Open vragen
Vraag 1
Noem de negen algemene uitgangspunten van het burgerlijk procesrecht.
- Recht op uitspraak en bijstand art. 17, 18 en 112 Gw.
- Onafhankelijke en onpartijdige rechter
- Hoor en wederhoor art. 19 Rv.
- Behandeling en beslissing binnen redelijke termijn art. 20 Rv.
- Openbaarheid van zitting en uitspraak art. 27&28 Rv.
- Motiveringsbeginsel art. 30 Rv; art. 121 Gw; art. 5 lid 1 wet RO.
- Geen rechtsweigering en volledige beslissing art. 26 en 33 Rv.
- Beginsel van partijautonomie/lijdelijkheidsbeginsel art. 24 Rv.
- Ambtshalve aanvulling van rechtsgronden art. 25 Rv. = De rechter is van mening dat de
grondslag van de vordering niet helemaal correct is en dit wordt aangepast door de rechter
zelf.
Vraag 2
Wat is de functie van deze algemene uitgangspunten?
Als je gaat procederen wil je op voorhand weten waar je aan toe bent, dit geldt niet alleen
voor de rechter maar ook de partijen. Het is uiteindelijk de bedoeling dat je er van uit kan
gaan dat je een eerlijk proces krijgt. Bijv.: motiveren uitspraak/onafhankelijke rechter.
Vraag 3
Geef gemotiveerd aan van welk uitgangspunt van het burgerlijk procesrecht onderstaand
wetsartikel een voorbeeld is.
a. Artikel 12 Wet RO: onpartijdige en onafhankelijke rechter.
b. Artikel 19 Rv: Hoor en wederhoor
c. Artikel 24 Rv: Beginsel van procesuatonomie/lijdelijkheidsbeginsel. = de rechter bepaald
zijn vonnis op basis van de standpunten en argumenten en bewijsstukken zoals door partijen
aangeleverd en mag niet op eigen initiatief de vordering vermeerderen/verminderen.
d. Artikel 30 Rv: motiveringsbeginsel.
e. Artikel 36 Rv: onpartijdigheid en onafhankelijkheid rechter. Als dit niet wordt vertrouwd
door een van de partijen, heb je de mogelijkheid de rechter te wraken. Andere rechters
gaan de zaak bekijken. De rechter kan bij weinig vertrouwen zichzelf terugtrekken door
middel van verschoning.
f. Artikel 121 GW: Openbaarheid van handeling en uitspraak & motivering van de beslissing.
Vraag 4
Frits en Mo spreken elkaar over procederen in Nederland. Volgens Fits duurt het eindeloos
om te procederen. Beginnen met een procedure bij de rechtbank, vervolgens hoger beroep
instellen bij het gerechtshof en uiteindelijk de zaak aanhangig maken bij de Hoge Raad.
Volgens Mo hoeft het allemaal niet zo omslachtig. De procespartijen kunnen namelijk
overeenkomen dat een procedure bij de rechtbank wordt overgeslagen en dat de zaak in
eerste aanleg wordt behandeld door het gerechtshof. Wat een onzin, roept Frits, je begint
een gerechtelijke procedure altijd bij de rechtbank.
Geef gemotiveerd aan of Frits dan wel Mo gelijk heeft. Van welk beginsel is hier sprake?
Dit bepalen partijen zelf. Het is aan partijen te bepalen waarover en hoe er wordt
geprocedeerd. Met instemming van de wederpartij kan je direct naar het gerechtshof. Art. 62
wet RO, dit wordt ook wel prorogatie genoemd.
Mo heeft gelijk in dit geval.
Vraag 5
Noem drie verschillende functies van het burgerlijk procesrecht
- Handhaven en beïnvloeden van materiële burgerlijke rechten en plichten.
1
,- Voorkomen van gerechtelijke procedures. Dit kan doordat het grootste deel van burgerlijk
recht in de wet is geregeld, dit proces zou dus buiten de rechter om gedaan kunnen worden.
- Voorkomen van eigenrichting: niet zelf je recht halen door bijv. Echt naar iemands huis te
gaan om jouw geld etc. te halen. Je legt een zaak voor aan de rechter die een eindbeslissing
neemt.
Studie-eindvragen
Beantwoord uit het boek ‘Praktisch Burgerlijk Procesrecht’ de studie-eindvragen 1.1 t/m 1.5,
2.1 t/m 2.5 en 9.1 t/m 9.4.
Vraag 1.1: Heb je te maken met materieel of formeel recht?
- Materieel recht: rechten en plichten die je hebt. Inhoudelijke rechten en plichten.
- Formeel recht: wat je kunt inzetten op jouw rechten om deze te kunnen afdwingen.
Procedureregels
Vraag 1.1a: Wat is het materieel burgerlijk recht?
Iemand koopt een auto, levering + koopsom = er hoeft hier niet te worden geprocedeerd.
Vraag 1.1b: Hoe ontstaat een verbintenis?
Door middel van de afspraak die je maakt met de wederpartij. Sluiten van een overeenkomst
die wederzijdse verplichtingen oplegt.
Verbintenis aangaan met een ander zonder wil bijv. door botsing tegen een ander. Je bent
verplicht die schade te vergoeden buiten een heel proces om.
Vraag 1.1c: dagvaarding.
