VERPLEEGKUNDIGE EN MEDISCHE KENNIS – P3.2
DOELSTELLINGEN
WEEK 1
!Alles wat in deze kleur is van de doelstellingen is uitgewerkt in de samenvatting gdw 3.2!
Eigen beeld over psychiatrie weergeven
Psychiatrie is klinisch vak, waarin jouw observaties, gevoelens en gedachten leiden tot bepaalde bejegening, tot
bepaalde manier van handelen en van behandelen van mensen. Wanneer je jezelf gaat afvragen wat er met deze
mensen aan de hand is en waarom ze zo doen, houd je je bezig met psychiatrie en klinische psychologie.
Wat is psychiatrie:
- Psyche (geest) + iatros (arts) sinds 19e eeuw
- Daarvoor spiritueel verklaard
- 19e en 20e eeuw: classificatie, psychotherapieën, medicatie
Wanneer psychiatrische ziekte?
- Ongewenste, onaangename toestanden
- Belemmeren normale functioneren
- Overkomt persoon in kwestie
Hoe verhouden psychische en lichamelijke klachten zich?
- Nauw verbonden, van het een het ander en andersom
Relatie psychiatrie & somatiek:
- Somatische stoornissen kunnen zich uiten als psychiatrische
- Psychiatrische stoornissen -> kans op somatische problemen omhoog
- Persoonlijkheid -> bepaalt je gedrag
o 10 uitersten beschreven in persoonlijkheidsstoornissen
o Maar iedereen heeft hier trekken van
Organisch psychosyndroom:
- Psychiatrische stoornis
- Ten gevolge van somatische (lichamelijke) ziekte
- Waardoor werking van hersenen ontregelt
Kenmerkend:
- Meestal acuut ontstaan
- Voorbij als ontregelende factor weg is
- Ook kan er verval optreden door beschadiging of afsterven van hersencellen (bv. dementie), dit is
onomkeerbaar proces
Stemmingsstoornis: Vele oorzaken, o.a. hormonale ontregeling (schildklier veelvoorkomend), leverziekten,
bloedarmoede, Vitamine B12 te kort, drugs, bijwerking van geneesmiddelen, begin van een neurologische ziekte
zoals ziekte van Parkinson of Huntington, hersentumor of een niet erkend hartinfarct
Angststoornis: Alcohol, drugs, hormonale ontregeling (schildklier veelvoorkomend), Vitamine B12 te kort, hartziekten,
astma en COPD, begin van een neurologische ziekte zoals Parkinson, Huntington of Multipele Sclerose
Psychose: hormoonschommelingen in kraambed, drug gebruik
Neurocognitieve stoornis: altijd organische oorzaak! Cognitieve functies gestoord, maar conatieve en affectieve
functies kunnen ook verstoord zijn!
Maatschappelijke opvattingen en (voor)oordelen t.a.v. psychiatrisch patiënten
Patiënt met psychische problemen is het resultaat van:
- Een mens met al zijn eigenaardigheden, zijn verleden en heden (het verhaal van de patiënt)
- Een ziekte met meer of minder goed herkenbare specifieke verschijnselen (de karakteristieken van de ziekte
op zich)
- Een sociale, relationele (leef-, woon-, werkomgeving) en fysieke omgeving (de context waarin de ziekte zich
heeft ontwikkeld en zich afspeelt)
- De houding van de behandelaar/onderzoeker tegenover de patiënt en zijn visie, kennis en vaardigheden
,Aandoeningen worden gebagatelliseerd of wekken door gebrek aan kennis of vooroordelen bij anderen wantrouwen,
boosheid of angst op. ‘Hij is depressief, maar het lukt toch wel om de werkdagen door te komen, dus het valt allemaal
wel mee. Hij zal zich wel aanstellen.’ Of: ‘Ai, die heeft schizofrenie, ze is een gespleten persoonlijkheid en vast
gevaarlijk. Uit de buurt blijven.’ Dat is één aspect van stigmatisering. Door het etiket ‘psychiatrisch patiënt’ worden
mensen plotseling gezien als anders, gevaarlijk, onvoorspelbaar of niet in staat om algemeen aanvaarde sociale
rollen te vervullen. Mensen met psychiatrische aandoeningen worden vaak gemeden en/of gediscrimineerd en
uitgesloten.
