100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Verdieping Minor NGT $10.04
Add to cart

Summary

Samenvatting Verdieping Minor NGT

 4 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van het vak verdieping voor de Minor NGT. Verdieping: Taalkunde, logopedie en doofblindheid.

Preview 3 out of 18  pages

  • No
  • Ziektebeelden en communicatie methoden
  • July 6, 2020
  • 18
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Taalkunde
Figuur achtergrond principe:
Gesproken: Beer voor de kast.
Visueel: Eerst de kast, dan de beer.

Ruimte gebruik.

Gebarentaal heeft meer simultaneïteit.
Bijvoorbeeld tegelijk het mondbeeld met het gebaar.

Het tempo van Gebarentaal is hetzelfde als gesproken taal.
Efficiëntie is hetzelfde.

NmG is GEEN taal, maar een systeem.

Iconiciteit kan kan cultureel gebonden zijn.
Zoals het gebaar voor drinken of water in verschillende landen (en gebarentalen).

Gebaren kunnen veranderen. Ook in Arbitrair en Iconisch opzicht.

Gebarentaal wordt (net als bij spraak) ook links in de hersenen verwerkt. Een fout in de
rechterkant van de hersenen kan ook effect hebben op het begrip van gebarentaal.

Gebarentaal verwerving:
Ook brabbelen, maar dan met de handen. Bewegingen en handvormen wordt nagedaan.

95% van de dove kinderen worden geboren bij horende ouders.
De gevaren hierbij zijn dat de kinderen misschien een onvolledig aanbod aan gebarentaal krijgen.
Een verlaagde of een minder volledige verwerving. Er zal ook variatie in structuren ontstaan.

Begrip Betekenis Voorbeeld

Modaliteit Hoe taal wordt gebruikt, ook wel -
de uitingsvorm van taal.
Arbitrair Willekeurig, geen relatie tussen Stoel (gebaar).
vorm en betekenis.

Generatief Tools om oneindig veel te kunnen. -

Conventioneel In overleg. Gedeelte betekenis. Brusjes (gesproken woord voor
broers en zusjes bij elkaar).

Onomatopeën Wel een connectie tussen vorm Koekkoek (gesproken woord).
en betekenis.

Iconisch Alleen bij NGT. Connectie tussen Vlinder (gebaar).
vorm en betekenis.

Vormen van communicatie Manueel naar Visueel. Gebarentaal.
Oraal naar Auditief. Gesproken taal.

Parameters Groepen basiselementen voor Manueel (altijd):
gebarentaal. Locatie (plaats), handvorm,
oriëntatie en beweging.
Manueel deel. Niet-Manueel (niet altijd):
Niet-Manueel deel. Gesproken component, orale
component, mimiek en
lichaamshouding.

,Begrip Betekenis Voorbeeld

Locaties Hoofd, bovenlichaam, niet -
dominante hand, neutrale ruimte.

Meest voorkomende 9 handvormen. Ongemarkeerd:
handvormen Ongemarkeerd: Makkelijk, een B, 1, 5, S.
kind pakt deze het snelste op. Gemarkeerd:
Gemarkeerd: Moeilijker dan Geld, T, A, V, C.
Ongemarkeerd.

Oriëntatie Wijst naar de plek van articulatie. Palm, rug, pink, duim,
vingertoppen, pols van de hand.

Beweging Pad beweging: Van A naar B. Mee (gebaar).
Hand interne beweging. Kip en Blond (gebaren).
Beide tegelijk. 100 (gebaar).

Manner Manier van de beweging. Snel of langzaam.

Hold Gebaar stopt. Geel (gebaar).
In tegenstelling tot gebaren die
doorgaan. Werken en Oefenen (Gebaren).

Foneem Klank. Betekenisloos op zichzelf, Verschil tussen Pak en Dak
maar wel betekenis (gesproken woorden).
onderscheidend.

Minimaal paar Woorden met een foneem Pak en Dak (gesproken woorden).
verschil, waarbij de betekenis wel
veranderd.

