Samenvatting HOK thema 5 inclusief opdrachten en addendum. Cijfer 9,1
45 views 2 purchases
Course
HOK 5 (HOK5)
Institution
Thim Hogeschool Voor Fysiotherapie (THIM)
Uitgebreide samenvatting voor de toets HOK thema 5. Antwoorden van de verwerkingsopdrachten en addendum zijn in de samenvatting opgenomen. Behaalde cijfer 9,1.
Ligament Ligging Verloop Remmende werking
Lig. longitudinale Anterior van corpus Gehele wk Extensie wk
anterior
Lig. nuchae Bovenste stuk lig. Alleen bovenste stukje Flexie
supraspinale cervicaal
Lig. longitudinale Posterior van corpus Gehele wk Flexie
posterior
Lig. flavum Tussen de arci Gehele wk Flexie
Lig. interspinale Tussen de proc. spinosi Gehele wk Flexie
Lig. supraspinale Aan de punten van proc. Gehele wk Flexie
spinosi
Lig. Tussen de proc. Gehele wk, behalve Lateroflexie, flexie
intertransversarium transversi lumbaal.
Lig. cruciatum Achter de dens Kruising transversum Remt beweging Dens.
atlantis atlantis en fasciculi Houdt de axis op zijn plek
longitudinale
Lig. transversum Achter de dens. Transversaal van ene kant Remt beweging Dens.
atlantis Transversale vezels lig. axis naar andere kant. Houdt de axis op zijn plek
cruciatum
Fasciculi Achter de dens. Longitudinale vezels. Remt beweging Dens.
longitudinale Longitudinale vezels lig. Houdt de axis op zijn plek
cruciatum
Lig. alaria Van dens naar zijkanten In twee punten achterom Houdt dens axis op zijn
foramen magnum de dens naar zijkanten plek. Belangrijk voor
schedel. foramen magnum meebewegen schedel met
WK
Lig. apicis dentis Van dens naar zijkanten Van punt dens naar Houdt dens axis op zijn
foramen magnum voorkant foramen magnum. plek.
schedel.
Welke soort wervel? Kenmerken Bewegingsmogelijkheden?
Cervicaal - Vierkant corpus Met name draaien
- Foramen transversarium
- Gevorkte proc. spinosus
- Proc. uncinati
Axis C2 - Dens Met name draaien
- Foramen transversarium
Atlas C1 - Geen corpus Weinig.
- Geen proc. spinosus
- Grootste proc. transversi
- Groot foramen vertebrale
- Foramen transversarium
- Massae laterales
Thoracaal - Naar caudaal wijzend proc. Met name lateroflexie (erg weinig)
spinosus.
- Fovea costalis
- Rond corpus
- Klein foramen vertebrale
Lumbaal - Proc. mammilares Met name flexie/extensie.
- Proc. costalis
- Naar achteren wijzend
proc. spinosus
,Schedel:
In eerste instantie bestaat de schedel uit kraakbeen, deze gaat zich uiteindelijk verbenen
(enchondrale verbening). Ook bestaat de schedel uit bindweefsel in engere zin. Deze groeien aan
elkaar in suturen. Door deze suturen kun je de schedel opdelen in verschillende delen. Deze botdelen
zijn vernoemd naar de hersenschors delen die zich eronder bevinden.
De mandibula maakt een gewricht met het os temporale: art. tempomandibularis.
Gewrichtsvlak: condyli occipitales:
Het gat in het midden heet het foramen magnum. Hier loopt de hersenstam doorheen. De
gewrichtsoppervlakken condyli occipitales articuleren met C1/ de atlas: art. atlanto-occipitale.
Borstkas:
De mens heeft 12 paar ribben. Het cartilago costales is het kraakbeen waarmee de ribben aan het
sternum zijn verbonden. 7 ribben zijn direct via het kraakbeen aan het sternum verbonden. Rib 8 tot
10 is verbonden met
het kraakbeen van rib 7. Rib 11 en 12
hebben geen verbinding met het sternum.
Sternum:
Botpunten: manubrium, corpus,
processus xiphoideus, incisura clavicularis
en inciscura jugularis. De rib tussen het
manubrium en de corpus is rib nummer 2.
Ribben:
Botpunten: caput, collum, tuberculum, corpus,
angulus costae, cartilago costalis
artt. sternocostales, arcus costalis (de inkeping
onderaan tussen de linker en rechter ribben).
• 7 costae verae: rib 1 t/m 7 (echte ribben)
• 3 costae spuriae: rib 8 t/m 10 (valse ribben)
• 2 costae fluctantes: rib 11 en 12 (zwevende ribben)
De ribben maken met verschillende onderdelen van de wervels een gewricht. Zoals met het corpus
van de wervel en de processus transversus. Met de caput maken de ribben een gewricht met het
wervellichaam. Met de tuberculum maken ze een gewricht met het processus transversus.