Formeel recht. Je maakt een procedure aanhangig bij een gerechtelijke instantie. Bijv.:
uitblijven van vergoeden van schadevergoeding na het maken van een botsing.
Vraag 1.1d: Hoe wordt er geprocedeerd?
Getuigenverhoor. Sprake van formeel recht.
Vraag 1.2: Welke functie burgerlijk procesrecht?
A): Handhaven en beïnvloeden materiële burgerlijke rechten en plichten. Het gaat hier om
het incasseren van achterstallige betalingen.
B): Het handhaven en beïnvloeden materiële burgerlijke rechten en plichten. Hier is van
belang dat aan de rechter wordt gevraagd hoe het precies zit wegens het recht van overpad.
Vraag 1.2.2. Voorkomen van eigenrichting.
Als je het niet eens bent met het handelen van anderen kan je het heft niet in eigen handen
nemen maar dien je de zaak bij de rechter voor te leggen die hier uiteindelijk een
einduitspraak over doet.
Vraag 1.3 gerechtelijk procedure waarbij de zaak inhoudelijk niet goed is behandeld.
Hoor en wederhoor is hier geschonden, de rechter sluit een van de partijen uit.
De rechter handelt in strijd met het motiveringsbeginsel, hij legt niet uit hoe die tot zijn
conclusie is gekomen.
Niet onafhankelijke en onpartijdige rechter.
Vraag 1.4 de rechter heeft een eigen invulling aan het proces gegeven.
Beginsel van procesautonomie geschonden.
Vraag 1.5 Toelaten derde tot de zitting.
Openbare zitting en openbare vonnis. Bij uitzonderingen is dit niet toegestaan. Het gaat hier
om een echtscheidingszaak wat gevoelig ligt, hierdoor is het mogelijk de zaak achter
gesloten deuren te voeren beschermen minderjarigen en hun belangen.
2
, Vraag 2.1 Met wie heb je te maken met een materiële en formele procespartij.
In deze casus is Stiphout failliet verklaard. Hierdoor komt er een curator in beeld. De BV is
een handelingsonbekwame partij, de curator wordt hiermee de formele procespartij. Stiphout
is de materiële procespartij.
In geval dat het gaat om een minderjarige treden de ouders op die de formele procespartij
zijn. Omdat het gaat om belangen van een minderjarige is deze de materiële procespartij.
Een rechtspersoon kan zichzelf niet vertegenwoordigen, die moet zich laten bijstaan. Bijv.:
directeur die namens rechtspersoon optreedt: deze is geen procespartij dus formele partij.
Een advocaat is niet formeel en ook niet materieel betrokken bij een proces.
Vraag 2.2 welke rechter?
Art. 42 wet RO jo art. 93 Rv. In casu gaat het om gebruik van een zalencentrum zonder
bijzonderheid betreft de huur geen bijzondere wettelijke grondslag, dus kijken naar de
algemene regel waardoor hier de rechtbank bevoegd is.
Collectiviteitsactie: Art. 3:305b BW en 3:305c BW Geen sprake van een collectiviteitsactie
Vraag 2.3: Stellingvraag.
Buurman kan niet altijd als gemachtigde optreden art. 79 lid 2 Rv.
Als je zelf in persoon kan procederen kan je jezelf laten bijstaan door iemand of je door een
gemachtigde laten vertegenwoordigen. Laten bijstaan= ondersteuning tijdens procedure,
maar wel zelf verschijnen. Je laten vertegenwoordigen= namens de procespartij iets regelen.
Vraag 2.4 Met welke deelnemers heb je te maken in de gerechtelijke procedures?
De eisende partij.
De advocaat. (= geen procespartij).
Het betekenen van een processtuk is exclusief behouden aan de gerechtsdeurwaarder.
Het maken van een conceptuitspraak wordt geschreven door de gerechtssecretaris/-griffier.
Het doen van een uitspraak is voorbehouden aan een rechter.
Het maken van een proces verbaal ter zitting hangt af van de organisatie. Kan de
gerechtssecretaris/-griffier zijn.
Het tenuitvoerlegging is toegewezen aan de deurwaarder.
Vraag 2.5
Uitspraak wordt gedaan op basis van de feiten. De feiten zoals aan bod gekomen bij de
laatste gerechtelijke instantie worden meegenomen naar de HR waar deze dan uiteindelijk
mee verder gaat.
Bij de HR wordt de zaak door de enkelvoudige kamer in behandeling genomen art. 408a Rv
en art. 17 Rv. Na deze zitting wordt de zaak doorverwezen naar de meervoudige kamer art.
408a lid 2 Rv.
Vraag 9.1 Aanspraak maken op financiële ondersteuning
Via de wet rechtsbijstand, buiten de rechter om.
Vraag 9.2 Gemaakte kosten gerechtelijke procedure
In deze zaak gaat het om buitengerechtelijke kosten: kosten ivm werkzaamheden advocaat;
expertisekosten; reiskosten advocaat etc.
Vraag 9.3 aanspraak maken gesubsidieerde bijstand
Er dient te worden gekeken naar het inkomen en vermogen.
Art. 34 lid 2 rechtsbijstand niet van toepassing, haar vermogen is lager dan heffingsvrij
vermogen.
Eigen bedrage betalen moet altijd, de hoogte wordt berekend aan de hand van het inkomen
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller gbag. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.85. You're not tied to anything after your purchase.