100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting psychologie een inleiding $6.44
Add to cart

Summary

Samenvatting psychologie een inleiding

1 review
 74 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Een heldere samenvatting van het gehele boek Psychologie een Inleiding van Zimbardo. Met uitzondering van hoofdstuk 14, daar is alleen het onderdeel PTSS beschreven. Dit is de volledige tentamenstof. Ik heb zelf met deze samenvatting een 9 gehaald voor het tentamen.

Preview 4 out of 62  pages

  • Yes
  • July 4, 2020
  • 62
  • 2019/2020
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: carlieverkoelen • 4 year ago

avatar-seller
Samenvatting ‘Psychologie een inleiding’

Hoofdstuk I
Geest, gedrag en psychologische wetenschap

Psychologie: de wetenschap van gedrag en mentale processen.
Het bestaat dus zowel uit interne geestelijke processen (zoals denken) als externe gedragingen (zoals
praten).

Drie soorten psychologen:
• Experimenteel psychologen: voeren onderzoek uit, geven ook les.
• Docenten psychologie
• Toegepast psychologen: proberen de problemen van mensen op te lossen.
Specialisaties in de toegepaste psychologie:
• Arbeids- en organisatiepsychologen (A&O psychologen)
• Sportpsychologen: helpen atleten
• Schoolpsychologen: lesgeven en leren. Ook sociale omstandigheden van leerlingen
• Klinisch psychologen en counselors: helpen mensen zich aan te passen op sociaal en
emotioneel gebied
• Forensisch psychologen: wets- en rechtssysteem.
• Omgevingspsychologen: interactie met omgeving en milieu
• Gerontopsychologen: ouderen helpen met gezondheid en leren omgaan met problemen

Psychiatrie: een medisch specialisme dat zich richt op de diagnose en behandeling van mentale
stoornissen. Psychiaters hebben een medische opleiding genoten. Het is vaak ernstiger stoornissen
dan psychologie en ook vaker vanuit medische invalshoek. Ze zien mensen als patiënten. Het is veel
minder breed.

Pseudopsychologie: niet-onderbouwde psychologische aannamen die als wetenschappelijke
waarheden worden gepresenteerd (bv horoscopen en paranormale fenomenen).

Zes vaardigheden voor kritisch denken:
1. wat is de bron? Heeft deze bron iets belangrijks te winnen bij een bewering (bv financieel gewin).
2. is de bewering redelijk of extreem? Voor buitengewone beweringen is buitengewoon bewijs nodig.
3. wat is het bewijs? Er is wetenschappelijk bewijsmateriaal nodig, geen anekdotisch bewijsmateriaal:
getuigenissen die de ervaringen van iemand of enkele personen schetsen, maar ten onrechte voor
bewijs worden aangezien.
4. kan de conclusie zijn beïnvloed door bias? Bias: een vooroordeel, vervorming of vertekening van
een situatie, meestal op basis van persoonlijke ervaringen en waarden.
Emotionele bias: de neiging om oordelen te vellen gebaseerd op attitudes en gevoelens, in plaats van
op een rationele analyse van het bedrijfsmateriaal (bv bang voor criminelen, dus daardoor een harde
aanpak willen).
Confirmation bias: de neiging om informatie die niet bij je opvattingen aansluit te negeren of te
bekritiseren en om in plaats daarvan informatie te zoeken waar je het wel mee eens bent. Ook wel
bevestigingsbias genoemd (bv vaker onthouden dat je gewonnen hebt in casino).
5. worden veelvoorkomende denkfouten vermeden? Gezond verstand is vaak geen aanname van
wetenschappelijk bewijs. Ook worden vaak correlatie-causaliteit-denkfouten gemaakt (bv ijs eten
leidt tot veel moorden).
6. zijn voor het oplossen van het probleem verschillende invalshoeken nodig?
Vaak is een complexere oplossing nodig, omdat het probleem uit verschillende facetten bestaat.

,Zes belangrijke perspectieven domineren het veld van de moderne psychologie. Deze perspectieven
zijn ook in combinatie te gebruiken; bepaald gedrag is namelijk niet altijd alleen te verklaren uit één
perspectief. Pag 18 heeft een goed overzicht.

Biologisch perspectief: scheiding lichaam en geest
Descartes: een scheiding tussen spirituele geest en fysiek lichaam. Er waren toentertijd belangrijke
biologische ontdekkingen (met zenuwen) gedaan, die dit idee versterkte. Biologische processen
liggen ten grondslag aan sensaties ipv spirituele krachten.
Descartes hoorde bij het rationalisme: het denken is het enige middel om aan wetenschap te doen.
Hiertegenover stond het empirisme: waarnemen is het enige middel om aan wetenschap te doen.
Biologisch perspectief: zoekt de oorzaken van gedrag in het functioneren van de genen, de hersenen
en het zenuwstelsel en hormoonstelsel. De geest is een product van de hersenen.
Twee variaties:
1. Neurowetenschap: richt zich op begrip van hoe de hersenen gedachten, gevoelens, motieven,
bewustzijn, herinneringen en andere mentale processen creëren. Doen onder andere onderzoek
naar hersengolven.
2. Evolutionaire psychologie: beschouwt gedrag en mentale processen op basis van hun genetische
aanpassingen aan overleving en voortplanting. Ideeën van Darwin en de natuurlijke selectie. (bv gif
was bitter, dus baby's lusten geen bitter).

