• Organisaties: elke organisatie (gaande van een kleine zaak tot een uitgebreide
multinational) wordt gekenmerkt door samenwerking binnen die organisatie. Deze
samenwerking is zo gecoördineerd dat ze bijdraagt aan het doel van de organisatie.
• Doel: een gewenste toekomstige staat van de organisatie: waar wil men naartoe, wie wil
men zijn? (vb. de goedkoopste zijn, het grootste marktaandeel hebben,..)
• Management: heeft niet enkel uitvoerende taken, maar heeft een beslissende rol in het
sturen van de organisatie: middelen (resources) toewijzen. Deze organisatorische middelen zijn
beperkt (kapitaal, mensen, gebouw, voorraden = productiefactoren) en moeten aldus door het
management op een juiste manier ingezet worden om de gewenste doelstellingen te bereiken.
HOE gaan ze dit doen? Via P-O-L-C
= 4 functies van het management:
Plannen: in functie van de doelen (plan is vertaling van strategie)
Organiseren
Leiden: coachen van de mensen die deze jobs uitvoeren, richting aangeven, iedereen op één
lijn krijgen
Controleren: nagaan: moeten we onze plannen niet bijsturen? Is dit wel haalbaar? Niet
enkel in termen van bestraffing, maar in termen van change management). Op basis van dit
laatste: planning eventueel aanpassen (gesloten cirkel)
Met middelen/resources wordt bedoeld: organisatorische activa. Deze omvatten:
o Mensen
o Machines
o Ruwe materialen
o Informatie, vaardigheden
o Financieel kapitaal
Doelstellingen vooropstellen en plannen maken -> mensen bij elkaar brengen om deze plannen uit te
voeren -> mensen motiveren en aansturen -> feedback voor zowel mensen als plannen -> strategie
kunnen uitvoeren.
“Managers are the people responsible for supervising the use of an organization’s resources to
meet its goals.”
1.2. Organizational performance
= hoe efficiënt en effectief kunnen managers middelen inzetten om klanten tevreden te
stellen en doelen te bereiken?
▪▪ Efficiëntie: meet hoe goed de middelen worden ingezet om een bepaalde doelstelling te
bereiken. Zo weinig mogelijk bronnen gebruiken en die zo optimaal mogelijk gebruiken.
(managers must try to minimize the input of resources to attain the same goal.)
▪▪ Effectiviteit: Effectiviteit slaat op de geschiktheid van de gekozen doelen (zijn dit de juiste
doelen?) en de graad waarin deze bereikt worden (dragen de middelen bij tot het doel?)
1
,X- inefficiënties: tijdens de werkuren op FB zitten, naar huis bellen -> met persoonlijke dingen bezig
zijn.
2. NIVEAUS VAN MANAGEMENT
We onderscheiden 3 niveaus van management in gelijk welke organisatie:
Belang van managers in een bedrijf: ze doen allemaal iets anders!
1) First line management
= Verantwoordelijk voor de “day-to-day operation”: dagelijkse werking van uitvoerend team
controleren en verbeteren. → Mensen aansturen die de dagelijkse taken uitvoeren.
! Vooral aandacht voor dit laatste. Intrapreneur: iemand die van binnenuit in de organisatie
aanpassingen kan doorvoeren ter verbetering van de organisatie: waarde creëren op het
allerlaagste niveau van de organisatie (vb. boekhoudsysteem,.. hoe kunnen we dit verbeteren)
= nieuwe competentie die vandaag bij managers meer belangrijk is: PROACTIVITEIT. Niet enkel
de taken goed kunnen uitvoeren/afstemmen/.. maar constant nadenken over mogelijke
verbeteringen →→ kostenefficiënt, sponsors vinden,.. Dit is wat vandaag al bij junior managers
wordt verwacht: meedenken met het bedrijf.
2
,2) Midden management (= senior management)
Houden zich bezig met het superviseren het first-line management + verantwoordelijk voor het
aanwenden van de ‘departemental resources’ om de doelstellingen te bereiken.
! Grootste uitdaging: niet enkel jaarlijks de budgetten verdelen en goedkeuren. Middle
managers zijn de coaches van het bedrijf. Moeten ervoor zorgen dat iedereen op elk moment
goed geïnformeerd en gemotiveerd blijft. Iedereen op één lijn krijgen, motivatie/coaching →→
deze HR-skills zijn grote uitdaging. Technische zaken komen vaak vanzelf in orde.
3) Topmanagement:
Verantwoordelijkheid over de prestaties van alle departementen, hebben cross- departemental
responsibility. staan in voor het verwezenlijken van de organisatorische doelen en het monitoren
van het middle management. Zij maken de eerste vertaling naar de strategie, waarvoor
conceptuele skills nodig zijn.
! Bovenal: rolmodel binnen als buiten de organisatie: de figurehead. Luisteren naar alle niveaus
en hier iets mee doen.
Welke skills zijn hierbij van belang?
▪▪ Bovenstaande afbeelding toont aan dat hoe hoger de managementfunctie, hoe minder
belangrijk technische capaciteiten worden (vb. het kunnen voeren van een dubbele
boekhouding: niet langer essentieel).
▪▪ Wel essentieel voor goed topmanagement: conceptuele taken: wat zegt de markt? Hoe
beweegt onze organisatie zich in de markt?.. = inzicht op basis van ervaringen
▪▪ Daarnaast: Human skills zijn op elk niveau belangrijk (vb. mensen ontslaan, slechte
communicatie,..)
3
, 3. MANAGERIAL FUNCTIONS
Fayol (CEO grote mijnorganisatie) stelde reeds in de 19 e eeuw 4 functies vast die bepalend zijn
voor een succesvol management → Kringloop van het management.
Managers op elk niveau, in elke organisatie (profit of nonprofit) moeten beantwoorden aan 4
functies (POLC):
1) Planning:
In functie van de doelen, het uitzetten van een goede strategie.
Planning = the process used by managers to identify and select appropriate goals and
courses of action for an organization.
3 stappen bij een goede planning:
1. Welke doelstellingen willen we bereiken?
2. Hoe kunnen we deze doelstellingen bereiken?
3. Hoe moeten we onze middelen aanwenden om dit te doen?
De planning bepaalt hoe effectief en efficiënt de organisatie is en het bepaalt de strategie van
de organisatie.
2) Organiseren:
Structuur van samenwerken, hiërarchische lijnen uittekenen (organogram)
In organizing, managers create the structure of working relationships between
organizational members that best allows them to work together and achieve goals
Hoe?
▪▪ Het groeperen van mensen in departementen, naar gelang de aard van de uitgevoerde taken.
▪▪ Het uittekenen van de lijnen van autoriteit en verantwoordelijkheid van leden.
Het resultaat hiervan is een organisatorische structuur (organogram). Deze structuur
coördineert en motiveert werknemers zodat zij kunnen samenwerken inzake de te bereiken
doelstellingen.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SaarDeWulf. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.23. You're not tied to anything after your purchase.