Werkveld van geestelijke gezondheidszorg (GGZ) beschrijven, de verschillende settingen noemen
waarbinnen behandeld wordt (gesloten, open, ambulant, dagbehandeling etc.) en de rol van de
(psychiatrisch) verpleegkundige binnen het multidisciplinaire team beschrijven
Werk terreinen psychiatrie
- Kinder- en jeugdpsychiatrie
o Specifieke behandeling bij kind
o Ouders betrokken
o Andere ziektebeelden (Autisme, ADHD)
- Volwassen psychiatrie
o Verschillende afdelingen o.b.v. hoofddiagnose
- Ouderen psychiatrie
o Vaker lichamelijke oorzaak
o Meer comorbiditeit
o Andere omstandigheden
o Levensfase problematiek
- Klinische psychiatrie
o Acute opname afdeling
o Dagbehandeling
o Langdurige opname afdeling
- Ambulante psychiatrie
o Thuiszorg
o Bemoeizorg
- Verslavingszorg
o Dubbeldiagnose
- Forensische psychiatrie (opname ter observatie of tbs)
Multidisciplinaire werken in psychiatrie
- Psychiater
- Psycholoog
- Psychotherapeut
- Psychiatrisch verpleegkundige
- Sociaal psychiatrisch verpleegkundige (post HBO)
- Maatschappelijk werk
- Vaktherapeut
o Creatieve therapie (kunst, muziek of dans)
o Psycho motorische therapie
- Maar ook:
o Politie, huisarts, woningbouw, vrijwilligerswerk, gemeente
Praktijkvoorbeeld
- Door psychose tekort op veel zelfzorggebieden
o Ziekte-inzicht, voeding, slaap, rust, stressverwerking
o Verpleegkundige neemt zorg over
- Na psychose werken aan zelfmanagement
o Psycho-educatie
o Training
o Aanpassing leefstijl
o Signaleringsplan
o Verpleegkundige is faciliterend, coachen, aanvullend en ondersteunend
- Nazorg, preventief
o Depotmedicatie
o Vinger aan de pols
o Terugval voorkomend
Verpleegkundigen zijn professionals die zich richten op ondersteunen van zelfmanagement van mensen, hun naasten
en hun sociale netwerk, met als doel behouden of verbeteren van dagelijks functioneren in relatie tot gezondheid en
ziekte en kwaliteit van leven.
,Kenmerken verplegen:
1. Dient een specifiek doel
2. Omvat specifieke manier van interveniëren
3. Vindt plaats in specifiek domein
4. Gericht op persoon als geheel
5. Gebaseerd op ethische waarden
6. Betekent commitment aan partnerschap
GGZ-vpk werkt vanuit holistische benadering. Vpk in intramurale GGZ hebben in hun beroepsuitoefening veel te
maken met groepen patiënten. In hun dagelijks werk als psychisch vpk of sociotherapeut zijn zij verantwoordelijk voor
vormgeven van behandeling van patiënten die zijn opgenomen in een groep.
Spiritualiteit = gekoppeld aan zingeving en zingeving is betekenis die jij aan je leven geeft. Vpk doel: patiënt helpen
met zijn/haar problemen om te gaan t.g.v. psychiatrische ziekte
Visie op zorg heeft betrekking op inhoud, aanbod van zorg: wat bieden we aan zorg?
Visie op samenwerking gaat over organisatie van zorg: hoe bieden we zorg?
