Een uitgebreide protocol voor de vaardigheidstoets ADD in jaar 3. Dit is alleen het onderdeel afasie, de onderdelen dysartrie en dysfagie zijn apart te kopen.
In dit protocol worden de protocollen genoemd voor de acute, revalidatie en chronische fase met doelen, werkwijzes en de evaluaties. Ook st...
Beoordelingsformulier Vaardigheidstoets 3 ADD
- De student trekt de juiste conclusie uit de resultaten op de verschillende tests en onderzoeken en
voert hiervoor de juiste argumenten aan (1 punt)
Conclusie 1 met argumenten….
Conclusie 2 met argumenten….
Conclusie …
- De student beschrijft welke niet-logopedische stoornissen de diagnostiek, de behandeling van de
logopedist en/of de communicatie met de revalidant beïnvloeden en hoe (2 punten)
- De student schrijft een behandelplan dat middelen, doelen, behandelfrequentie en evaluatie bevat
(7 punten)
- A. behandelplan 1e periode
De doelen passen bij de correct gediagnosticeerde stoornis en (2 punten)
Zijn begrijpelijk voor een leek.
Zijn in termen van de taalmodaliteiten gesteld. (geldt niet voor doelen t.a.v. voorlichting, slikken
en dysarthrie).
Beschrijven de specifieke woord- of zinssoort waaraan gewerkt wordt. (geldt niet voor doelen
t.a.v. voorlichting, slikken en dysarthrie).
Beschrijven de situatie (ruimte en/of persoon) waarin de nagestreefde vaardigheid uitgevoerd
wordt.
Beschrijven de periode waarin aan het doel gewerkt wordt
Zijn haalbaar in de gestelde periode
- De middelen (1 punt)
Voldoen zo veel mogelijk aan de heersende richtlijnen.
Passen bij het doel
Passen bij de aard en de ernst van de stoornis
Worden zodanig ingezet dat rekening gehouden wordt met cognitieve problemen van de
revalidant (1 punt)
- De evaluatie (1 punt)
Past bij het doel
Past bij de ernst van de stoornis
- B. behandelplan 2e periode
De doelen passen bij het participatieprobleem en (1 punt)
Zijn begrijpelijk voor een leek.
Sluiten zo veel mogelijk aan bij de wensen van de revalidant
Zijn in termen van de taalmodaliteiten gesteld. (geldt niet voor doelen t.a.v. voorlichting, slikken
en dysarthrie).
Beschrijven de situatie (ruimte en/of persoon) waarin de nagestreefde vaardigheid uitgevoerd
wordt.
Beschrijven de periode waarin aan het doel gewerkt wordt
Zijn haalbaar in de gestelde periode
De middelen (0,5 punt)
Passen bij het doel
Passen bij de aard en de ernst van de stoornis
De evaluatie (0,5 punt)
Past bij het doel
Algemene informatie
1
,Vaardigheidstoets 3 ADD (onderdeel Afasie)
Spontaan herstel
Vaak de eerste 6 maanden post onset. Binnen de eerste 24 uur herstelt er het meest. De eerste 3
maanden zie je het meeste herstel. Tussen de 3 en 6 maanden post onset is er nog steeds herstel
maar wel al veel minder. Na de 6 maanden zwakt de lijn af en is er geen spontaan herstel meer, maar
PMA kunnen dan nog wel stappen met therapie zetten.
Processen in spontaan herstel
- Diaschisis
Een ander gebied neemt de functies, van het gebied wat dood is, over. De buren krijgen geen
informatie meer van miep. Er komen nieuwe verbindingen waardoor het gebied eromheen het over
kan nemen. Hoe reageert de omgeving op het gedeelte wat dood is. Het hoeft niet allemaal in
dezelfde hemisfeer te gebeuren maar kan ook aan de spiegelzijde van de andere hemisfeer.
- Regenerative & collatoral sprouting
Sprouting: nieuwe verbindingen/wegen aanleggen. Dit kan op hersen- en zenuwniveau
Dit kan bij meerdere gebieden en hoeft niet per se alleen met omliggende gebieden
- Substitutie
We hebben vaak meerdere plekken om een functie uit te voeren. Als er dus een plek wegvalt, kan
een minder dominante plek het overnemen. Er hoeft dan dus geen nieuwe weg gemaakt te worden
- Bij langzaam progressieve ziektes zie je minder uitval omdat de hersenen meer de tijd hebben om
het over te nemen. Ze kunnen dus beter compenseren.
Artikel: Lazar (2010)
- Ernst van de afasie
Hoe ernstiger de afasie, hoe langer de herstelperiode. Hoe groter de afasie, hoe ongunstiger de
prognose.
- Leeftijd
Leeftijd is geen prognostische factor. Iemand van 40 en 90 kunnen net zo goed herstellen.
