100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting: Nectar biologie: Hoofdstuk 3; Ecosystemen (VWO 4) $3.20
Add to cart

Summary

Samenvatting: Nectar biologie: Hoofdstuk 3; Ecosystemen (VWO 4)

1 review
 45 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting Nectar 3e editie VWO 4 Hoofdstuk 3: Ecosystemen. In de samenvatting zijn de volgende paragrafen samengevat: 3.1; Kwetsbare ecosystemen (CE) 3.2; Energie (CE) 3.3; Reducenten (CE) 3.4; Veranderende ecosystemen (CE) Alle begrippen zijn groen gekleurd in de samenvatting. Heb je vragen? St...

[Show more]
Last document update: 4 year ago

Preview 3 out of 6  pages

  • No
  • Hoofdstuk 3
  • July 6, 2020
  • July 6, 2020
  • 6
  • 2019/2020
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: JudithVWO • 3 year ago

avatar-seller
VWO 4


Samenvatting




Nectar biologie: Hoofdstuk 3;
Ecosystemen



Judith Vuijst
CSVVG Vincent van Gogh

, Biologie samenvatting Hs 3; Ecosystemen

3.1 Kwetsbare ecosystemen Organisch Anorganisch
- grote moleculen - kleine moleculen
Ecosysteem
- ingewikkeld - eenvoudig
Een afgebakend gebied met organismen en - bevat veel energie - bevat weinig energie
(a)biotische factoren is een complexe - zeker C,H,O en veelal N,S,F - alle variaties
zelfstandige eenheid, een ecosysteem. Dankzij - glucose, eiwitten, vetten, vitamines - H2O, kalk, ionen, NH3
kringlopen heeft een ecosysteem nauwelijks uitwisseling van stoffen met andere ecosystemen.

In ecosystemen maken producenten mbv zonlicht energierijke organische stoffen, waarmee zij zichzelf
opbouwen. Deze organische stoffen zijn brand- en bouwstof voor alle andere organismen. Consumenten
(herbivoren en carnivoren) gebruiken het voor groei en als energiebron voor hun activiteiten. Daarbij
ontstaat warmte die het ecosysteem verlaat. Organische stoffen komen via de voedselketens terecht in
detritus (dood organisch materiaal), dat voedsel is voor detrituseters en reducenten. Reducenten
verwerken organische stoffen tot anorganisch. Na deze laatste stap zijn de stoffen als mineralen weer
beschikbaar voor producenten. Tijdens route door voedselketen verdwijnt de door planten vastgelegde
energie stap voor stap uit het ecosysteem als warmte.

Veranderingen in ecosystemen
Maximale populatiegrootte die een gebied kan onderhouden, heet de draagkracht vh ecosysteem. De
beperkende factor is bepalend voor de draagkracht. Samenstelling van de meeste populaties van een
ecosysteem verandert constant. Aantallen nemen toe of juist af, nieuwe populaties ontstaan en oude
verdwijnen. Deze populatiedynamiek beïnvloedt een ecosysteem. Niet alleen biotische factoren
beïnvloeden ecosystemen, ook abiotische zoals water en temp.

Verstoringen
Veranderingen kunnen blijvend zijn. Vossen kunnen zoveel eieren eten, dat er nauwelijks jonge dieren
bijkomen. Soms verandert een abiotische factor een populatie blijvend. Zo kan een overstroming alle
organismen wegvagen. Blijvende, snel optredende veranderingen in ecosystemen heten verstoringen.
Meeste zijn van menselijke oorsprong. Aanleg van een fietspad of ’t kappen van regenwoud voor akkers:
ecosystemen veranderen voor goed. Een verstoring kan klein beginnen en pas na lange tijd zichtbaar zijn. In
verstoorde ecosystemen treden vaak plagen op doordat predatoren bijv verdwenen zijn.

3.2 Energie
Voedselpiramides
Soms is ‘t onmogelijk om voedselrelaties aan te geven met aantallen, d’r zijn teveel organismen. Aantallen
geven ook niet weer hvl energie de organismen uit hun voedsel halen waar het bij voedselrelaties om gaat.
Daarom gebruiken we biomassa, ‘t totaalgewicht van organismen. We gebruiken het drooggewicht: het
versgewicht - het gewicht aan water. Drooggewicht is een goede maat voor hvlheid energierijke stoffen die
organismen bevatten.
Voedselpiramide: alle drooggewichten in vorm liggen staafdiagram. Opp elke staaf is maat voor biomassa.
Daaruit zie je hvl (kilo)gram nodig is om dieren in leven te houden.


