Deze samenvatting is van het gehele boek 'Inleiding Organisatiekunde', hoofdstuk 1 tot en met hoofdstuk 9. Bij mij voor tentamen uit de periode van Businessmodel.
Hoofdstuk 1................................................................................................................................................... 3
1.1 Wat is een organisatie?..................................................................................................................................3
1.2 Globale ontwikkelingen in de organisatietheorie..........................................................................................3
1.3 Het economisch kringloopmodel....................................................................................................................4
1.4 Het managementproces.................................................................................................................................5
1.5 Beleidsuitgangspunten, doelstellingen, strategie en uitvoering....................................................................6
Hoofdstuk 2................................................................................................................................................... 7
2.1 Inleiding..........................................................................................................................................................7
2.2 Het strategisch ondernemingsplan................................................................................................................7
Hoofdstuk 3................................................................................................................................................. 10
3.1 Inleiding........................................................................................................................................................10
3.2 Arbeidsverdeling en coördinatie..................................................................................................................10
3.3 Taakverdeling...............................................................................................................................................11
3.4 Werkstructurering........................................................................................................................................11
3.5 Omspanningsvermogen, spanwijdte en spandiepte....................................................................................12
3.6 De basisconfiguraties van Mintzberg...........................................................................................................13
3.7 Coördinatie...................................................................................................................................................13
3.8 Organisatiestelsels.......................................................................................................................................14
Hoofdstuk 8................................................................................................................................................. 32
8.2 Wat is cultuur?.............................................................................................................................................32
8.3 Cultuurniveaus.............................................................................................................................................32
8.4 Cultuurdiagnose...........................................................................................................................................32
8.5 Factoren die een cultuur bepalen.................................................................................................................32
8.6 Cultuurverandering......................................................................................................................................33
Organisaties zijn doelgerichte samenwerkingsverbanden. Sommige auteurs voegen
het continuïteitsstreven toe en spreken van een doelgericht samenwerkingsverband
dat blijvend is.
Onder het begrip organisatie vallen:
- Bedrijven (profit en non-profit)
- Overige samenwerkingsverbanden (sportvereniging)
Organisaties kunnen ook op terrein van rechtsvormen verdeeld worden:
- Organisaties zonder rechtspersoonlijkheid (eenmanszaak, vof, commanditaire
vennootschap)
- Organisaties met rechtspersoonlijkheid (bv, nv, vereniging, coöperatie,
onderlinge waarborgmaatschappij, stichting)
Er ontstaan steeds meer samenwerkingsverbanden tussen organisaties, zowel op
nationaal als op internationaal niveau.
Binnen het algemene maatschappelijke verkeer speelt het economisch verkeer een
belangrijke rol, omdat veel transacties in geld worden uitgedrukt.
1.2 Globale ontwikkelingen in de organisatietheorie
De eerste aanzet tot organisaties werd gegeven tijdens de Eerste Industriële
Revolutie, er was een versnelde ontwikkeling op technisch en economisch gebied
wat leidde tot concentratie van productie in fabrieken.
De ontwikkeling van organisatietheorie is in drie perioden te onderscheiden:
1. Eind negentiende eeuw tot circa 1935
Het scientific management van Frederick Taylor, efficiency van Henry Ford,
general management theory van Henry Fayol en Max Weber (met eenheid-
van-bevelprincipe)
2. Circa 1935 tot circa 1955
Humanrelationsbenadering, Hawthrone-experimenten, organisaties zijn nog
gesloten systemen, het revionisme van Bennis.
3. Circa 1955 tot heden
Grote maatschappelijke veranderingen, organisaties worden open systemen,
opkomst van systeemtheorie.
Organisatiekunde als vakgebied heeft een sterk interdisciplinair karakter.
Problemen moeten vanuit verschillende invalshoeken integraal worden aangepakt,
omdat daarmee synergievoordelen worden bereikt.
In de onderhavige periode verandert de besluitvorming van een objectieve
rationaliteit in een subjectievere nationaliteit. Verscheidende vormen van
3
, betrokkenheid, medezeggenschap en delegatie komen op en zorgen dat de
betrokkenheid en de invloed op lagere niveaus toenemen.
Bij het ontstaan van verschillende vormen van overleg en participatie past ook het
gedachtegoed van de contingentiebenadering eind jaren tachtig. Aanhangers van
deze stroming stellen dat er niet één beste manier van leidinggeven en structureren
is, het wordt bepaald door de situatie waarin de organisatie zich bevindt.
Volgens Peter Drucker is de westerse wereld na de Industriële Revolutie aangeland
in een periode waarin kennis de essentiële productiefactor is geworden. Er heeft een
kennisrevolutie plaatsgevonden.
Henry Mintzberg heeft een aantal basisconfiguraties ontwikkeld, ideaaltypen van
de manier van leidinggeven en structureren. Uitgangspunt is de gedachte dat de
beste manier van leidinggeven en structureren niet bestaat.
Michael Porter introduceerde het vijfkrachtenmodel, een hulpmiddel bij het
analyseren van de markt en de concurrentie. Hij onderscheidt naast directe
concurrenten ook potentiële toetreders, aanbieders van substituut artikelen, de
handel en de leveranciers, tegen de achtergrond van toetredings- en
uittredingsbelemmeringen.
Michael Hammer stelt dat de traditionele manier van structurering en verdeling van
werkzaamheden zal verdwijnen. De nieuwe tijd vraagt om meer zelfsturing van
werknemers, waardoor het onderscheid tussen leiding en uitvoerenden in
toenemende mate vervaagt.
Trends in de ontwikkeling van organisaties:
Jaren Markteisen Performancecriteria Mechanisme Ideaaltype
bedrijf
Zestig Prijs Efficiency Specialisatie en Efficiënte firma
hiërarchisering
Zeventig Prijs en Efficiency en kwaliteit Communicatie en Kwaliteitsfirma
kwaliteit samenwerking
Tachtig Prijs, kwaliteit Efficiency, kwaliteit en Integratie en Flexibele firma
en flexibiliteit flexibiliteit decentralisering
Negentig Prijs, kwaliteit, Efficiency, kwaliteit, Participatie en Innovatieve
flexibiliteit en flexibiliteit en innovatie democratisering firma
innovatie
Nul (2000) Idem plus Snelheid (time to Interactiviteit Netwerkfirma
variabiliteit market)
1.3 Het economisch kringloopmodel
De economische kringloop – de wisselwerking tussen de verschillende organisaties –
is de motor van onze maatschappij. Met behulp van het economisch
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller denisebomhof. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.94. You're not tied to anything after your purchase.