Een uitgebreide samenvatting van alle doelstellingen (week 1 t/m 7) van het vak gedragswetenschappen periode 3.2. De samenvatting is geschreven aan de hand van de opgegeven literatuur, PowerPoints, hoorcolleges en werkcolleges.
Delen of gedeeltelijk van: h1, h2, h3, h4, h5, h7, h8, h9, h10, h11, h12, h13, h15, h16
July 2, 2020
62
2019/2020
Summary
Subjects
doelstellingen
verpleegkunde
hbo verpleegkunde
leerjaar 2
gedragswetenschappen
windesheim
samenvatting
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Hogeschool Windesheim (HW)
Verpleegkunde
Gedragswetenschappen GGZ
All documents for this subject (3)
3
reviews
By: fleurbos2 • 3 year ago
By: Melanie123456 • 3 year ago
By: LT0 • 3 year ago
Seller
Follow
mb2000
Reviews received
Content preview
GEDRAGSWETENSCHAPPEN – P3.2
DOELSTELLINGEN
WEEK 1
Hoofdstuk 1
Omschrijven wat inleidende termen als psychiatrie, psychische stoornis en psychopathologie betekenen
Psychiatrie = houdt zich bezig met diverse vormen van afwijkende emoties, denkbeelden en afwijkend gedrag, de
oorzaken daarvan en behandelmogelijkheden
- Klinisch vak, waarin jouw observaties, gevoelens en gedachten leiden tot een bepaalde bejegening, tot een
bepaalde manier van handelen en van behandelen van mensen
Klinische psychologie = tak van psychologie die zich bezighoudt met beschrijving, oorzaken en behandeling van
psychische stoornissen
Psychische of psychiatrische stoornis = afwijkende emoties, gedachten of afwijkend gedragspatroon dat wordt
gekenmerkt door een storing in het dagelijks sociaal functioneren van een persoon. Voor de goede orde: psychische
stoornissen hebben ook lichamelijke oorzaak en zijn in die zin dus zeker niet alleen ‘psychisch’ qua oorzaak
Psychopathologie = studiegebied dat zich bezighoudt met beschrijven van diverse vormen van afwijkende emoties,
gedachten en afwijkend gedrag
GZ-psycholoog = psycholoog die na zijn studie een aanvullende, tweejarige opleiding heeft gevolgd en in het BIG-
register is ingeschreven
Psychotherapeut = iemand die na studie psychologie of psychiatrie een vervolgopleiding heeft gedaan en daardoor
bevoegd is tot het geven van psychotherapeutische behandelingen (en in het BIG-register staat ingeschreven)
Psychiater = iemand die na de studie medicijnen een vervolgopleiding heeft gedaan waarin hij of zij gespecialiseerd
heeft in diagnosticeren en behandelen van patiënten met psychiatrische stoornissen
Symptomen = uitingen van bij bepaalde stoornissen horende verschijnselen
Diagnostische criteria = specifieke verschijnselen of vereisten waaraan voldaan moet worden wil men kunnen spreken
van omschreven stoornis (zie criteria van DSM-5)
Criteria benoemen die professionals gebruiken bij het bepalen of gedrag afwijkend is en kent belangrijkste
statistieken wat betreft de prevalentie van psychische stoornissen
Criteria bij afwijkend gedrag:
1. Uitzonderlijk
o Dingen “zien” en “horen”, misschien met uitzondering van bepaalde spirituele ervaringen of cultuur ->
in sommige culturen beschouwt men stemmen horen en andere vormen van hallucinatie onder
bepaalde omstandigheden niet als uitzonderlijk
o Gevoelens van intense paniek bij het betreden van een supermarkt of een drukke lift
2. Sociaal afwijkend
o Gedrag dat buiten de normen (maatstaven), die bepalen welke vormen van gedrag acceptabel zijn in
een bepaalde context, van een samenleving valt
3. Foute perceptie of interpretatie van realiteit
o Onze zintuigen en cognitieve processen vormen een accurate mentale representatie van onze
omgeving
o Voor westerse cultuur is het normaal dat iemand die met stemmen praat of dingen ziet hallucineert. In