Cognitief perspectief: begin wetenschappelijke psychologie
Kwam voort uit de scheikunde. De scheikunde kon worden gebruikt om zowel geest als lichaam te
bestuderen.
Wundt onderzocht sensorische en emotionele reacties op verschillende prikkels.
Introspectie: beschrijving van je eigen innerlijke, bewuste ervaringen.
Structuralisme: trachtte de basisstructuren van de geest en de gedachten te ontrafelen. Zocht de
'elementen' of onderdelen van de bewuste ervaringen.
Kritiek dat de introspectie te subjectief was.
Gestaltpsychologen concentreerden zich op het geheel van onze bewustzijnservaringen als meer dan
de som van de delen en probeerden te begrijpen hoe we perceptuele gehelen vormen. (gestalt
betekent geheel).
Functionalisme: psychische processen kunnen het beste begrepen worden in het licht van hun
adaptieve nut en functie. Leek dus weer meer op Darwin. Welke mensen passen zich aan aan de
werkelijke wereld. Ontwikkelde de eerste toegepaste psychologie (werd toegepast om het menselijk
leven te verbeteren).
Cognitief perspectief: een van de belangrijkste perspectieven, waarbij de nadruk ligt op mentale
processen, zoals leren, geheugen, perceptie en denken als vormen van informatieverwerking.
Iemands gedachten en handelingen zijn het resultaat van het unieke cognitieve patroon van
waarnemingen en interpretaties van ervaringen.
Door brain-image technieken (zoals MRI) kan nu meer objectief onderzoek worden gedaan.

Behavioristisch perspectief: waarneembaar gedrag
Bestuderen van de geest zou geen onderdeel moeten uitmaken van de psychologie. Het zou zich
alleen maar met waarneembare gebeurtenissen moeten bezighouden: fysieke stimuli vanuit de
omgeving en de waarneembare reacties van het organisme daarop.
Behaviorisme: streefde ernaar om van de psychologie een objectieve wetenschap te maken die zich
alleen op gedrag richtte en niet op mentale processen.
Skinner noemde dat de geest zoiets subjectief was dat we het bestaan ervan niet eens konden
bewijzen. Iemand gedachten of emoties waren dus irrelevant. Alleen gedrag was betrouwbaar.
Behavioristisch perspectief: zoekt bron van onze handelingen in stimuli vanuit de omgeving, in plaats
van innerlijke mentale processen (bv een kind netjes laten praten als er een consequentie is). Gedrag
kan men wijzigen door de omgeving te wijzigen.

,Whole-person: psychodynamisch, humanistisch, karaktertrekken en temperament
Persoonlijkheid en psychische stoornissen waren voornamelijk ontstaan uit processen in de
onbewuste geest, en niet het bewustzijn. Basis dus vanuit onbewuste processen. Het kon de gehele
persoon verklaren en niet alleen delen daarvan zoals de andere perspectieven hadden gedaan.
Psychodynamische psychologie: begrijpen van het menselijk functioneren in termen van onbewuste
behoeften, verlangens, herinneringen en conflicten. De onbewuste geest is de energie voor de
persoonlijkheid. Bekendste vertegenwoordiger is Freud.
Psychoanalyse: veronderstellingen van Freud, die de nadruk legt op onbewuste processen. Zowel de
theorie als de behandelmethode. Analyse van dromen, versprekingen en vrije associatie om
aanwijzingen te krijgen van onbewuste conflicten en verlangens waarvan wordt gedacht dat ze door
het bewustzijn worden gecensureerd.
Kritiek dat het niet toetsbaar is aan de werkelijkheid.
Perspectief vanuit de gehele persoon: draait om een globaal inzicht in de persoonlijkheid, waaronder
psychodynamische, humanistische psychologie en van de karaktertrekken en temperament.

Humanistische psychologie: klinische benadering die de nadruk legt op de mogelijkheden, groei,
potentie en vrije wil van de mens. Nadruk op positieve kanten. Mensen zijn organismen met een vrije
wil en kunnen keuzes maken. Geen onbewuste processen en ook geen speelbal van prikkels uit de
omgeving (behaviorisme).
Opvattingen die je over jezelf hebt, hebben allemaal invloed op je gedachten en dus op de
ontwikkeling van je potentieel.

Psychologie van karaktertrekken en temperament: ziet gedrag en persoonlijkheid als de producten
van fundamentele psychologische kenmerken. Verschillen tussen mensen ontstaan uit verschillen in
stabiele kenmerken en neigingen, die karaktertrekken en temperamenten worden genoemd. Bv
introversie en extraversie zijn karaktertrekken.
Ook verschillen mensen op niveau van temperament. Zijn op zijn minst voor een deel biologisch van
aard en tamelijk consistent in de tijd.

