100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Anatomie k4 leerjaar 1 $8.57   Add to cart

Summary

Samenvatting Anatomie k4 leerjaar 1

1 review
 110 views  6 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Voor de toets van kwartiel 4 anatomie en fysiologie het onderdeel anatomie. Hierin wordt het lichaam, zoals huid, ingewanden etc. en de anatomie van de schouder, arm en hand beschreven. Hopelijk heb je er wat aan!

Preview 4 out of 36  pages

  • No
  • H2 en h4
  • July 12, 2020
  • 36
  • 2019/2020
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: davidbeat2000 • 2 year ago

avatar-seller
Anatomie samenvatting k4
Hoofdstuk 2: Huid, ingewanden en het perifere zenuwstelsel
De ingewanden
Tot de ingewanden van het lichaam behoren de tractus digestivus (de spijsverteringsorganen), de
tractus respiratorius (de ademhalingsorganen), de tractus circulatorius (het hart en de bloedvaten)
het lymfatische systeem, de tractus urogenitalis (de urine-uitscheidende organen en de
geslachtsorganen) en de endocriene klieren.

Tractus digestivus
De tractus digestivus begint in het hoofd met de mondholte. Deze zet zich voort in de pharynx (de
keelholte met zijn wanden), die op zijn beurt, ter hoogte van de 6 e halswervel, overgaat in de lange
slokdarm (oesophagus). De laatste betreedt door de bovenste thoraxapertuur de borstholte en
loopt hierin in de mediaanlijn, en min of meer recht, van craniaal naar caudaal. Bovenaan in de
borstholte ligt hij onmiddellijk dorsaal van de luchtpijp en ventraal van de wervelkolom. In het
onderste deel van de borstholte ligt hij tussen het hart aan de ventrale zijde en de aorta aan de
dorsale zijde. Hij passeert vervolgens het diafragma door de hiatus oesophagus en gaat bovenaan
in de buik over in de maag. Distaal van de maag volgt eerst de dunne darm en daarna de dikke
darm. De laatste eindigt onderaan bij de anus.

Mondholte
De cavitas oris begint bij de lippen en gaat aan de achterzijde over in de




keelholte, de cavitas pharyngis. De mondholte wordt opzij begrensd door de wangen (de
buccae) en aan de bovenzijde door het hard gehemelte (het palatum durum) en, meer naar
achter, door het zachte gehemelte (palatum molle of velum palatinum). De achterrand van het
zachte gehemelte heeft een conisch uitsteeksel, de huig (uvula). Het skelet van het harde
gehemelte is van been, dat van het zachte gehemelte bestaat uit een bindweefselplaat. In de
bodem van de mondholte bevindt zich de tong (lingua). De gehele mondholte is bekleed met
mucosa (slijmvlies) die bestaat uit oppervlakte-epitheel, met daaronder
bindweefsel. In het vindweefsel bevinden zich talrijke kleine
speekselklieren. Het speeksel wordt hoofdzakelijk geproduceerd in 3
gepaarde, grote speekselklieren die buiten de mondholte liggen, maar
waarvan de afvoergangen in deze holten uitmonden: de glandula
submandibularis (onderkaakspeekselklier), glandula sublingualis
(ondertongspeekselklier) en glandula parotidea (oorspeekselklier).
De laatste klier wordt meestal parotis genoemd.


1

,Pharynx
De overgang van de mondholte naar de keelholte, het keelgat of fauces, wordt vernauwd door het
naar beneden hangende palatum molle, door het achterste gedeelte van de tong en door de
voorste en achterste gehemeltebogen. Aan de pharynx worden slechts 3 wanden onderscheiden:
een dorsale wand en 2 laterale wanden. Deze wanden bestaan uit slijmvlies (mucosa) en een
spierlaag (muscularis) die gevormd wordt door dwarsgestreept spierweefsel. De pharynx is
opgehangen aan de schedelbasis, die ook de craniale begrenzing van de keelholte vormt. Naar de
holten waarmee de keelholte aan de voorzijde in verbinding staat, onderscheidt men aan de
pharynx de pars nasalis, pars oralis en de pars laryngea (verbinding met strottenhoofd, de
larynx).