onze westerse cultuur wordt dit opgevat als teken van een onderliggende psychiatrische stoornis
o In grote delen van wereld is het heel normaal om via gebed met een god ‘te praten’. Als iemand
echter beweert God werkelijk gezien te hebben of Zijn stem heeft gehoord rijst het vermoeden dat
diegene psychisch afwijkend ziek is
4. Aanzienlijk emotioneel lijden van persoon
o Persoonlijk lijden als gevolg van problematische emoties als angst, vrees en depressie kan afwijkend
zijn
o Maar soms zijn angst, vrees en depressie normale reacties op een situatie. Soms word je werkelijk
bedreigd of raak je mensen of dingen kwijt die je dierbaar zijn. In dat geval zou afwezigheid van
emotionele reactie juist als afwijkend kunnen worden aangemerkt
o Heftige emoties zijn afwijkend als ze lang aanhouden nadat de aanleiding van emoties verdwenen is
en/of zo hevig zijn dat betrokkene niet goed meer kan functioneren
, 5. Ongepast of contraproductief gedrag
o Gedrag dat onprettige gevoelens oproept i.p.v. bevrediging vinden we over het algemeen afwijkend
o Gedrag dat ons beperkt in ons vermogen om bepaalde rollen te vervullen of dat ons ervan weerhoudt
om ons aan onze omgeving aan te passen, kan ook als afwijkend worden opgevat. Volgens deze
criteria is zwaar alcoholgebruik, dat gezondheid ondermijnt en sociale en beroepsmatige functioneren
verstoort afwijkend
o Agorafobie, intense angst om zich in openbare ruimten te bevinden, noemen we afwijkend omdat het
zowel zeldzaam als ongepast is
6. Gevaar
o Gedrag dat gevaar oplevert voor zichzelf of voor anderen: bv. mensen die proberen zelfdoding te
plegen, omdat ze de druk van het dagelijks leven niet aankunnen/mensen die als gevolge van
stoornis mensen doden
o Elke vorm van extremisme, los van cultuur, geloof of politieke overtuiging, waarbij mensen worden
vervolgd of vermoord
Prevalentie van psychische stoornissen ooit in het leven
Mannen Vrouwen Totaal
Totaal 42,5 39,8 41,2
18-24 jr. 53,2 39,9 46,5
25-34 jr. 45,2 40,4 42,9
35-44 jr. 44,6 44,1 44,3
45-54 jr. 38,9 38,9 38,9
55-64 jr. 29,0 33,5 31,5
Prevalentie van psychische stoornissen in afgelopen 12 mnd.
Mannen Vrouwen Totaal
Totaal 23,3 23,2 23,3
18-24 jr. 39,1 28,5 33,8
25-34 jr. 25,5 22,8 24,1
35-44 jr. 23,2 25,6 24,3
45-54 jr. 11,6 18,3 15,0
Bron: Nemesis, 2006
Culturele achtergronden van afwijkend gedrag
Concepten van gezondheid en ziekte kunnen in verschillende culturen verschillende betekenissen hebben.
Bv. indianen maken onderscheid tussen ziekten die in hun ogen het gevolg zijn van invloeden van buiten cultuur,
zogenaamde ‘ziekten van blanke man’ zoals alcoholisme en drugsverslaving, en ziekten die ontstaan door verstoorde
relatie met traditionele stamleven en denken, de zogenaamde ‘indiaanse ziekten’. Traditionele genezers, sjamanen en
medicijnmannen en -vrouwen, worden te hulp geroepen als er sprake is van ‘indiaanse ziekten’. Als men denkt dat
oorzaak probleem buiten gemeenschap ligt, wordt hulp gezocht bij ‘geneeskunst van blanke man’.
Abnormale gedragspatronen kunnen zich in verschillende culturen op verschillende wijzen uiten.
Bv. Westerlingen kunnen angst ervaren in vorm van bezorgdheid over het niet kunnen betalen van hypotheek. In
Afrikaanse culturen neemt angst vaak vorm aan van vrees dat men zich niet kan voortplanten, wat zich uit in dromen
en klachten over hekserij.
Zelfs woorden waarmee we psychische stoornissen beschrijven (depressie of geestelijke gezondheid) kunnen in
andere culturen een andere betekenis hebben. In sommige talen bestaat er zelfs helemaal geen equivalent voor.