Beroepsprofiel bestaat uit zeven rollen van vpk: zorgverlener, communicator, samenwerkingspartner, reflectieve
‘EBP’-professional, gezondheidsbevorderaar, organisator, professional en kwaliteitsbevorderaar
Settingen waarbinnen behandeld wordt:
Extramuralisering en ambulante verpleegkunde
Extramuralisering = dat men ernaar streeft om patiënten buiten de muren van kliniek dezelfde zorg te bieden als
erbinnen
Gevolg voor vpk: verbreding van werkterrein van vpk. Ook hebben vpk, bv. door samenwerken met maatschappelijke
instanties, meer werkrelaties gekregen en meer creativiteit in handelen in thuissituaties.
Ambulante psychiatrie = focus ligt op patiënt met zijn problemen in relatie tot zijn omgeving
Model dat deze wisselwerking benadrukt is algemene systeemtheorie:
1. Lichamelijk niveau: alle aspecten die uitdrukking geven aan lichamelijke constitutie en gesteldheid op bepaald
moment (o.a. beperkingen, ziekten, medicijngebruik, alcoholgebruik, drugsgebruik en invloed op functioneren,
voedingstoestand)
2. Individueel niveau: alle aspecten die uitdrukking geven aan mentale processen en ontwikkelingen van een
persoon (intelligentie, copinggedrag, leergedrag, psychische functies, biografie, life events, zelfbeeld,
financiële situatie, zingeving/spiritualiteit)
3. Sociaal niveau: alle aspecten die uitdrukking geven aan sociale netwerk en sociale steun (o.a. sociaal
functioneren, inschatten van steunbronnen, omgangsvormen, gezin van herkomst, gezinsmythen, vrienden,
wijk, directe woonomgeving)
4. Maatschappelijk niveau: alle aspecten die uitdrukking geven aan maatschappelijke positie en maatschappelijk
functioneren (o.a. uitkering, arbeid, inbedding in maatschappelijke omgeving, culturele aspecten,
maatschappelijke positie)
Sociale relaties vormen fundament in hebben van gevoel ergens bij te horen. Dit ergens bij horen is de basis voor
ontwikkeling en handhaving van eigen identiteit en zelfrespect. Ook fungeert een sociaal netwerk als buffer op
momenten dat patiënten stressvolle situaties meemaken. Ook zijn ze nodig om zelfstandig leven te kunnen leiden.
Maatschappelijk steunsysteem = gecoördineerd netwerk van personen, diensten en voorzieningen, waar van mensen
met ernstige psychische stoornissen zelf deel uitmaken en dat hen op vele manieren ondersteunt om in samenleving
te participeren
ACT (Assertive Community Treatment) = gezamenlijke teambenadering van alle patiënten (shared caseload) en
brede multidisciplinaire aanpak. Alle teamleden hebben contact met alle patiënten. Door veelzijdigheid in disciplines
kan ACT-team breed pakket aan zorg, begeleiding en behandeling bieden.
ACT richt zich op moeilijkste groep binnen groep langdurig zorgafhankelijke patiënten.
FACT = Nederlandse variant. FACT richt zich op groep patiënten buiten psychiatrisch ziekenhuis die vaak worden
aangeduid met term ‘langdurig zorgafhankelijke patiënten’.
FACT richt zich op gehele groep. Binnen FACT is het mogelijk dat patiënten begeleid worden door één FACT-teamlid
-> ‘Flexibel’-ACT
Hoofdproducten die FACT biedt:
1. Cure (richtlijnconform behandelen)
2. Care (zorg, verpleging, rehabilitatie)
3. Crisisinterventie (opnamen voorkomen en verkorten, zorg en behandeling in thuissituatie opschalen, 24-
uursbereikbaarheid garanderen)
, 4. Community support (maatschappelijk steunsysteem bouwen en benutten, arbeid mogelijk maken, deelname
aan algemene wijkactiviteiten stimuleren, helpen participeren in wijk)
5. Cliëntdeskundigheid ondersteunen (ervaringswerkers, empowerment, herstel)
6. Controle (uitvoeren BOPZ-maatregelen, veiligheid in wijk)
7. Check (evalueren van effecten van zorg op individueel en groepsniveau)
Verpleegkundig proces gebruikt om patiëntgegevens te verkrijgen, te categoriseren en te analyseren en om acties te
plannen om aan patiënten behoeften te voldoen. Deze probleemoplossende methode vereist kunnen nemen van
besluiten, klinisch inzicht en aantal kritische cognitieve vaardigheden.