In een ecosysteem let je niet op individuele soorten, maar op groepen soorten die op een vergelijkbare
wijze aan hun voedsel komen. Daarom staan alle producenten van een ecosysteem in één staaf: eerste
trofische niveau (P) vd piramide. Daar bovenop ligt de staaf vd consumenten vd eerste orde (C1
planteneters), daarna consumenten vd tweede orde (C2 dieren die planteneters eten) en de consumenten

, vd derde orde (C3) enz. Hoe complexer ‘t ecosysteem, des te groter aantal trofische niveaus. Aantal
trofische niveaus is beperkt door ’t verdwijnen van energie.

Energiestromen
Lagen van voedselpiramide geven meer weer dan alleen biomassa. Voedsel bevat brandstoffen zoals
koolhydraten en vetten. Grootte van een laag is dus ook een maat voor energie op dat trofische niveau.
Doordat energie afkomstig is uit lager niveau, laat de afnemende grootte vd staven zien dat niet alle
energie in het hogere niveau terechtkomt.

Heterotrofe organismen zijn organismen die met hun voedsel organische stoffen opnemen die ze gebruiken
als brand- en bouwstof. Die organismen eten andere organismen waarbij een deel vd gegeten organische
stoffen onverteerbaar zijn en als uitwerpselen het lichaam verlaten. Rest vd organische stoffen wordt
gebruikt als energiebron voor levensprocessen en een klein deel gebruikt het dier als bouwstof voor zijn
lichaam.

In een energiestroomschema staan hvlheden organische stof die van toepassing zijn. Breedte vd bundels
geeft aan hvlheid energie erin zit. Onderaan staat breedste bundel: hvlheid energie die ’t dier via voedsel
binnenkrijgt. Eerste aftakking toont energie id uitwerpselen. Rest vd energie komt via ’t bloed in
organische stof ih lichaam terecht. Eerstvolgende aftakking is energie die verbruikt wordt door organische
stof te verbranden (activiteiten). Overgebleven energie zit id organische stof voor nieuw celmateriaal.

Productie
Eencellige planten nemen CO2 op uit water en maken mbv van zonlicht glucose en vele andere energierijke
koolstofverbindingen van. Het zijn autotrofe organismen, in staat om uit energiearme anorganische stoffen
energierijke organische stoffen te maken. Autotrofe organismen staan aan basis vd voedselpiramide, ze
leveren de bouw- en brandstoffen (en dus de energie) voor het hele ecosysteem.

Primaire productie is hvlheid (g/opp/jaar of g/volume/jaar) organische stoffen die producenten maken.
Fytoplankton kan zich bijv snel vermeerderen waardoor een kleine hvlheid ervan is staat is een grote
hvlheid consumenten te onderhouden.

Vergroten van productie
Alleen als producenten meer organische stoffen maken, kunnen er meer dieren van leven. Factoren die de
groei van fytoplankton beïnvloeden:
Licht:
- Voor groei fytoplankton is licht nodig. In helder water is hoge primaire productie mogelijk. Vertroebeling
gebeurt vooral in nazomer en fytoplankton groeit in voorjaar, dan is’t water helder. Dus licht is niet
beperkend voor de primaire productie
Voedingstoffen:
- Fytoplankton heeft naast CO2 ook meststoffen nodig om te groeien. Een verrijking van water met
voedingsstoffen heet eutrofiëring. Doordat grote hvlheden fosfaat id Waddenzee terecht is gekomen zijn
bepaalde soorten fytoplankton toegenomen met 450 g/m 2/jaar waardoor biomassa van algenetende
bodemdieren verdubbelt. Na een fosfaat verbod is de primaire productie afgenomen maar de biomassa
gelijk gebleven. Dus fosfaat beïnvloedt wel de primaire productie, maar is niet beperkend voor biomassa vd
consumenten. Fytoplankton heeft ook de voedingsstof nitraat nodig.
- Vaak komt via kunstmest nitraat (samen met fosfaat) ih water terecht, dit leidt tot algenbloei: explosieve
toename vd biomassa van fytoplankton en andere algen. Door zeestromingen gaat nitraatrijk water naar ’t
waddengebied en kan de primaire productie stijgen, wat leidt tot minder helder water. Ook breken

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller JudithVWO. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53022 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.20  1x  sold
  • (1)
Add to cart
Added