100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting week 3 $3.20
Add to cart

Summary

Samenvatting week 3

 37 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

hi, in deze samenvatting vind je alles van blok 1.4 week 3. dus hierin staat alles over de hoorcolleges, leerdoelen en de artikelen. hopelijk heb je er iets aan. succes met leren!

Preview 4 out of 31  pages

  • Unknown
  • July 10, 2020
  • 31
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Blok 1.4 Week 3


KWF kankerbestrijding risicofactoren kanker zie week 1


Huidkanker memo deel II en III
Deel II (pre) maligne tumoren
Basaalcelcarcinoom (BCC)
Definitie: ontstaat uit onvolledige gedifferentieerde (mate waarin tumor/cellen hun normale
specialistische functie hebben behouden) immature keratinocyten van epidermis of
huidaanhangsels. Lokaal invasieve (groei van weefsel dat door organen heen groeit) en
destructieve (onbeheerste groei dus afbreken en kapot maken) groei, zeer zelden
metastasering (uitzaaiing).
Epidemiologie: meest voorkomende vorm van kanker, meest voorkomend op middelbare
leeftijd (40-60) en steeds vaker bij jongvolwassenen.
Risicofactoren: huidtype 1-2, cumulatieve (opstapeling) en intermitterende (onder medicatie)
zonblootstelling, genetische predispositie (erfelijkheid voor het krijgen van een
aandoening/ziekte), hoge leeftijd, immuun gecompromitteerde patiënten (= een niet goed
functionerend immuunsysteem door ziekte of het gebruik van medicatie).
Kliniek: verschillende histologische groeiwijzen (binnen een laesie kunnen
verschillende groeiwijzen gecombineerd voorkomen).
 Superficieel; matig tot scherp begrensd, soms squameuze,
erythemateuze tot erosieve oppervlakkige plaque, soms begrensd
door iets verheven (glanzend) randje.
- DD (differentiële diagnose)= morbus Bowen, psoriasis of nummulair
eczeem, tinea corporis.
 Nodulair: meestal huidkleurig tot lichtroze papel of plaque
(verdikking) , met glanzend aspect en tele’s. kenmerkend is een
opstaand, glanzend, parelsnoerachtig randje, oppervlak kan ulcerend
(zwerend), scleroserend (littekenvorming) of gepigmenteerd zijn.
- DD= seniele talgklierhyperplasie, overige benigne adnextumor,
(amelanotisch) melanoom.
 Sprieterig (sclerodermiform): meestal moeilijk afgrensbaar. Soms
ingezonken aspect van de huid of lijkend op een litteken.
- DD= litteken
Voorkeurslocatie= zonlichtblootgestelde huid, bij nodulaire en sprieterige
groeiwijze voornamelijk in hoofd- halsgebied, bij superficiële groeiwijze
vaker op de romp. Op mucosa (slijmvlies) geen BCC.
DD Gepigmenteerde BCC= naevus naevocellularis, verruca seborrhoica,
gepigmenteerd morbus Bowen, melanoom.

,Diagnostiek: huidbiopt (stukje huidweefsel wordt afgenomen en onder de microscoop
bekeken) ter bevestiging van diagnose en bepaling groeiwijze. Dermatoscopie (beoordeling
van gepigmenteerde laesie) kan bijdragen aan de klinische diagnose.
Therapie: zie boek blz 13.
Mohschirurgie= het verwijderen van huidkanker.
Advies aan patiënt: zonbescherming, instructie tot zelfonderzoek.
Prognose: zelden lokale invasie (binnendringen) in onderliggende structuren (zoals spier en
kraakbeen). Metastasering is uiterst zeldzaam, tenzij ernstig patiënt delay (vertraging).


Actinische keratose
Definitie: premaligne (duidt aan dat een aandoening niet maligne
is maar ook niet helemaal benigne) epitheliale aandoening door
DNA-schade in basale keratinocyten. Verhoornings-en
uitrijpingsstoornis van de huid.
Epidemiologie: 1,4 van 16 miljoen Nederlanders heeft actinische
keratosen, steeds vaker ook op jongere leeftijd, aanwezigheid van
actinische keratose geeft aan dat het risico op een
plaveiselcelcarcinoom verhoogd is.
Risicofactoren: huidtype 1-2, chronische zonblootstelling, pijnlijke zonverbrandingen,
immuungecompromitteerde (niet goed gefunctioneerde immuunsysteem door medicijnen of
ziekte) patiënten, (P) UVA-therapie, röntgenstraling.
Kliniek: zeer variabel; van erythemateuze, lichtbruine tot witte maculae, papels of plaques
met ruw schilferend oppervlak (=keratose). Soms niet zichtbaar en alleen palpabel (knobbel).
Solitair of multipel (meerdere), 3 mm tot 2-3 cm, voorkeurslocatie= aan zonlicht
blootgestelde huid zoals gelaat, scalp, oren en handruggen.
DD: plaveiselcarcinoom, morbus Bowen, oppervlakkig basaalcelcarcinoom, verruca
seborrhoica en porokeratose (verhoorningsstoornis).
Diagnostiek: klinisch beeld, bij twijfel over diagnose (toename grootte, dikte en/of induratie):
huidbiopt ter uitsluitring van een huidmaligniteit (huidkanker).
Therapie: behandeling van solitaire actinische keratosen kan plaats vinden indien patiënt dit
wenst na informatie over voor en nadelen, grotere noodzaak tot behandeling: a) meerdere
laesies/actinische veldveranderingen, b) hoogrisicopatiënten en c) hoogrisicolaesies, factoren
zoals gebruiksgemak en therapietrouw spelen een rol.
- Vloeibare stikstof dmv cryotherapie
- Currettage/shave-excisie= dmv mesje
- Medicamenteuze therapie= dmv medicijnen
Advies aan patiënt: zonbescherming, instructie tot zelfonderzoek, patiënt wijzen op
verhoogd risico op NMSC.