Minimaal paar in NGT Woorden met een parameter De gebaren Dag en Maand
verschil. (Alleen plaats verschilt).

Allofoon Verschil waarbij er geen betekenis Zachte en harde G.
verschil optreed.

Allofoon in NGT Klein verschil in handvorm, De duim omhoog of plat houden
waarbij het woord niet veranderd. van B-Hand bij het gebaar Trein.

Assimilatie De invloed van een klank door de V klinkt als een F.
klank ervoor. M klinkt als een N.

Leengebaren Gebaseerd op vingerspellen. Blauw (gebaar).
Uit een andere gebarentaal. B en L en de draaiing van de U.

Geïnitialiseerde gebaren Van de eerste letter van het Laarzen, Wijn, Kikker (gebaren).
woord een gebaar mee maken.

Lexical Gap Een nog niet bestaand woord, -
welke wel zou kunnen bestaan
volgens de fonologische regels.

Frozen Lexicon Gebaren met een vaste basis -
vorm.

Productive Lexicon Gebaren zelf creatief maken. -

Neutrale ruimte De kleine ruimte waar de handen Gebruikt bij gebaren zoals Fietsen
in rust hangen. en Werken.

Syntactische ruimte De ruimte op navelhoogte, om -
zinnen te formuleren.

, Begrip Betekenis Voorbeeld

3D ruimte Gehele gebarenruimte. Laag bij bijvoorbeeld Kind en
hoog bij bijvoorbeeld Hemel.

Passieve hand De niet dominante hand (vaak de De niet bewegende hand bij de
niet bewegende hand). gebaren Koffie en Docent.

Regels bij 2 handige gebaren Symmetrie. Fietsen (gebaar).
Dominantie passieve hand is een Koffie (gebaar).
B, 5, S of C hand.
In andere gebarentalen gelden er (Uitzondering: Geleende gebaar
andere regels. voor Youtube.)

Classifiers Een betekenis dragende Classifiers komen niet voor in de
handvorm. Nederlandse gesproken taal.
Een kenmerkend/beeldend Verschillende manieren van
aspect. Niet het standaard Geven. Een manier voor het
gebaar. woord Stoel.
Verwijzen naar een zelfstandig Geld ligt Rond op straat (munt).
naamwoord in de zin. Geld ligt Plat op straat (biljet)

Frozen bouwstenen Fonemen Verschil tussen Dag en Maand
(Gebarentaal).

Productive bouwstenen Morfemen Morfemen zijn: Kleinste betekenis
dragende elementen van een taal.

Gesticulatie Gebaren tijdens praten. Niet hetzelfde als gebarentaal.

Entiteit classifier Bij een object wat zelf beweegt. Auto (Platte vlakke hand),
Handvorm verwijst naar een Vrachtwagen Niet platte vlakke
vorm. hand), Persoon (Wijsvinger
omhoog (lang dun voorwerp)).

Hanteer classifier Bij een object wat wordt Verschil tussen papier aangeven
bewogen. en een fles aangeven.
Hoe hanteer je iets. (Vaak het
onderwerp.)

Contour gebaren De vorm aangeven. Hoe ziet iets Bijvoorbeeld een stervormige
eruit. spiegel: Eerst standaard gebaar
en daarna de vorm aangeven.

Pronominalisatie Verwijzen naar een eerder De broer van mijn vriendin is jarig.
genoemde entiteit d.m.v. een Hij heeft een fiets gekregen.
persoonlijk voornaamwoord.

Voorwaarden Pronominalisatie Gesproken taal:
Introduceren van entiteit.
Gebarentalen:
Introduceren van entiteit EN
Localiseren van entiteit.

Referent Datgene waarnaar een woord of
gebaar verwijst.

Lokalisatie Het plaatsen van niet aanwezige
entiteiten in de syntactische
ruimte.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sabbiez. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $10.04. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64419 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$10.04  4x  sold
  • (0)
Add to cart
Added