Oesophagus
De wand van de oesophagus is opgebouwd uit 4 lagen:
 Mucosa (slijmvlies)
 Submucosa
 Muscularis (spierlaag)
 Adventitia
Dezelfde lagen treft men aan in de meer distale delen van de
tractus digestivus.
1. Mucosa bestaat uit oppervlakte epitheel met daaronder
bindweefsel
2. Submucosa is eveneens uit bindweefsel opgebouwd
3. Muscularis wordt gevormd door spierweefsel en bestaat
in het proximale kwart van de oesophagus uit
dwarsgestreept spierweefsel. Dit gaat vervolgens over in
het gladde spierweefsel. In de rest van de oesophagus,
en in de gehele verdere tractus digestivus, bestaat de
muscularis uit glad spierweefsel. Men kan hieraan een
binnenste laag onderscheiden die wordt gevormd door
circulair lopende vezels, en een buitenste laag
waarin de vezels in de lengte zijn gerangschikt. Door
gecoördineerd aanspannen van de circulaire en
longitudinale spiervezels ontstaat een peristaltische
beweging waardoor hetgeen in de oesophagus, de
maag of de darmen bevindt van proximaal naar
distaal wordt getransporteerd.
4. Adventitia bestaat uit losmazig bindweefsel dat de
verbinding vormt van de oesophagus met de
omgeving.
In de oesophagus vindt geen vertering of resorptie van
voedsel plaats.
Maag
De gaster of ventriculus is het wijdste orgaan van het
spijsverteringsstelsel en heeft een zeer wisselende
vorm.de voor- en achterwand komen in 2 randen samen: de
ene rand is naar rechts en naar boven gekeerd (curvatura minor), de
andere rand is grotendeels naar links en naar beneden gekeerd
(curvatura major). Het deel van de maag waarin de oesophagus
uitmondt, noemt men de cardia. Links hiervan ligt de naar boven
uitstekende fundus. Deze gaat naar distaal over in het corpus en
hierop volgt het laatste deel van de maag, de pars pylorica. De
overgang naar het duodenum wordt de pylorus genoemd.

Dunne darm
Bestaat uit het duodenum (twaalfvingerige darm), het jejunum
(nuchtere darm) en het ileum (kronkeldarm). Het duodenum heeft 4
delen.
1. Het 1e deel (pars superior) heeft een horizontaal verloopt en
ligt rechts aan de mediaanlijn ter hoogte van de 1e
lendenwervel.
2. Het 2e deel (pars descendens) loopt verticaal en gaat ter hoogte
van de 3e of 4e lendenwervel over in de pars horizontalis (pars
inferior)
3. De pars horizontalis loopt van rechts naar links en kruist de
wervelkolom


2

, 4. Het 4e deel (pars ascendens) loopt eerst naar craniaal en links en buigt dan om naar
caudaal en ventraal en vormt aldus de flexura duodenojejunalis. Deze overgang van het
duodenum in het jejunum ligt ter hoogte van de 2e lendenwervel. In de pars descendens
monden de afvoergangen van de pancreas en de lever uit.

Pancreas
De alvleesklier is een langgerekt orgaan dat zich vanaf
het duodenum naar links uitstrekt tot aan de milt. Het
deel van de klier dat tegen het duodenum ligt, wordt
de pancreaskop (caput van pancreas) genoemd. De
pancreas bestaat uit endocrien en exocrien weefsel.
Het endocriene deel, de zogenaamde eilandjes
van Langerhans, ligt verspreid door de pancreas. In de
hierin aanwezige a- en β-cellen worden respectievelijk
de hormonen glucagon en insuline gevormd. Het
exocriene deel bestaat uit acini (ronde eenheden met
cellen die om een klein lumen zijn gerangschikt) met
afvoergangetjes die zich verenigen tot de afvoergang
van de pancreas (ductus pancreaticus). Deze loopt
van links naar rechts door de alvleesklier en mondt
meestal samen met de afvoergang van de lever
(ductus choledochus) uit in de distale helft van de pars
descendens van het duodenum.