,Prognose: hoge waarschijnlijkheid tot ontwikkeling van nieuwe actinische keratosen in de
toekomst, kan na jaren (10-20 jr) overgaan in plaveiselcelcarcinoom, aantal laesies correleert
met hogere kans op plaveiselcelcarcinoom.
Follow up (vervolgen): bij hoog risico laesies, actinische veldveranderingen en non-
melanoma huidkanker in de voorgeschiedenis en of gecompromitteerde immuun status 1 keer
per 6-12 maanden.


Morbus Bowen
Definitie: intra-epidermaal plaveiselcarcinoom = de oppervlakkige
vorm van plaveiselcelcarcinoom. Het is pre maligne omdat de
dermale laag nog intact is.
Epidemiologie: niet bekend, naar schatting hoger dan
plaveiselcelcarcinoom.
Risicofactoren: huidtype 1-2, chronische zonblootstelling.
Kliniek: vaak solitaire scherp begrensde erythemateuze, licht schilferende of
erosiefcrusteuze, oppervlakkige plaque. 1-5 cm, voorkeurslocatie: aan zonlicht blootgestelde
huid, ulceratie is meestal teken van overgang naar invasieve groei.
DD: oppervlakkig basaalcelcarcinoom, actinsiche keratose, psoriais, eczeem, verruca vulgaris
(subunguaal).
Diagnostiek: huidbiopt ter bevestiging van diagnose.
Advies: zonbescherming en instructie zelfonderzoek
Prognose: 3-5% kans op invasief plaveiselcelcarcinoom
Follow up: jaarlijkse controle bij meerdere laesies.


Plaveiselcelcarcinoom (spinocellulair carcinoom, SCC)
Definitie: maligne tumor van de huid (of slijmvliezen) uitgaande van
keratinocyten (cellen die pigment opnemen van melanocyten) van het
stratum basale en spinosum.
Epidemiologie: incidentie: ca. 20 per 100.000 personen per jaar en
stijgt met ca. 2.3% per jaar. 1:15 Nederlanders ontwikkelt een SCC
voor 85ste levensjaar. Vaker bij mensen met een licht huidtype, ouderen
en mannen.
Risicofactoren: huidtype 1-2, chronische blootstelling aan uv licht,
zonnebank, roken, ioniserende straling, radiotherapie, arsenicum,
PUVA- behandeling (tablet of capsule), chronische wonden, littekens, pre-existente
aandoeningen zoals ziekte van Bowen en actinische keratose. Buitenberoep,

, immuungecompromitteerde patiënten, soms gerelateerd aan hpv-infectie, bepaalde
genodermatosen.
Kliniek: aanvankelijk huidkleurige of lichtrode nodulus, vaak met ruw aanvoelend oppervlak
(hyperkeratose), groeit langzaam uit tot grote tumor, soms centrale ulceratie (zweer). Soms
vlak en erosief, vaak drukpijnlijk, voorkeurslocaties; aan zonlicht blootgestelde huid, ruim
80% in het hoofd en halsgebied, soms ontstaan pre-existente huidafwijking zoals actinische
keratose of morbus Bowen.
DD: keratoacanthoom, actinische keratose (hypertrofisch), Morbus Bowen, hyperkeratotisch
papilloom, (amelanotisch) melanoom.
Diagnostiek: huidbiopt ter bevestiging van diagnose, palpatie regionale lymfeklierstations,
stadiëring via TNM-classificatie.
Prognose: afhankelijk van lokalisatie, dikte, diameter, groeiwijze en differentiatie tumor en
immuunstatus van patiënt. Lymfogene of hematogene metastasering ca. 2% kans, maar bij
laesies op lip, oor, in littekens of bij immuunsuppressie 10-20% kans.
Advies: zonbescherming, instructie tot zelfonderzoek van de huid, litteken en regionale
lymfeklierstations.
Follow up: gedurende 5 jaar waarbij inspectie en palpatie van het behandelde gebied en de
regionale lymfeklierstations en in toto inspectie van de gehele huid.


Melanoom
Definitie: meest agressieve vorm van huidkanker, ontstaat uit
melanocyten: in pre-existente moedervlekken of de novo (term voor
ontstaan van iets nieuws).
Epidemiologie: incidentie; 30 per 100.000 personen per jaar voor
mannen, 34 per 100.000 personen per jaar voor vrouwen. Ongeveer 825
sterftegevallen per jaar (2015), meer mannen dan vrouwen. Incidentie en mortaliteit
(dodelijkheid) stijgend.
Risicofactoren: huidtype 1-2, sproeten. Zonverbrandingen (met name in jeugd).
Zonnebankgebruik <35 jaar, chronische zonblootstelling, zonschade (lentigines, actinische
keratosen, basaalcel of plaveiselcarcinoom), >100 banale naevi, >5 klinisch atypische naevi.
Erfelijk melanoom (FAMMM-syndroom).
Kliniek: klinisch pathologische subtypen:
 Lentigo maligna (ca.5%)
- >60 jarige leeftijd, ontstaat vanuit een lentigo maligna op chronisch aan zonlicht
blootgestelde huid bij ouderen. Lange horizontale, maculeuze groeiwijze.
 Superficieel spreidend melanoom (ca.70%)
- 40-60 jarige leeftijd, lange horizontale groeiwijze, secundair verticale, nodulaire groei,
voorkeurslocaties: mannen=romp, vrouwen=onderbenen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller simone-vandenbroek. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53022 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.20  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added