Alle antwoorden op de vragen uit de studiehandleiding. Betreft het vak Contractenrecht dat wordt gegeven in jaar 3, minor Rechtsbijstand en Personen- en Familierecht. Met zorg samengesteld en gecontroleerd. Compleet!
De totstandkoming van een overeenkomst (= een contract)
Op totstandkoming van overeenkomsten van toepassing zijnde bepalingen: Boek 3 titel 2 en Boek 6
titel 5 BW.
Criteria overeenkomst:
1. Aanbod en aanvaarding (art. 6:217 BW)
2. Wilsovereenstemming (art. 3:33 BW)
3. Handelingsbekwaamheid (art. 3:32 BW)
4. De overeenkomst moet bepaalbaar zijn (art. 6:227 BW)
5. De overeenkomst mag niet in strijd zijn met de wet, de openbare orde en de goede zeden
(art. 3:40 BW)
Aanbod en aanvaarding
Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod en de aanvaarding daarvan (art. 6:217 lid 1 BW).
In art. 6:219 t/m 6:225 BW worden het aanbod en de aanvaarding nader uitgelegd. Deze artikelen
zijn van regelend recht.
Aanbod
Wanneer is er sprake van een aanbod?
Een aanbod moet de voornaamste elementen van de inhoud van de eventueel te sluiten
overeenkomst bevatten (art. 6:227 BW). Een eenvoudig ‘ja’ van de wederpartij moet voldoende zijn
om de overeenkomst tot stand te doen komen.
Niet ieder aanbod is ook werkelijk een aanbod. Een advertentie moet worden opgevat als een
uitnodiging om in onderhandeling te treden (arrest Hofland/Hennis). Dit geldt echter niet voor iedere
advertentie. Of er sprake is van een uitnodiging om in onderhandeling te treden is een
interpretatiekwestie.
Herroepelijk/onherroepelijk/vrijblijvend aanbod
Een aanbod kan herroepelijk, onherroepelijk of vrijblijvend zijn.
Een aanbod is herroepelijk als (art. 6:219 lid 2 BW):
Het aanbod nog niet is aanvaard;
Nog geen een tot aanvaarding strekkende mededeling is verzonden.
Een aanbod is onherroepelijk als (art. 6:219 lid 1 BW):
Het aanbod een termijn voor de aanvaarding inhoudt (arrest Lindeboom/Amsterdam);
Indien de onherroepelijkheid op andere wijze uit het aanbod volgt;
Er sprake is van een optiebeding (art. 6:219 lid 3 BW).
In het geval van een vrijblijvend aanbod kan de aanbieder nog na de aanvaarding terug, maar zijn
herroeping moet dan wel onverwijld (zonder vertraging) geschieden (art. 6:219 lid 2 tweede zin BW).
Verval aanbod
Wanneer een aanbod vervalt staat in art. 6:221 BW.
1
,Een schriftelijk aanbod vervalt als het niet binnen een redelijke tijd wordt aanvaard en een
mondeling aanbod vervalt indien het niet onmiddellijk wordt aanvaard (art. 6:221 lid 1 BW). Een
aanbod vervalt ook als het wordt verworpen (art. 6:221 lid 2 BW).
Wordt het aanbod aanvaard, maar wijkt die aanvaarding van het aanbod af dan geldt dit als een
nieuw aanbod (art. 6:225 lid 1 BW). Wijkt deze aanvaarding echter op ondergeschikte punten af van
het aanbod, dan wordt het aanbod wel aanvaard (art. 6:225 lid 2 BW).
Indien een aanbod een voorwaarde bevat waaronder het gelding heeft, kan het vervallen op grond
van art. 3:38 jo. 6:218 BW.
Een aanbod vervalt niet door de dood of het verlies van handelingsbekwaamheid van een van de
partijen (art. 6:222 BW).
Aanvaarding
Een aanvaarding moet in overeenstemming zijn met de inhoud van het aanbod (art. 6:225 BW) en
dient te zijn gedaan op het moment dat het aanbod nog van kracht was (art. 6:221 BW).
Een aanvaarding is een (wils)verklaring en kan in elke vorm geschieden (art. 3:37 lid 1 BW). Een
verklaring krijgt pas werking als het de persoon heeft bereikt tot wie zij is gericht (art. 3:37 lid 3 BW).
