100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Technische aspecten van events Hoofdstuk Beeld EPM2 KDG $4.81
Add to cart

Summary

Samenvatting Technische aspecten van events Hoofdstuk Beeld EPM2 KDG

 13 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Mijn aantekeningen uit de lessen de ppt's samengevat in 1 document voor het hoofdstuk 'Beeld/Video'. UITGEBREID UITGETYPT Docent: Gert Claes

Preview 4 out of 33  pages

  • July 2, 2020
  • 33
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
1


Event productie: Technische aspecten
Beeld
• Beeldregistratie: diafragma en sluiter
• Videobeelden
o Interlacing vs Progressive
o PAL vs NTSC
o Kleuren: Component vs Composiet
o Beeldaspect ratio
o Videoformaten (analoog en digitaal)
• AV productie
o Single cam
o Multicam
o Functies bij AV-producties
• Beeldweergave
o Projectie
o Led en plasma schermen + videowalls
o Daylightpixel screens
o Video mapping
o 3D
o Peppers ghost/ hologram
+ test Canvas

, 2


Beeldregistratie
= vastleggen van gereflecteerd licht
Bij beeldregistratie heb je voortdurend te maken met de hoeveelheid licht die er is. En
vooral met het verschil tussen donkere en lichte delen van het beeld dat we willen
vastleggen. Een ander woord voor dat verschil is het contrast.
Bij ons oog regelen wij de lichttoevoer door middel van de pupil, een gaatje dat groter en
kleiner kan worden. Camera’s zijn zo gebouwd dat er 2 (3) mogelijkheden zijn om de
lichttoevoer te regelen: het diafragma, sluitertijd, (filmgevoeligheid).
Diafragma
Aanduiding met het ‘f-getal. (Dit is de brandpuntafstand (f) gedeeld door de diameter van
het diafragma (D).) Hieruit volgt een F-schaal die de stappen beschrijft van het diafragma:
f/1 | f/1.4 | f/2 | f/2.8 | f/4 | f/5.6 | f/8 | f/11 | f/16 | f/22 | f/32 | f/45 | f/64
(hoe kleiner het getal hoe groter de lensopening)
Elke stap naar rechts (in de fotografie vaak uitgedrukt met
de term stop of ‘exposure value’ EV) betekent een
halvering van de hoeveelheid licht die op de sensor valt.
Elke stap naar links is een verdubbeling van de
hoeveelheid licht die op de sensor valt.


Diafragma bepaalt de scherptediepte in beeld:

, 3


Sluitertijd
Het diafragma zit bij de meeste camera's in de lens gebouwd, de sluiter bevindt zich in de
body. De tijdsduur waarmee het licht wordt binnengelaten kan worden ingesteld. Die
tijdsduur noemen we de sluitertijd. Het geeft de tijd aan dat de sluiter open staat.
8s -4s -2s -1 -1/2 -1/4 -1/8 -1/15 -1/30 -1/60 1/125 -1/250 -1/500 -1/1000 -1/2000-1/4000
Om een goed belichte opname te maken moet er dus een evenwicht worden gevonden
tussen sluitertijd, diafragma en filmgevoeligheid.
Klein diafragma (hoog getal) = langere sluitertijd
Groot diafragma (laag getal) = kortere sluitertijd


Sluitertijd en diafragma bepalen niet enkel hoeveel licht er
op de film valt, maar ook hoe het beeld eruit ziet.
Lange sluitertijd resulteert in beweging in het beeld:




Videobeelden
• Principe videobeelden
• Interlacing(i) vs Progressive(p)
• PAL (50Hz) vs NTSC (60Hz)
• Kleuren : Component vs Composiet
• Beeld aspect ratio
• Videoformaten


Principe videobeelden
We bekijken een aantal principes van videobeelden, hoe zijn videobeelden opgebouwd, hoe
worden ze opgenomen, hoe worden ze weergegeven, … dat moeten we eerst weten voor we
een aantal begrippen kunnen kaderen zoals interlacing, progressive, PAL, NTSC, enzovoort.

, 4


Principe videobeelden
Om videosignalen en videobeelden goed te
kunnen begrijpen moeten we eerst even
terug naar de allereerste televisietoestellen.
Deze zagen er doosvormig uit en hadden een
zekere diepte, dus die leken niets op de
flatscreens zoals we die tegenwoordig
kennen. Typisch aan die televisietoestellen
was dat die een grote beeldbuis hadden, die
niet plat was maar een stukje een
boloppervlak leek te hebben, dus gebogen.
Als we zo’n televisietoestel even schematisch bekijken in doorsnede, dan kunnen we zien
hoe dit werkte. Achteraan de beeldbuis stond er een elektronenkanon opgesteld. Aan dat
elektronenkanon werd een signaal aangesloten, het videosignaal, en in functie van dat
videosignaal vuurde dat elektronenkanon elektronen af. Een groter signaal dus een grotere
spanning wil zeggen meer elektronen, een kleiner signaal dus een kleinere spanning wil
zeggen minder elektronen uit dat elektronenkanon. Die elektronen verlaten dat
elektronenkanon en worden afgevuurd aan de binnenzijde van dat beeldscherm. Dat
beeldscherm was eigenlijk opgebouwd uit een soort glazen boloppervlak met aan de
binnenkant een fosforlaagje aangebracht. Als die elektronen invallen op dat fosforlaagje dan
gaat dat laagje kortstondig oplichten, wat je een beetje kan vergelijken met de chemische
substantie die is aangebracht op de wijzers van een uurwerk, als je het licht uitdoet blijven
die ook nog even nagloeien. Dus die elektronen vallen daarop in, veel elektronen wil zeggen
het fosfor licht helder op, weinig elektronen en dat fosfor gaat wat minder oplichten. Dan zie
je ook nog twee groene horizontale spoelen opgesteld staan, een soort elektromagneten. En
dan zie je nog twee rode verticale opgesteld en dat zijn ook elektromagneten. Aan de hand
van die 4 spoelen kunnen we die straal die dat elektronenkanon verlaat gaan afbuigen in de
twee richtingen, dus horizontaal of verticaal. Op die manier kunnen we ervoor zorgen dat we
die elektronenstraal lijn per lijn dat beeld laten beschrijven. Dus een lijn word geschreven,
de straal word even onderdrukt, volgende lijn word geschreven enzovoort. Dus met een
zaagtandspanning zowel aan die verticale als aan die horizontale spoelen, kunnen we lijn per
lijn dat beeld gaan beschrijven.
Zo werd een televisiebeeld opgebouwd maar er was een probleem: tegen dat die onderste
lijnen werden geschreven waren die bovenste lijnen alweer aan het vervagen, dus dat fosfor
lichtte niet lang genoeg op waardoor die bovenste lijnen dus alweer donkerder aan het
worden waren. En bijgevolg kregen we een beeld dat rolde in helderheid. Omdat op te
lossen is men gekomen bij een principe genaamd interlacing.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller benteheyrman35. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.81. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52355 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.81
  • (0)
Add to cart
Added