,Wervelkolom;
Het ruggenmerg wordt opgedeeld in segmenten. De spinale zenuwen lopen door de wervelkolom en
treden bij elke wervel naar buiten. Je hebt 7 cervicale wervels maar 8 cervicale ruggenmerg
segmenten. Dit komt doordat er tussen de schedel en C1 ook een segment uittreedt.
Tussenwervelschijf= discus intervertebrales. Tussen C1 en C2 bevindt zich geen discus
intervertebralis. Ook sacraal zijn er geen tussenwervelschijven, de wervels zijn hier met elkaar
vergroeit.
De wervels articuleren met elkaar door middel van facetgewrichtjes. De wervelkolom kan hierdoor
verschillende bewegingen maken.
De gaten tussen de wervels aan de laterale zijde worden de foramen intervertebrale genoemd. Hier
treden de zenuwen door uit.
Standaardbouw wervel:
Geef karakteristieken/opvallende kenmerken waardoor je de wervel kan herkennen van:
• Atlas (C1); geen wervellichaam, geen doornuitsteeksel, foramen transversarium.
• Axis (C2); geen wervellichaam, klein doornuitsteeksel, dens, foramen transversarium.
• Laag cervicale wervel; klein wervellichaam, foramen trans., gespleten processus spinosi.
• Thoracale wervel; kleiner foramen dan cervicaal, gewrichtsvlakken voor ribben. Processus spinosi
wijst iets naar caudaal.
• Lumbale wervel; groot wervellichaam, klein foramen, grote dwarsuitsteeksels.
Het gat van boven naar onder is het foramen vertebralis. Hier loopt het ruggenmerg doorheen. Dit gat
wordt gevormd door de arcus vertebrae. De facet gewrichten bevinden zich op de processus
transversus superior en inferior. Ze articuleren met de gewrichtsvlakken van de wervels er onder en er
boven.
De stand van de facetgewrichten verschilt per niveau in de wervelkolom. Deze staan cervicaal naar
boven gericht, thoracaal naar achteren gericht en lumbaal naar mediaal gericht.
Opbouw wervel.
Atlas (C1) van resp. craniaal en caudaal:
Benoem de opvallende kenmerken van de atlas: Hij heeft geen processus spinosi en geen corpus.
Het foramen vertebrale is groot. De processus transversus heeft een foramen (foramen
transversarium). Hier lopen bloedvaten en zenuwen doorheen. Dat bloedvat heet a. vertebrales en
loopt door alle cervicale wervels en zorgt voor de doorbloeding van het brein.
Aan de onderzijde van de atlas zie je een gewrichtsvlakje voor de dens van C2 (axis). Hieraan kun je
de onderkant van de atlas herkennen. De andere twee gewrichtsoppervlakken aan de zijkant
articuleren ook met de axis, dit zijn de facet gewrichten. Aan de bovenzijde wordt een gewricht
gevormd met de condyli occipitalis (schedel).
Het lig. transversum atlantis moet de dens op zijn plek houden zodat deze niet het ruggenmerg kan
comprimeren.
, Axis:
De opvallende kenmerken van de Axis: De axis bevat de dens. Er is een processus spinosus, deze
heeft een spitsing (gevorkt). Ook hier een processus transversarium met foramen.
Wervels C5 en C7:
Het corpus wordt gemiddeld genomen richting caudaal groter. Het foramen wordt naar caudaal toe
steeds kleiner, er zijn al zenuwen afgetreden. Bij de cervicale wervels (C3 tot C7) staat de rand van de
corpus iets omhoog. Deze rand wordt de processus uncinatus genoemd.
Axis. C5. C7/ vertebra prominens.
Thoracale wervel:
De processus spinosi zijn thoracaal naar beneden gericht en lopen dakpansgewijs over elkaar.
Hierdoor kun je niet zo veel extensie maken in de wervelkolom op dit niveau.
De processus articularis superior met daarop het gewrichtsvlak staat naar dorsaal gericht. Daarnaast
hebben de thoracale wervels gewrichtsvlakjes voor de ribben. Dit zijn de fovea costales superior,
fovea costales inferior en de processus transversus. De tuberculum van de rib articuleert hier met de
processus transversus.
Lumbale wervel:
Groot corpus en een klein foramen. De processus transversus steken ver naar opzij uit, daarom ook
wel de processus costales genoemd. De processus spinosi is ook vrij groot vergeleken met
bovenliggende wervels.
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daniquethim. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.54. You're not tied to anything after your purchase.