Deze samenvatting bevat alle hoor- en werkcollege stof, een samenvatting van de filmvertoningen, een lijst met de belangrijke jaartallen én een uitleg van de soorten shots die je nodig hebt voor je filmanalyse, kortom alle behandelde stof die je nodig hebt voor het tentamen en de opdrachten.
Lieve Göbbels
Inleiding Film
Semester 2, 2018-2019
Inleiding Film
Pre-cinema en De Vroege Film 2
Voorgeschiedenis van de film 2
Vroege film 3
De Doorbraak van De Bioscoop: Film als Massamedium 6
Opkomst van de vaste bioscoop 6
Europese cinema na de Eerste Wereldoorlog 10
Hollywood-Europa 10
Duitsland na de WOI 10
De Sovjet-Unie in en na de WOI 12
Klassiek Hollywood van 1917 tot 1945 14
Hollywood (1917-1945) 14
Cinema Europa I 17
Neo-realisme 17
Hollywood en Televisie 21
Hollywood in het televisietijdperk (1945-1970’s) 21
Hollywood sinds 1975 24
New New Hollywood 24
Filmvertoningen: achtergrondinformatie en werkcollege aantekeningen 27
Week 1 27
Week 2 27
Week 3 28
Week 4 29
Week 5 30
Week 6 30
Jaartallen en tijdperken 31
Jaartallen 31
Tijdperken 31
Filmanalyse: Soorten Shots 32
Soorten shots 32
“Give them pleasure -
the same pleasure
they have when they
wake up from a
nightmare.”
- Alfred Hitchcock
, Pre-cinema en De Vroege Film
Kort:
• Voorgeschiedenis van de film
• Vroege film
Voorgeschiedenis van de film
Er zijn verschillende invalshoeken voor de benadering van filmgeschiedenis. Dit zijn de esthetische,
economische, technologische en sociale filmgeschiedenis.
De voorgeschiedenis van de film bestaat uit pre-filmische objecten, waaronder de
toverlantaarn, optisch speelgoed en fotografie. Deze zorgden voor de afzonderlijke ontwikkeling van
de verschillende filmische technieken die bij de film samenkomen.
Optisch speelgoed
In de negentiende eeuw werd de ontdekking gedaan dat het ook beweging ziet wanneer een reeks
bijna dezelfde afbeeldingen achter elkaar wordt geplaatst met een snelheid van 16fps. Dit wordt ook
wel het phi-effect genoemd. Hiertoe werd optisch speelgoed ontwikkeld voor de commerciële markt.
Eén van deze ontwikkelingen is de Zoëtroop uit 1833. Dit optisch speelgoed werd vooral na 1867 in
grote mate verkocht. Een ander optisch speelgoed is de Phenakistoscope (1832). Een derde
voorbeeld is de uitvinding van Reynaud als voorganger van het optisch theater dat hij in 1892
ontwikkelde: de Praxinoscope uit 1878. Het optisch theater was een soort combinatie van de
toverlantaarn en de praxinoscope.
De toverlantaarn
Ook de toverlantaarn was een belangrijke voorloper van de film. De toverlantaarn werd vooral
gebruikt voor commerciële en educatieve voorstellingen en voor vrijetijdsgebruik in de huiselijke
kring bij de hogere klassen. De commerciële toverlantaarnvoorstellingen werden altijd vertoond met
explicatie (uitleg) en waren te zien op kermissen en jaarmarkten in tenten en multifunctionele zalen bij
rondtrekkende toverlantaarnisten of in de vaudeville (variété) theaters als onderdeel van een
gevarieerd programma. Qua vertoningscontext is dit een belangrijke voorloper van de vroege film,
omdat deze op dezelfde manieren vertoond werd. De vroege films werden dus vertoond door
rondtrekkende filmexploitanten die de films in reisbioscopen of in bestaande zalen vertoonden of
werden vertoond binnen een variétéprogramma (dit fenomeen was in Nederland heel klein, maar in
bijvoorbeeld Frankrijk heel groot). De meest voorkomende genres van de toverlantaarn waren in het
begin van de negentiende eeuw sprookjes (en andere bekende verhalen), actualiteiten, historie,
travellogues en slapstick (komische taferelen). Dit waren ook de belangrijkste genres van de vroege
film. De (commerciële) voorstellingen waren kort, ongeveer 30-60 minuten en waren in eerste
instantie vaak gebaseerd op special effects en horror, maar de vertoningscontext veranderde later,
die werd namelijk steeds meer opzichzelfstaand.
Fotografie
Vanaf 1816 werkten er meerdere uitvinders aan een proces om beelden vast te leggen op glas- en
metaalplaten. Enkele sleutelfiguren hierin waren Niépce, Daguerre (Frankrijk) en Talbot (Engeland).
Rond 1890 was de sluitertijd van enkele uren gereduceerd naar een sluitertijd van minder dan een
seconde.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Lieve12. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.29. You're not tied to anything after your purchase.