Betekent niet dat in die culturen depressie niet bestaat.
In China en Verre Oosten legt men bv. in het algemeen een sterkere nadruk op fysieke of somatische symptomen van
depressie, zoals hoofdpijn, vermoeidheid en zwakte, dan in westerse culturen, waar nadruk meer op schuldgevoel en
somberheid ligt.
DSM-5 houdt meer rekening culturele diversiteit dan eerdere edities van het handboek. Er is meer gedetailleerde
informatie in opgenomen over de relatie tussen cultuur en psychische nood. Inzicht in een dergelijk onderscheid zal
behandelaars helpen nauwkeuriger problemen te diagnosticeren, effectiever te behandelen en nader onderzoek te
doen. Soms komen ziekteverschijnselen overeen ondanks culturele verschillen. Bv. schizofrenie: het abnormale
gedragspatroon dat wij associëren met schizofrenie komt vergelijkbaar voor in zeer uiteenlopende landen, namelijk in
Colombia, India, Denemarken, Nigeria en vroegere Sovjet-Unie.
In huidige tijd speelt invloed van cultuur en etniciteit op psychische gezondheid ook een actuele rol door immigratie
die de laatste decennia heeft plaatsgevonden.
,Historische veranderingen die zich in de westerse cultuur hebben voorgedaan in de beeldvorming en de
behandeling van afwijkend gedrag in grote lijnen beschrijven
Visie van Hippocrates op afwijkend gedrag
Hij kwam als eerste met een naturalistische verklaring van afwijkend gedrag. Hij stelde dat ziekten van lichaam en
geest het gevolg waren van natuurlijke oorzaken, en niet van bezetenheid door bovennatuurlijke geesten. Hij stelde
dat gezondheid van het lichaam en geest wordt bepaald door een evenwicht in humores (lichaamssappen: slij, zwarte
gal, bloed en gele gal). Verstoring in humores was verantwoordelijk voor afwijkend gedrag.
- Overvloed aan slijm (flegma): lethargische of trage persoon -> flegmatiek
- Overschot aan zwart gal: oorzaak van depressie, ofwel melancholie
- Overvloed aan bloed: leidt tot sanguinische dispositie; vrolijk, zelfverzekerd en optimistisch
- Overvloed aan gele gal: maakt mensen ‘korzelig’ en cholerisch – driftig dus
Hippocrates classificeerde abnormale gedragspatronen aan de hand van drie hoofdcategorieën:
1. Melancholie: categorie van ernstige depressie
2. Manie: verwijst naar sterke opwinding
3. Bezetenheid: omvat bizarre gedrag dat we bv. zien bij mensen met schizofrenie
Gedachten over psychische stoornissen in middeleeuwen
Na val West-Romeinse Rijk, verdween grotendeels de ‘beschaving’ met haar wetenschap en nam geloof in
bovennatuurlijke oorzaken, m.n. doctrine van bezetenheid, weer toe. Volgens deze doctrine is afwijkend gedrag een
teken van bezetenheid door boze geesten of de duivel. Bezeten mensen werden bij voorkeur d.m.v. exorcisme of
uitdrijving behandeld. Hoewel geloof in bezetenheid door duivel of in straf van God gedurende de middeleeuwen en
een groot deel van renaissance stevig veranderd was in westerse wereld, was overtuiging dat er natuurlijke oorzaken
konden zijn van afwijkend gedrag nooit helemaal afwezig. In Engeland waren meeste verklaringen voor uitzonderlijk
gedrag gebaseerd op natuurlijke oorzaken als een lichamelijke ziekte of hersentrauma. In Engeland werden sommige
krankzinnige mensen in een gasthuis opgenomen tot ze weer gezond waren.
Krankzinnigengestichten
Rond 1600 overal in Europa krankzinnigengestichten of gekkenhuizen gebouwd. Velen daarvan waren voormalige
leprozenkolonies. In gestichten woonden zowel bedelaars als mensen met psychische stoornissen en de
levensomstandigheden waren erbarmelijk. Bewoners werden vastgeketend aan hun bedden en lagen in hun eigen
vuil of zwierven zonder enig toezicht over het terrein. Sommige gestichten groeiden uit tot ware publiekstrekkers ->
publiek kon tegen betaling naar fratsen van bewoners komen kijken.
