineerd per tijdseenheid is evenredig
met de plasmaconcentratie. Het is een exponentiele afname. Op een logaritmische schaal is dit een rechte lijn.
dA b
dt
Klaring=
Cp
, dA b
Eliminatie snelheid = = de hoeveelheid geneesmiddel die per tijdseenheid wordt geëlimineerd,
dt
wordt steeds kleiner in de tijd.
Plasmaconcentratie op tijd t = Cp
dA b
Eliminatie snelheid = =klaring∗C p
dt
Eerste orde kinetiek de eliminatie is evenredig met de plasmaconcentratie, want de eliminatie hangt samen
met de klaring. Bij meer geneesmiddel per volume is de eliminatiesnelheid hoger.
Eliminatie snelheidsconstante k = de fractie die uit het lichaam wordt geëlimineerd per tijdseenheid.
eliminatiesnelheid
k=
Ab
De eenheid is tijd-1
MICHAELIS-MENTEN KINETIEK
Als je de eliminatiesnelheid tegen de concentratie uitzet krijg je:
Vmax = de maximale eliminatiesnelheid.
Michaelis-Menten Kinetiek geeft de helft van de V max.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fleurvdende. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.