100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Inholland Algemene Economie H14 $3.26   Add to cart

Summary

Samenvatting Inholland Algemene Economie H14

1 review
 12 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Algemene economie en bedrijfsomgeving Samenvatting Inholland Algemene Economie H14. Let op dus alleen H14 en niet de rest van het boek.

Preview 4 out of 14  pages

  • No
  • H14
  • July 1, 2020
  • 14
  • 2019/2020
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: lukeschagen • 1 year ago

avatar-seller
Algemene economie Hoofdstuk 14.1 samenvatting
Bbp kan toenemen, omdat

- De hoeveelheid van de productiefactoren van jaar tot jaar toeneemt
- De productiviteit van de productiefactoren van jaar tot jaar toeneemt
- Stijgt ongeveer met 1%, maar kan minder, negatief of meer zijn

Conjunctuur = de min of meer regelmatige golfbeweging van de bestedingen en de productie
rondom de productiecapaciteit

- Periode met hoge en lage groei wisselen elkaar met een zekere regelmaat af

De conjunctuur heeft een grote invloed op:

- de overheidsfinanciën
- de resultaten van veel ondernemingen
- de werkgelegenheid, en daarmee ook;
- het inkomen van veel gezinnen

Verschillende soorten conjunctuurgolven zijn:

- Kondratieff (‘lange golf’)
o Belangrijkste oorzaak:
 Grote product- en procesinnovaties
 Grote doorbraken in de technologie
 Door bijv. Industriële Revolutie, ICT
o Duur van de cyclus:
 47-57 jaar
o De toepassingen van zo’n nieuwe technologie stimuleert:
 Investeringen, productiviteit en de economische groei
o Kondratieff is door zijn lange duur van ondergeschikt belang voor de dagelijkse
gang van zaken in het bedrijfsleven
 Wanneer bedrijven of de pers over de conjunctuur praten, bedoelen ze
meestal de Kitchin of de Juglar
 Omdat zij vooral afhangen van het investeringsgedrag van
ondernemingen
- Juglar
o Belangrijkste oorzaak:
 Investeringen in vaste activa
o Duur van de cyclus:
 7-11 jaar
- Kitchin
o Belangrijkste oorzaak:
 Voorraadinvesteringen
 Deze investeringen kunnen snel worden aangepast aan de
afzetverwachtingen
 Bij een lage afzetverwachtingen
o Kan de voorraad verminderd worden

, o
Kan het vermogen dat daaruit vrijkomt, gebruikt worden
voor andere doeleinden
o Voorraadinvesteringen dalen met als gevolg:
 Een lager niveau van de bestedingen
 Een lager niveau van de productie
 Bij een hoge afzetverwachting
o Voorraden aanvullen
o Productie en inkopen verhogen
o Hoger niveau van de economische activiteit in de hele
economie
o Duur van de cyclus:
 3-5 jaar

Fasen van de conjunctuurcyclus

- Trendlijn = gemiddelde groei van het bbp gedurende een hele conjunctuurgolf
o Op lange termijn zal de trendlijn samenvallen met de groei van de
productiecapaciteit
- Het feitelijke niveau van de bestedingen en productie schommelt hieromheen
- Overbesteding
o Als de feitelijke productie de productiecapaciteit overtreft (groter dan de trend)
- Onderbesteding
o Als de productiecapaciteit de feitelijke productie overtreft (kleiner dan de trend)
3 fasen van de conjunctuurcyclus

- De opgaande fase
o Hoeveelheidconjunctuur
o Toenemende groei van bestedingen en productie
o Arbeidsproductiviteit neemt toe
 Want eerst willen bedrijven de extra productie opvangen met de mensen die
ze al hebben
o Vraag neemt toe, prijs blijft gelijk om overlopen naar concurrent te voorkomen
o Winsten nemen toe, omdat toename van de productie mogelijk is met bestaande
middelen
 Want tijdens de outgap is de productie < productiecapaciteit
 Hierdoor dalen de gemiddelde constante kosten
- Hoogconjunctuur
o Prijsconjunctuur
 In eindproducten, grondstoffen, lonen etc.
o De vraag naar goederen en diensten overtreft de productiecapaciteit, dus zullen
ondernemingen in staat zijn om hun prijs te verhogen
o Sfeer van optimisme en vertrouwen in de toekomst
 Consumptie en investeringen zijn dus van hoog niveau
 Vraag naar krediet stijgt, dus de rente stijgt
o Er wordt de basis gelegd in omslag
 Hoge vertrouwen  ondernemingen overschatten de markt  ze investeren
te veel productiecapaciteit neemt sterk toe  aanbod stijgt te snel 