- Voorgeschiedenis
De voorgeschiedenis is belangrijk. Als je naast je afasie meerdere klachten hebt, dan is de kans op
herstel kleiner. Dat komt door de meerdere ziektes (diabetes, hart-en-vaat ziekte, etc.) die je hebt.
- Geslacht
Geen verschil in herstel of je vrouw of man bent.
- Rechts- of linkshandige
Maakt niet uit voor herstel.
- Psychosociale factoren
Weinig bewijs voor, dus maakt niet uit voor herstel.
Initial recovery: eerste 3 maanden post onset
Motor recovery: na de 3 maanden post onset
Richtlijn Diagnostiek en Behandeling
Bij mensen met vloeiende en niet vloeiende afasie werd een significante verbetering gezien in de
Palpa taken. Hier zeggen ze wel dat leeftijd, opleidingsniveau, type beroerte invloed heeft op herstel.
2
, Vaardigheidstoets 3 ADD (onderdeel Afasie)
Niet-logopedische stoornissen die de diagnostiek en behandeling van de logopedist en/of de
communicatie met de revalidant beïnvloeden en hoe
- Oriëntatie
Oriëntatie is het bewustzijn van zichzelf in relatie tot omgeving
-tijd: welke dag het is en hoe laat het is
-tijdschatting/tijdsbeleving: iemand komt te vroeg op een afspraak of wil alweer weg of hij heeft de
indruk dat hij erg lang moet wachten voordat hij bij de toiletgang wordt geholpen of persoon wil weg
in het midden van de test
-persoon: de patiënt herkent de logopedist niet waardoor hij angstig en verward kan raken
-ruimte: iemand herkent de ruimte niet
-plaats: iemand kan de weg niet vinden
Invloed op communicatie: iemand spreekt in verkeerde tijd en weet niet over wie je het hebt
- Aandacht
Aandacht speelt een belangrijke rol bij het waarnemen, denken, handelen en (her)leren van
vaardigheden. Bij de aandachtsfuncties speelt het tempo van informatieverwerking een belangrijke
rol
-activatie- of arousalniveau (alertheidniveau): iemand met een verminderd activatieniveau valt
regelmatig in slaap wanneer hij niet geactiveerd wordt, of de aandacht verminderd opvallend tijdens
handelingen of een gesprek. Iemand met een verhoogd activatieniveau zijn onrustig, kunnen moeilijk
stilzitten, zijn prikkelbaar en voortdurend opzoek naar nieuwe stimuli
-gerichte (selectieve) aandacht: iemand met een verhoogde afleidbaarheid kan zich tijdens de
therapie of bij het uitvoeren van handelingen regelmatig laten afleiden met voetstappen op de gang,
een medepatiënt of een voorbijrijdende auto. Als je snel bent afgeleid zal je testuitslag slecht zijn.
Het taalniveau kan dan slecht uitkomen, maar dat hoeft dan niet zo te zijn. Een verminderde gerichte
aandacht zal eerder naar voren komen in een drukke of meer complexe omgeving.
-verdeelde aandacht: iemand met een verlaagde verdeelde aandacht kan niet op meerdere dingen
tegelijkertijd reageren of meerdere taken naast elkaar uitvoeren. De patiënt kan daardoor niet meer
een gesprek voeren tijdens het lopen, activiteiten van het dagelijks leven (ADL) of oefeningen.
-volgehouden aandacht: iemand met een gestoorde volgehouden aandacht kan zijn aandacht niet
voor de duur van een activiteit gericht vasthouden, bijvoorbeeld tijdens een gesprek of oefening.
Iemand heeft dan een korte aandacht.
- Geheugen
Vermogen om informatie op te slaan, te bewaren en later weer toe te passen
-korte termijn geheugen (werkgeheugen): iemand kan informatie niet kortdurend opslaan. Een
opdracht of mededeling is dan snel weer vergeten.
-lange termijn geheugen: door herhaling kan informatie uit het korte termijn geheugen worden
opgeslagen in het lange termijn geheugen. Het lange termijn geheugen kun je onderscheiden in:
-declaratief of expliciet of bewust geheugen: ervaringen die niet bewust worden opgeslagen maar
‘vanzelf’ worden opgeslagen. Belangrijk bij het aanleren van vaardigheden waarbij bewuste
organisatie en planning een rol spelen zoals het vinden van een route, koken, aankleden, hobby-
activiteiten, agendabeheer of het onthouden van afspraken.
-procedureel of automatisch geheugen: de wijze waarop vaardigheden worden geleerd en
onthouden. Dit gebeurt min of meer automatisch, bijvoorbeeld traplopen. Belangrijk bij het aanleren
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller christinek. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.34. You're not tied to anything after your purchase.