Deze methodiek helpt vpk om beslissingen te nemen en problemen op te lossen die hij in praktijk tegenkomt.
Fase Activiteit
Anamnese Verzamelen en ordenen van gegevens
Diagnose Vaststellen van huidige gezondheidstoestand (probleem en vermogens)
Planning van resultaten Bepalen van wenselijke resultaten
Planning van interventies Selecteren van verpleegkundige interventies
Uitvoering Uitvoering zorgplan
Evaluatie Vaststellen of beoogde resultaten zijn behaald
Vpk en andere professionals maken ook gebruik van intuïtie = een door onmiddellijke innerlijke aanschouwing
verkregen voorstelling; onmiddellijke, niet op begripsdenkend en redenering berustende overtuiging van waarheid ->
pluis-of-niet-pluis-gevoel. Intuïtie is het vermogen van onze hersenen om aanwijzingen en informatie te geven buiten
begrenzing van ons beperkte bewustzijn. Ontwikkeling van intuïtie vindt plaats op basis van eerdere ervaringen. Deze
ervaringen worden bewerkt door onbewuste reflecties en intuïtie is resultaat van deze bewerkingen. Intuïtie is meer
dan aanvoelen. Kennis en ervaring spelen daarin ook een belangrijke rol. Voor vpk is belangrijk ook van intuïtie
gebruik te maken bij beoordeling van klinische ervaringen en kiezen van interventies.
Er zijn verschillende persoonlijkheidskenmerken betrokken bij beroepsuitoefening van vpk
- Vpk heeft met zichzelf te maken: een min of meer geordend geheel van aspecten van haar persoon. Al deze
aspecten vormen achtergrond van het vpk handelen
- Menselijke kwaliteiten zijn van cruciaal belang voor vpk: compassie, integriteit, eerlijkheid, betrouwbaarheid,
vriendelijkheid, aandacht en geduld
Praktisch ethisch model:
Aandachtspunten:
1. Analyseren van situatie
2. Zoeken naar handelingsmogelijkheden
3. Verhelderen van motieven
4. Inschatten van effecten
Evaluatie:
1. Uitspreken van intuïtie
2. Verduidelijken van normen
3. Evalueren van waarden
Omschrijven wat inleidende termen als psychiatrie, psychische stoornis en psychopathologie betekenen
Criteria benoemen die professionals gebruiken bij het bepalen of gedrag afwijkend is en kent belangrijkste statistieken
wat betreft de prevalentie van psychische stoornissen
Culturele en historische veranderingen beschrijven in beeldvorming en behandeling van afwijkend gedrag in de
Westerse cultuur
Psychologische modellen beschrijven van afwijkend gedrag en belangrijkste theoretische grondleggers
hiervan
Biopsychosociaal model:
Gaat ervan uit dat er verschillende factoren zijn
- Biologische invalshoek
o Brein, neurotransmitters, psychofarmaca
o Denk aan: aanleg, hersenziekte als MS, schildklieraandoening wat ook stemmingsproblemen kan
geven
o Behandeld door arts
- Psychologische invalshoek
o Psychotherapie, zoals gedragstherapie, cognitieve therapie etc.
o Hoe gedraagt iemand zich, hoe gaat iemand om als er problemen zijn
o Behandeld door psycholoog
- Sociologische invalshoek