hi,
in deze samenvatting vind je alles van blok 1.2 week 4-6.
dus hierin staat alles over de hoorcolleges, leerdoelen en de artikelen.
hopelijk heb je er iets aan.
succes met leren!
Samenstelling van plasma bestaat uit:
- 90% water, elektrolyten; (natrium, kalium, calcium magnesium, chloor en
bicacarbonaat), eiwitten, stoffen die tijdelijk in het bloed zitten.
Bloedcellen 3 soorten:
1. Leukocyten= de witte bloedcellen
2. Erytrocyten= rode bloedcellen
3. Trombocyten= bloedplaatjes, zijn eigenlijk geen cellen maar afgesnoerde deeltjes van
een cel.
Erytrocyten
Bouw= biconcave (dubbelholle schijfjes) schijfjes zonder celkern
Functie= zuurstoftransport dmv binding van zuurstof aan de rode bloedkleurstof hemoglobine
(hb), dit wordt gebonden door eiwitten.
Productie= wordt geproduceerd in het rode beenmerg
Afbraak= gebeurd in de milt en de lever
Trombocyten
Bouw= onregelmatige, grillige vorm
Functie= bloedstolling; hemostase hoe werkt het?
- Capillair en trombocyten zijn beschadigd
- Eerste propvorming door trombocyten
- Fibrinedraden vangen bloedcellen en veroorzaken bloedstolling
,Productie= in rood beenmerg vanuit megakarocyten= reuskernige cellen
Leukocyten
- Vormveranderlijke cellen
- Worden gemaakt in beenmerg en lymfatisch weefsel
- Leukodiapese; leukocyten bewegen zich door de capillairwand heen
Type leukocyten; garnulocyten en monocyten, en lymfocyten
Functie bij de afweer;
A-specifiek afweer= niet gericht op een bepaalde, ziekteverwekker en is aangeboren
Specifieke afweer= gericht op een bepaalde ziekteverwekker
Dit is belangrijk!
Neutrofiele granulocyten
Bouw= grote gelobde kern
Functie= fagocytose
Productie= rode beenmerg
Eosinofiele granulocyten
Bouw= grote gelobde kern
Functie= enzymen maken om parasieten mee aan te vallen
Productie= in het rode beenmerg
,Monocyten
Bouw= groot, c vormige kern
Functie= veranderen in macrofagen; fagocytose
Productie= in het rode beenmerg
Lymfocyten
Bouw= kleine cel met een grote kern
Functie= zorgen voor de specifieke afweer=immuniteit
Productie= in rode beenmerg en lymfatisch weefsel
= B lymfocyt= bcel
= T-lymfocyt= tcel
Specifieke versus, aspecifieke afweer
Je lichaam heeft; een algemene aspecifieke aangeboren weerstand die tegen alle antigenen is
gericht, een verworven specifieke weerstand, die tegen bepaalde antigenen is gericht.
Antigenen= zijn lichaamsvreemde stoffen zoals; bacteriën, virussen en cellen.
Wat gebeurd er wanneer pathogenen ons lichaam bedreigen?
Fysieke barriére 1e afweerlinie
Huid:
- Intacte huid
- Lage ph van de huid, waardoor bacteriedodend effect
- Huidflora
, Slijmvliezen= heel zuur
- Lysozym= bacteriedodend bijv in traanvocht
- Maagzuur in de maag
Inwendige niet-specifieke immuniteiet=2e afweerlinie
- Aspecifieke afweer bewaakt voortdurend het lichaam tegen pathogenen
Macrofagen; fagocytose van pathogenen
Neutrofiele granulocyten; fagocytose van pathogenen
Eosinofiele granulocyten; enzymen tegen parasieten
Naturelkiller-cellen; dit zijn T-lymfocyten die geïnfecteerde cellen opruimen
Eiwitten; interferon, complementsysteem
Ontstekingsreactie en koorts
Specifieke afweer= 3e afweerlinie
- Specifieke afweer
Wordt geactiveerd door de T helper lymfocyt
Deze activeert de B lymfocyten; deze veranderen in de plasmacellen die
immunoglobulines maken; humorale afweer
Deze activeert de cytotoxische T- lymfocyten; deze ruimen door een specifiek m.o.
geïnfecteerde cellen op
Deze bevordert het ontstaan van geheugen cellen
Specifieke afweer= immuniteit
2 soorten:
1. Humorale immuniteit
Door middel van immunoglobulines
Gemaakt door plasmacellen (ontstaan uit de B-lymfocyten)
De lg zijn gericht tegen vooral virussen, bacteriën en toxines
Tegelijk worden geheugen B-lymfocyten gemaakt
2. Cellulaire immuniteit
Door middel van cytotoxische T-lymfocyten
Deze richten zich tegen vreemde cellen en door virus geïnfecteerde cellen
Tegelijk worden geheugen T-lymfocyten gemaakt
Dus specifieke afweer= humorale immuniteit; B-lymfocyten die immunoglobulines tegen
antigenen aanmaken en cellulaire immuniteit; T-lymfocyten die geïnfecteerde en abnormale
lichaamscellen aanvallen.
Primaire immuunreactie
- Treedt op bij 1e contact met een antigeen
- Duurt 3-6 dagen
- De persoon kan ziek worden
- Er worden immunoglobulines of cytotoxische T-lymfocyten gemaakt om de antigenen
te bestrijden
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller simone-vandenbroek. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.