Hepar
De lever is na de huid het grootste
orgaan van het lichaam en ligt
rechtsboven in de buik. Hij heeft 2
zijden: de convexe, naar het diafragma
toegekeerde facies diaphragmatica, en
de naar caudaal en dorsaal gerichte
facies visceralis. De galgangen van de
lever, die de uitscheidingsstoffen van de
levercellen vervoeren, vormen 2 grote
afvoergangen, de ductus hepatici dexter
en sinister. Deze verenigen zich even
buiten de leverpoort (porta hepatis) tot
de ductus hepaticus communis die
vervolgens de ductus cysticus, de aan-
en afvoergang van de galblaas, ontvangt
en daarna de ductus choledochus wordt
genoemd. De galblaas (vesica fellea) is
een peervormig orgaan dat rechtsonder
tegen de facies visceralis van de lever
ligt. De ductus choledochus loopt dorsaal van de pars superior van het duodenum en vervolgens
dorsaal van of door de pancreas naar de pars descendens van het duodenum. Meestal valt de
uitmonding samen met die van de ductus pancreaticus. Rondom de laatste delen van de ductus
choledochus en de ductus pancreaticus bevinden zich kringspieren. Wanneer de 2 gangen een
gezamenlijke uitmonding in het duodenum hebben, komt ook om deze uitmonding een kringspier
(sfincter van Oddi) voor. De kringspieren zorgen ervoor dat:
1. Geen gal vanuit de ductus choledochus naar de ductus pancreaticus stroomt.
2. Dat geen darminhoud in de ductus choledochus of in de ductus pancreaticus terechtkomt.
Gal bevat galzure zouten die een emulgerende werking hebben, waardoor de oppervlaktespanning
van de vetten in de dunne darm wordt verlaagd en hun aangrijpingsoppervlak voor enzymen sterk
wordt vergroot.

Jejunum en ileum
Het deel van de dunne darm dat tussen de flexura duodenojejunalis en de
dikke darm ligt, bestaat 2/5 uit het jejunum en voor 3/5 uit het ileum. Het
duodenum, het jejunum en het ileum produceren darmsappen die, evenals
het pancreassap, enzymen bevatten voor de splitsing van koolhydraten,


3

, vetten en eiwitten. De eindproducten van de voedselvertering worden door de darmwand
geresorbeerd.

Dikke darm
Bestaat uit het caecum (blindedarm), colon (karteldarm)
en anorectale kanaal. Het ileum van de dunne darm gaat
niet over in de dikke darm, maar mondt er in uit. de
uitmonding (ostium ileocaecale) ligt iets craniaal van
de plaats waar de dikke darm rechtsonder in de buik
begint. Het deel van de dikke darm
caudaal van de uitmonding eindigt hierdoor blind, wat de
naam caecum verklaart. Het caecum bevat een
wormvormig aanhangsel, de apendix vermiformis. De
toegang tot de apendix bevindt zich mediaal-onder in
het caecum. Naar boven gaat het caecum over in het 1 e
deel van het colon, het colon ascendens. Dit darmdeel
gaat onder de lever met een bocht over in het colon
transversum dat schuin naar linksboven naar de milt
loopt. hier wordt een 2 e bocht gevormd en begint het
colon descendens dat naar caudaal loopt en ter hoogte
van de bekkenkam overgaat in het colon sigmoideum.
Dit is een S-vormige darmlis die in zijn proximale deel een voortzetting is van het colon
descendens, dan ombuigt naar mediaal en boven, en vervolgens naar caudaal loopt en de apertura
pelvis superior passeert. Ter hoogte van de 3 e heiligbeenwervel gaat hij over in het anorectale
kanaal en eindigt bij de anus. Het kanaal bestaat proximaal uit het rectum (endeldarm) en distaal
uit het canalis analis.
Het onderste gedeelte van het rectum zet bij vulling van het lumen sterk uit en wordt de ampulla
recti genoemd. Het anale kanaal is omgeven door de m. sphincter ani externus, een kringspier van
dwarsgestreept spierweefsel. In de dikke darm vindt voornamelijk resorptie van water en
anorganische zouten plaats.

Peritoneum
In de buikholte worden de organen van de tractus digestivus bekleed
door 2 sereuze vliezen die allebei bestaan uit eenlagig plat epitheel
(mesotheel) met daaronder bindweefsel. Het binnenste vlies, het
peritoneum viscerale, bevindt zich direct om de organen, terwijl het
buitenste vlies, het peritoneum pariëtale, de buikwand aan de
binnenzijde bekleedt. De ruimte tussen de 2 vliezen is de peritoneale
holte. Deze holte bevat een kleine hoeveelheid vocht die het mogelijk
maakt dat de ingewanden vrijelijk ten opzichte van elkaar en van de
buikwand kunnen bewegen.

De tractus respiratorius
De organen van de tractus resporatorius worden verdeeld in de bovenste
en de onderste luchtwegen. De bovenste luchtwegen, die geheel in het
hoofd-halsgebied liggen, bestaan uit de rechter en linker neusholten
(cavitas nasi) en de pharynx. Tot de onderste luchtwegen behoren het strottenhoofd, de luchtpijp
en de bronchiaalboom met de longen.




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elintrip. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.57. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.57  6x  sold
  • (1)
  Add to cart