, prijzen stijgen minder hard/dalen  loonkosten stijgen snel door gespannen
arbeidsmarkt  rendementen van de investeringen vallen tegen  er wordt
door bedrijven minder geïnvesteerd (ook door de stijgende rente)
 Omslag treft eerst de bedrijven met een marginaal rendement
 Hoog break-evenpunt
 Hoge afzet nodig om winst te maken, dus een kleine daling in de
afzet heeft al gevolgen
 In de conjuncturele neergang gaan een paar failliet
 Optimisme verandert in voorzichtigheid en pessimisme
- Neergang en laagconjunctuur (recessie)
o Bestedingen lopen terug, waardoor
 Inflatie, productie, werkgelegenheid en winstgevendheid dalen
o Ondernemersvertrouwen daalt  investeringen dalen
o Er is recessie
 Definitie die we gebruiken in dit boek: Groei van economie neemt af en
verandert waarschijnlijk in negatieve groei
 Officiële definitie: Wanneer het bbp twee kwartalen achter elkaar daalt
o Tijdens de recessie ontstaat er vanzelf de voorwaarden van een conjunctureel
herstel
 Voorraden zijn sterk gedaald  ondernemingen zullen ze aanvullen 
productie wordt gestimuleerd  er worden vervangingsinvesteringen
gedaan  kapitaalgoederenindustrie en de bouw krijgen een voorzichtige
bestedingsimpuls
 rente daalt, omdat de inflatie daalt en de vraag naar krediet wegzakt
 concurrentiepositie van exporteurs verbeteren naarmate lonen, prijzen en
rente dalen in de conjuncturele neergang

Positieve outgap

- De bestedingen en de productie overtreffen de productiecapaciteit
- Overbesteding
- Hoge groeicijfers van het bbp

Negatieve outgap

- de productiecapaciteit overtreft de bestedingen en de productie
- onderbesteding
- langzame groei van het bbp of negatieve groei van het bbp

Rol van de investeringen in de levenscyclus

- investeringen zijn spelen grote rol in de levenscyclus
- zij veroorzaken de omslag van laag naar hoogconjunctuur en omgekeerd
 dieptepunt: voorraden te laag en kapitaalgoederen te versleten
 dus bedrijven moeten wel investeringen doen om te kunnen blijven produceren
 ondernemingen zullen langzamerhand orders plaatsen
 bedrijven die basisgoederen produceren zullen dit als eerste merken
 langzamerhand neemt de bedrijvigheid toe en zullen zij ook bestellingen plaatsen
 er is nog productiecapaciteit over aan het begin
 winsten nemen toe, wanneer de afzet toeneemt

,  werknemers worden aangenomen
 consumptie neemt toe
 hele bedrijfsleven merkt dat de afzet toeneemt
 de grenzen van de productiecapaciteit worden benaderd
 investeringen nemen toe
 werkgelegenheid neemt verder toe
 winsten zijn hoog en bedrijven zijn liquide
 banken ondersteunen de overnamekoorts van ondernemingen
 liquiditeit neemt toe
 er ontstaan te hoge prijzen op de aandelen- en vastgoedmarkten
 dit leidt tot afname in het vertrouwen
 er ontstaan verkoopgolven
 dit leidt tot financiële crisis
 economische groei is nog steeds behoorlijk
 rendement in investeren is groter dan sparen bij de bank
 er wordt bij berekeningen van het rendement uitgegaan van hoge omzetten in de toekomst
 dit wordt versterkt door consumentenbestedingen in de hoogconjunctuur
 werkloosheid is gedaald en de lonen stijgen
 afzet wordt overschat
 consumentenbestedingen vallen tegen in de investeringen nemen af
 er moeten afschrijvingen worden gepleegd met geringe opbrengsten op de hoge
kapitaalgoederenvoorraad
 investeringen worden uitgesteld en de prijzen dalen om de overproductie te kunnen afzetten
 zij hebben alle middelen nodig om de bank af te lossen
 economie raakt over zijn hoogtepunt heen
 de economie komt in neergang tot de investeringen zijn afgeschreven
 de voorraden worden opnieuw aangevuld en er volgt een nieuwe opleving

Algemene economie Hoofdstuk 14.2 samenvatting
Conjunctuur van de EU
- Conjunctuur kan worden afgemeten aan de volumeveranderingen in het bbp
- Er zijn toppen en dieptepunten geweest
- Bij de dieptepunten komen afwisselende diepe en mindere diepe dalen voor
- In de praktijk heeft de conjunctuur een M-vormig verloop
o Van diep dal tot diep dal in 10 jaar door Juglar
o Minder diepe dal is de Kitchin
 Als de economie uit een diep dal komt, zullen ondernemers hun
voorraden aanvullen
 Dit is een stimulans voor productie
 Na verloop van tijd zijn de voorraden weer op voldoende niveau
gekomen en dalen de voorraadinvesteringen
 Dit is de oorzaak van een zeer tijdelijke dip in de groei
o Na een incident door een recessie herneemt de conjunctuur zijn 10-jarige
cyclus
Indicatoren

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller romypronk92. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.26. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62491 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.26
  • (1)
  Add to cart