Single gene effect
Pleiotropie, één gen beïnvloed twee of meer fenotypische eigenschappen.
Nucleus
Celkern
Cytoplasma
Alles van de cel, behalve de kern, het membraan en de wand.
Chromosomen
Drager van deel erfelijk materiaal.
DNA
Molecuul met erfelijk materiaal.
Genen
Onderdeel van chromosoom met erfelijk materiaal.
Microdeletie
Deletie is een mutatie waarbij de hoeveelheid genetisch materiaal afneemt (verloren/breken). Als het
slechts een klein deel betreft; microdeletie.
Germ cellen (=kiemcel)
Seksueel reproductie cel
Autosomen
Chromosoom dat geen geslachtschromosoom is.
Nondisjunction
Niet op de juiste manier uiteengaan van cellen tijdens de celdeling.
Monosomy
Syndroom van Turner: één van de 46 chromosomen ontbreekt.
Translocation
DNA segment van de ene naar de andere chromosoom verplaatsen.
Mosaicm
Niet alle cellen in het lichaam hebben hetzelfde genetische materiaal
Coarctation of the aorta
,Vernauwing van de aorta, aangeboren.
Oestrogeen
Sterioid hormonen die een belangrijke rol spelen bij de ontwikkeling van de vrouw.
Contiguous gene syndromes
Aaneengesloten gensyndroom, klinisch genotype door chromosomale afwijking.
Fluorescent in situ hybridization (FISH)
Testen op de aan- of afwezigheid van specifieke chromosoomregio’s.
Mutaties
Erfelijke eigenschappen van het genoom
Puntmutatie: 1 nucleotide
Segmentmutatie: beïnvloeden structuur, grootschalig
Ploïdiemutatie: storing mitose/meiose
Allelles (homogeen/heterogeen)
Variantvorm van een bepaalde gen.
Genotypes
Eigenschappen individu geërfd van de ouders.
X-linked disorders
Overerving waarbij een mutatie in een gen op het X-chromosoom ervoor zorgt altijd tot expressie
komt bij mannen en bij vrouwen die homozygoot zijn voor genmutatie.
Trinucleotide repeat expansion disorders
Genetische stoornissen die worden veroorzaakt door een toename trinucleotideherhalingen in
bepaalde genen die de normale, stabiele drempel overschrijden
,Epigenetica
Invloed omkeerbare erfelijke veranderingen door omgevingsinvloeden.
Fenotype
Waarneembare eigenschappen van het organisme.
Genetisch imprinting
Genetisch fenomeen dat voor een klein percentage van de genen in het genoom een rol speelt. Een
proces waardoor een bepaald allel van een gen alleen tot uitdrukking komt (actief is) wanneer het
van een van de ouders afkomstig is (vader of moeder).
, Hoofdstuk 2. Foetale ontwikkeling
Neurlulatie
Instulpingsproces embryo naar de centrale buis
Caudaal regressie syndroom
Aangeboren aandoening waarbij het onderste stuk van de rug niet of gedeeltelijk is aangelegd.
Holoprosencephaly
Hersenen scheiden zich niet in de linker en rechterhemisfeer.
Lissencephaly
Glad brein, zonder gyiri en sulci
Developmental cerebellar cognitive affective syndrome
Schmamann syndroom. Aandoening als gevolg van schade aan het cerebellum.
Apoptosis
Geprogrammeerde celdood
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Charlottemenick. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.