Vanaf 1800: hervormingen
Begint met inspanningen Franse artsen Jean-Baptiste Pussin en Philippe Pinel. In hun ogen waren mensen die
afwijkend gedrag vertoonden gewoon ziek, en daarom hadden ze recht op menselijke bejegening. Deze visie was in
die tijd niet populair; men beschouwde mensen met psychische stoornissen als een bedreiging voor samenleving.
Pinel maakte een einde aan wrede praktijken als aderlating en purgatie, hij verhuisde patiënten van duistere kelders
naar goed geventileerde en zonnige kamers. Hij voerde lange gesprekken met bewoners, hij was ervan overtuigd dat
tonen van begrip en medeleven hielp bij hun herstel.
Er ontstond behandelfilosofie -> morele therapie. Gebaseerd op: idee dat patiënten door menselijke bejegening en
verblijf in ontspannen en respectvolle omgeving weer normaal zouden gaan functioneren.
In tweede helft van 19e eeuw raakt idee dat afwijkend gedrag succesvol behandeld of genezen kon worden met
behulp van morele therapie langzaam maar zeker in ongenade. Er volgde periode van apathie, waarin alle
deskundigen opnieuw meenden dat afwijkend gedrag ongeneeslijk was. Tot ruim na WOII lag zwaartepunt van
behandeling van patiënten met ernstige psychische stoornissen in diverse psychiatrische ziekenhuizen die meestal
ver van bewoonde wereld lagen, op mooie terreinen in rustige omgeving. Patiënten hadden rust en gewone burger
had er geen last van.
Midden jaren 50 -> door introductie nieuwe effectieve medicijnen zoals antipsychotica, antidepressiva en socio- en
gedragstherapeutische behandelingen konden tot dan toe ‘ongeneeslijke’ patiënten in gewone maatschappij
functioneren. Sociaalpsychiatrische principes steeds meer op voorgrond te staan en men ging vaker naar patiënt toe
i.p.v. te verwachten dat patiënt naar behandelaar kwam.
Antipsychiatrische beweging
- Beweging ging ervan uit dat psychiatrische stoornissen überhaupt niet bestaan, maar een product of gevolg
zijn van (kapitalistische) maatschappij
- Patiënten moesten niet behandeld worden, en zeker niet in ziekenhuizen
- Deze beweging schoot door, maar heeft wel positieve invloed gehad op latere grootschalige vermindering van
aantal psychiatrische ziekenhuizen en het vaker ambulant behandelen van patiënten
- Daarnaast ook van invloed geweest op latere aanpassing van wetgeving betreffende rechten van
psychiatrische patiënt
, - Sinds eind 20e eeuw is uitgangspunt van behandeling om patiënten niet op te nemen, tenzij er werkelijk geen
alternatief is
Grootschalige projecten om patiënten met psychiatrische aandoening of handicap in maatschappij te houden zijn
ontwikkeld onder bv. de namen ‘beschut wonen’ (Regionale Instelling voor Begeleiding en Wonen, RIBW),
‘vermaatschappelijking van zorg’ en ‘de-institutionalisering’. Patiënt werd geacht voor zichzelf te kunnen zorgen en als
hij of zij niet gemotiveerd was voor behandeling, mocht die hem of haar niet opgedrongen worden en zeker niet onder
dwang plaatsvinden.
In juridische positie van patiënt veranderde iets, wat in Nederland tot uiting kwam in wet Bijzondere Opname
Psychiatrische Ziekenhuizen en in België in Wet betreffende de bescherming van de persoon van geestesziekte.