Ontwikkelingsperspectief: veranderingen door nature en nurture
Ontwikkelingsperspectief: nadruk op erfelijkheid en omgeving, en op voorspelbare veranderingen die
zich voordoen tijdens de levensloop. Psychologische verandering is het gevolg van een interactie
tussen erfelijke eigenschappen en de invloed van onze omgeving. Nature (biologisch) en
nurture(behaviorisme) komen samen in dit perspectief.
Mensen veranderen op voorspelbare wijze naarmate de invloeden van erfelijkheid en omgeving zich
in de loop van de tijd ontplooien.

Het socioculturele perspectief: individu in context
Socioculturele perspectief: legt de nadruk op het belang van sociale interactie, sociaal leren en een
cultureel perspectief. Sociale invloed staat centraal.
Cultuur: een complete mix van taal, opvattingen, gewoonten, waarden en tradities die wordt
ontwikkeld door een groep mensen en die wordt gedeeld met anderen in dezelfde omgeving.
Crosscultureel psycholoog: specialisme die geïnteresseerd is in de manieren waarop psychologische
processen verschillen tussen mensen van verschillende culturen. Ze hebben het vooroordeel van de
Europese cultuur erkend.
Ze ontkennen de andere perspectieven niet, maar geven een bijkomend concept: de kracht van de
situatie. Soms is de situatie sterker dan alle andere factoren die het gedrag beïnvloeden.

Holisme: visie die totaliteit altijd belangrijker vindt dan de som der delen. Het gedrag wordt dus
bepaald vanuit meerdere perspectieven.

, Hoe vergaren psychologen nieuwe kennis?
Wetenschappelijke methode: uit vier stappen bestaande procedure voor empirisch onderzoek van
een hypothese, waarbij de omstandigheden zo zijn gekozen dat vooroordelen en subjectieve
oordelen worden uitgesloten.
Empirisch onderzoek: gegevens worden verzameld door middel van objectieve informatie uit de
eerste hand, gebaseerd op sensorische ervaring en observatie.
Op grond van empirisch onderzoek wil de psychologie uiteindelijk allesomvattende verklaringen voor
gedrag en geestelijke processen ontwikkelen.
Theorie: toetsbare verklaring voor een aantal feiten of observaties. Het is dus geen wilde speculatie.
De theorie kan feiten verklaren en kan worden getest.

Vier stappen wetenschappelijke methode:
1. hypothese ontwikkelen
2. objectieve data verzamelen
3. resultaten analyseren
4. resultaten publiceren, bekritiseren en repliceren

Hypothese
Hypothese: voorspelling van de uitkomst van een wetenschappelijk onderzoek: een bewering over de
relatie tussen variabelen en een onderzoek.
Een hypothese moet falsificeerbaar zijn: weerlegbaar. Er moet dus kunnen worden bewezen of deze
juist of onjuist is. Dus niet een waarde (bv slecht of goed) maar echt een antwoord op de vraag.
Vervolgens moeten alle variabelen in concrete termen worden gedefinieerd.
Deze termen heten operationele definities: objectieve beschrijving van een concept bij het
wetenschappelijke onderzoek (bv hoeveelheid suiker, mate van activiteit etc.)

Data verzamelen
Hier begint het empirisch onderzoek. Zorgvuldig en systematisch bewijs verzamelen.
Data: informatie, gegevens die door een onderzoeker zijn verzameld en die worden gebruikt om een
hypothese te toetsen. Dit moet generaliseerbaar zijn.
Experimentele conditie: omstandigheden waaraan de leden van de experimentele groep tijdens de
speciale behandeling worden blootgesteld.
Experimentele groep: proefpersonen die worden blootgesteld aan de speciale behandeling die men
onderzoekt.
Controleconditie: omstandigheden waaraan de leden van de controlegroep tijdens het experiment
worden blootgesteld. Identiek aan de condities van de experimentele groep, met uitzondering van de
speciale behandeling.
Controlegroep: proefpersonen die worden gebruikt als vergelijkingsmateriaal naast de experimentele
groep. Geen speciale behandeling.
Onafhankelijke variabele: onderzoeker kan het onafhankelijk manipuleren, zelf bepalen. De oorzaak.
Afhankelijke variabele: het gevolg. Deze variabele wordt gemeten of geobserveerd. Door de
onafhankelijke variabele beïnvloed.
Randomisering: deelnemers worden uitsluitend volgens toeval in een groep ingedeeld.

Resultaten analyseren
De onderzoeker kijkt of de hypothese de test heeft doorstaan of moet worden verworpen. De
onderzoeker berekent of de resultaten significant zijn: waarschijnlijk dat het effect niet door toeval is
ontstaan, maar door de onafhankelijke variabele.

Resultaten publiceren
Onderzoekers kijken of het onderzoek bestand is tegen kritiek. Dit doen ze door het te publiceren.
Collega's zullen op zoek gaan naar zwakke plekken van het onderzoek.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bertesteyn. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.44. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.44  1x  sold
  • (1)
Add to cart
Added