Belangrijke begrippen vooraf:
Beroepscode: beschrijft waarden en normen die binnen de beroepsgroep als belangrijk wordt gezien
en op basis waarvan professionals hun gedrag verantwoorden. De beroepscode geeft aan wat in
bepaalde morele situaties of bij bepaalde morele dilemma’s prioriteit krijgt (vb.
geheimhoudingsplicht).
Dialoogethiek: een wet of een regel die ontstaat door een dialoog of een debat waarin morele
overwegingen zijn meegewogen, kent een grotere democratische legitimatie dan een wet of regel die
is vastgesteld omdat het nu eenmaal zo hoort of omdat het nu eenmaal zo ooit is opgeschreven.
Ethiek: het systematisch nadenken over en reflecteren op het moreel handelen: waarom worden
bepaalde keuzes gemaakt en op basis van welke waarden?
Ethisch dilemma: berust op een conflict van waarden (kindermishandeling signaleren, conflict tussen
vertrouwelijk omgaan met privacy en niet lijdzaam toe zien als iemand schade wordt toegebracht).
Kenmerk; je moet een keuze maken, je kan niet niet kiezen en elk van de opties kent nadelen.
Moraal: geheel van opvattingen, beslissingen en handelingen waarmee mensen uitdrukken wat zij
behoorlijk vinden; eigenlijk gaat het hier om de optelsom van waarden.
Moreel beraad: geleide discussie over een ethische kwestie. Het gaat om de vraag, met welke
geldende (beroeps)waarden en normen we ons beroepsmatig handelen kunnen verantwoorden.
Norm: gedragsregel voor het juiste handelen. Positieve norm (gebod): ouders gehoorzamen.
Negatieve norm (verbod): je mag niet stelen.
Sociaal werker: een verzamelnaam voor de beroepsnamen maatschappelijk werker en
sociaalagogisch werker, inclusief jeugdzorgwerker die als maatschappelijk werker of sociaalagogisch
werker is opgeleid.
Waarde: opvattingen over wat we over het algemeen wenselijk vinden.
Moresprudentie: met voorbedachte rade, kundig en zorgvuldig onze wil en manier van doen bepalen
doordat na moreel beraad (discussie) de uitkomsten zijn vastgelegd.
,Hoofdstuk 1: herkennen van morele keuzes
Verschillende manieren waarop sociaal werkers naar een probleem kunnen kijken:
- Methodisch perspectief: welke methodiek is hier het beste?
- Empirisch perspectief: hoe valt de beslissing feitelijk uit?
- Ethisch perspectief: welke morele normen en waarden spelen in deze kwestie een rol?
Normatieve professionaliteit: in staat zijn moreel relevante situaties te herkennen en ervan te leren.
1.1 drie perspectieven: normatieve, cognitieve en subjectieve aspecten in het werk
Driewereldenmodel: bestaat uit 3 perspectieven; cognitief, normatief en subjectief. Ieder perspectief
brengt een ander deel van de werkelijkheid aan het licht.
Perspectief (wereld) Onderwerp Soort bewering Geldigheidsclaim
Cognitief Feiten Feitelijke bewering Waarheid
Subjectief Gevoelens Expressieve bewering waarachtigheid
Normatief (sociaal) Normen en waarden Normatieve bewering juistheid
1. Cognitief perspectief: vanuit dit oogpunt heb je alleen toegang tot de zintuigelijk
waarneembare wereld. Een oordeel of beleving van de gebeurtenis ontbreekt: je bent een
observator.
2. Subjectief perspectief: vanuit dit oogpunt gaat het om de beleving van het geobserveerde.
Het gaat om je innerlijk, je gevoel.
Theorie van de analogie: bij het inleven in de ander vergelijken wij het gedrag en de situatie van de
ander met dat van ons zelf, we zoeken naar vergelijkbare situaties.
3. Normatief perspectief: waardeoordelen over de werkelijkheid, normen en waarden
betrekken op de werkelijkheid zoals je die ervaart.
Beschrijvende of descriptieve ethiek: inventariseert uiteenlopende normen en waarden van
verschillende culturen.
Met iedere taalhouding doen we drie dingen: we zeggen niet alleen iets over de werkelijkheid, maar
geven ook aan wat we willen én we uiten onze gevoelens (vb. ober, het tocht).