Bij vermaatschappelijking van zorg werd o.a. teruggegrepen op concept dat in Belgische Geel al lang bestond:
patiënten wonen bij gastgezinnen en doen mee aan alle sociale activiteiten. Op bepaald moment bleek keerzijde van
‘liberale’ beleid: patiënten werden aan hun lot overgelaten als ze niet wilden of konden meewerken aan hun
behandeling. Velen kwamen aan zelfkant van maatschappij terecht -> ontwikkeling bemoeizorg: vorm van
hulpverlening waarbij hulpverleners zich voornamelijk richten op zogenaamde zorgmijders, mensen die in behoeftige
of anderszins verkommerde omstandigheden leven maar stap naar reguliere hulpverlening (nog) niet kunnen of willen
maken. Onderdeel van openbare geestelijke gezondheidszorg (OGGZ).
In huidige tijd bestaan er nog steeds grote meningsverschillen, zowel binnen wetenschappelijke wereld als daarbuiten.
Bv. Scientologykerk -> ziet psychiatrie als uiting van duivels werk.
Keerpunt in GGZ
In 1800 vorming van keerpunt in verzorging van mensen met psychische aandoening. Daarna vernieuwingen en
verbeteringen tot stand waardoor psychisch zieke mensen humaner behandeld werden. Op 5 oktober 1841 eerste
Krankzinnigenwet in werking:
- Verbetering van verpleging door instellen van staatstoezicht
- Poging om in plaatsruimte te voorzien
- Voorschriften over beheer van eigendommen van (tijdelijke) zorgvragers
- Interneringsprocedure, waardoor opname in geneeskundige gestichten gemakkelijker werd dan in
bewaarplaatsen
Dr. B.H. Everts (1810-1883) voerde in Nederland ‘no restraint’-system in (geen dwang ofwel ‘open deur’-systeem) en
schafte in zijn behandeling de dwangmiddelen af. Als gevolg hiervan werd arbeid van zorgvragers in werkplaatsen en
moestuinen ingevoerd.
1860: patronaat voor van krankzinnigheid herstelden opgericht -> voorlopers van SPV’ers (sociaalpsychiatrisch
verpleegkundigen)
1871: Nederlandse Vereniging van Psychiatrie opgericht -> geestelijk gestoorden mochten niet meer in huizen van
bewaring worden opgesloten -> meeste gestichten raakten overbevolkt en medische verzorging was ontoereikend
1884: nieuwe Krankzinnigheidswet (Wet tot regeling van krankzinnigenverpleging en staatstoezicht op krankzinnigen
binnen en buiten gestichten) van kracht -> in 1994 is deze wet vervangen door de Wet BOPZ (regelt mogelijkheid om
mensen tegen hun wil in op te nemen en in daartoe geëigende zorginstelling te doen verblijven. Ook biedt wet de
onvrijwillig opgenomen zorgvrager rechtsbescherming)
Na 1884: verrezen veel gestichten op platteland, die door geestelijken en levensbeschouwelijke groeperingen werden
beheerd. Kwaliteit van verzorging vaak zeer matig, waarschijnlijk door slechte opleiding en slechte
arbeidsvoorwaarden voor personeel. Rond 1890 verbeterden deze arbeidsvoorwaarden. Men ging zorgen voor
scholingscursussen en zorgde ervoor dat opleidingen op elkaar waren afgestemd
Rond 1900: strijd tegen dwangmiddelen algemene mentaliteit. Zorg voor psychiatrisch gestoorden werd
maatschappelijke zorg.
Hoofdstuk 2 + artikel Clijsen (ELO)
Belangrijkste psychologische modellen van afwijkend gedrag beschrijven en evalueren en de belangrijkste
theoretische grondleggers hiervan benoemen
Psychodynamische modellen
Psychodynamische model is gebaseerd op werk van Sigmund Freud en zijn opvolgers
Uitgangspunt = idee dat psychologische problemen een gevolg kunnen zijn van onbewuste motieven en conflicten,
die zijn terug te voeren op de kindertijd. Deze onderliggende conflicten hangen samen met onze primitieve seksuele
en agressieve instincten en de behoefte om deze impulsen uit ons bewustzijn te weren. Volgens Freud zijn abnormale
gedragspatronen niets anders dan ‘symptomen’ van dynamische worstelingen die plaatsvinden in onze geest. Er is
sprake van interactie tussen onze diepere drijfveren (es of id), onze normen en waarden (superego) en ons ik zoals
het in de realiteit handelt (ego).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mb2000. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.41. You're not tied to anything after your purchase.