Het betrekken van alle relevante betrokkenen bij een kwestie is niet alleen van belang voor een
zorgvuldige weergave van de situatie, maar heeft ook een morele betekenis: het verhoogt de
democratische legitimiteit van de uiteindelijke weging.
De benadering van een morele kwestie vindt altijd plaats tegen de achtergrond van wat de
‘leefwereld’ noemen.
- De leefwereld is niet zichtbaar, maar kan wel onder woorden worden gebracht.
- Kan niet in zijn geheel ter discussie worden gesteld, je kan niet zomaar uit je leefwereld
stappen.
- De leefwereld vormt de horizon waartegen wij onze situatie interpreteren.
- Per situatie verschuift de horizon van de leefwereld.
- De horizon kan naar plaats en tijd worden versmald of verbreed. Versmald tot de begrippen
die refereren aan onze huidige situatie. Verbreed naar een bewustzijn dat we deel uitmaken
, van de Nederlandse, Europese dan wel mondiale bevolking die een geschiedenis met elkaar
deelt en beschikt over bepaalde toekomstverwachtingen.
- De leefwereld beschikt over bronnen waaruit wij kunnen putten om nieuwe (problematische)
situaties te definiëren en een plaats te geven in onze leefwereld. Ze wordt voortdurend
gereproduceerd, ververst en herzien.
- Kennis van de onproblematische achtergrond i.c. de leefwereld is nodig om de
taalhandelingen van de betrokkenen op het gebied van morele kwesties verder te
beoordelen; je moet oog hebben voor de leefwereld waarin deze problematiek wordt
benaderd.
- Inzicht in verschillen in de leefwereld draagt niet alleen bij aan een juiste beoordeling van de
betekenis van taalhandelingen, maar kan ook de eerste stap zijn in het creëren van een meer
gedeelde leefwereld en het hierdoor vergroten van wederzijds begrip.
Je kunt de leefwereld indelen in cultuur (cognitief perspectief), instituties (normatief perspectief) en
persoonlijkheid (subjectief perspectief).
1.2 drie soorten vergissingen: emotivisme, naturalisme en moralisme
Aan de hand van het driewereldenmodel kan worden gewezen op drie vergissingen bij het morele
onderzoek: emotivisme, naturalisme en moralisme.
Perspectief Onderwerp Soort vergissing
Cognitief Feiten Naturalisme
Normatief Normen en waarden Moralisme
Subjectief Gevoelens Emotivisme
1. Emotivisme: er komt een radicaal standpunt tot uiting. De morele, normatieve aspecten
worden teruggebracht tot een positief of negatief gevoel. Wat goed voelt, is goed en wat niet
goed voelt, is moreel verwerpelijk. Er zijn geen morele vraagstukken meer: jij voelt het zo, en
ik voel het zo: einde discussie.
2. Naturalisme: het feitelijke wordt als moreel juist aangenomen. Het morele gaat hier niet in
op het subjectieve domein, maar op het cognitieve domein. Ethiek gaat op in de wetenschap.
3. Moralisme: ontstaat als het morele domein het cognitieve domein gaat verdringen. Feiten
worden helemaal toegeschreven aan de wil van mensen, een god of voorwerpen.
1.3 een moreel relevante situatie
Moreel relevante situatie: te herkennen vaan wilsvrijheid en de aanwezigheid van normen en
waarden waarvan wij ons gebonden achten.
- Waarden functioneren als criteria bij de beoordeling van situaties.
- Normen zijn regels die van waarden zijn afgeleid; normen realiseren waarden.
- Normen en waarden zijn vervlochten met interpretaties over hoe de wereld eruit ziet en zijn
verzonken in onze persoonlijkheid.
Moraal: geheel van normen en waarden waar wij ons gebonden aan achten.
Ethiek: het bestuderen van situaties aan de hand van normen en waarden waar we ons gebonden
aan achten, wat is juist handelen in een situatie (nieuwe situatie).
Meta-ethiek: richt zich niet op een ethische reflectie op nieuw ontstane situaties, maar op de ethiek
zelf, of op de status van morele uitspraken en de mogelijkheid tot een fundering van normen en
waarden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Ns17. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.44. You're not tied to anything after your purchase.