De verklaring krijgt toch werking als:
Het niet of niet tijdig bereiken het gevolg is van eigen handeling;
Het niet of niet tijdig bereiken het gevolg is van de handeling van personen voor wie hij
aansprakelijk is;
Het niet of niet tijdig bereiken het gevolg is van andere omstandigheden die zijn persoon
betreffen en rechtvaardigen dat hij het nadeel draagt;
De aanbieder onverwijld aan de wederpartij mededeelt dat een te late aanvaarding toch
geldig is;
Een aanvaarding te laat plaatsvindt, maar de aanbieder begrijpt of behoort te begrijpen dat
dit voor de wederpartij niet duidelijk was.
Gevolg: de overeenkomst wordt geacht tot stand te zijn gekomen op het tijdstip waarop zij tot stand
zou zijn gekomen als de storende omstandigheid er niet was geweest (art. 6:224 BW)
Een aanvaarding van een aanbod kan alleen in bijzondere gevallen worden ingetrokken dan wel
ongedaan worden gemaakt. Op grond van art. 3:37 lid 5 BW is intrekking van een verklaring slechts
mogelijk als deze eerder dan of gelijktijdig met de aanvaarding de wederpartij bereikt. Naderhand is
een onherroepelijke aanvaarding niet meer in te trekken, ook niet in geval van vergissing. Onder
bijzondere omstandigheden kan in geval van een vergissing een beroep worden gedaan op het
ontbreken van de wil, zodat de overeenkomst in beginsel op grond van art. 6:218 jo. art. 3:33 BW
vernietigbaar is. Of er desondanks sprake is van gebondenheid aan de aanvaarding waar de
vergissing in het spel was, hangt af van de uitkomst van de weging van de gerechtvaardigdheid van
het vertrouwen van de wederpartij (art. 3:35 BW). Daarbij is essentieel dat de vergissing kenbaar was
voor de wederpartij voordat de overeenkomst tot stand kwam. Is het evident dat er een vergissing is,
dan kan bij de wederpartij geen gerechtvaardigd vertrouwen zijn opgewekt dat de andere partij de
wil had aan zijn verklaring geboden te zijn.
Wilsovereenstemming
2
, Aanbod en aanvaarding zijn wilsverklaringen. Deze verklaringen moeten overeenstemmen om een
overeenkomst te kunnen sluiten (art. 3:33 BW). Soms ontbreekt de wil echter (wilsontbreken) of is
de wil gebrekkig gevormd (wilsgebreken).
Wilsontbreken:
In het geval van wilsontbreken is er helemaal geen wil die ten grondslag ligt aan de verklaring. Dit is
met name in het geval van een geestelijke stoornis (art. 3:34 BW).
Wilsgebreken:
Er is sprake van een vernietigbare overeenkomst op grond van een wilsgebrek, wanneer de wil om
die overeenkomst te sluiten onjuist gevormd is. Dat is het geval wanneer er bedrog (art. 3:44 lid 3
BW) in het spel was, wanneer de overeenkomst is gesloten onder bedreiging (art. 3:44 lid 2 BW),
wanneer er misbruik van omstandigheden (art. 3:44 lid 4 BW) is gemaakt en wanneer er sprake was
van dwaling (art. 6:228 BW).
De elektronische overeenkomst
Vanaf 2004 zijn er in het Burgerlijk Wetboek bepalingen opgenomen die betrekking hebben op
overeenkomsten die langs elektronische weg tot stand komen.
Deze bepalingen zijn onder andere implementaties van de E-commerce richtlijn, de richtlijn Koop op
afstand en de richtlijn Oneerlijke Handelspraktijken.
Nederlands recht is van toepassing op een consumentenovereenkomst waarbij:
1. een Nederlandse ingezetene partij is;
2. de ondernemer zijn website (en eventuele andere commerciële activiteiten) op Nederland
richt; en
3. de overeenkomst onder die activiteiten valt.
Dit geldt ongeacht de herkomst van de website en een eventuele rechtskeuze.
Art. 6:227a – 6:227c BW
Art. 6:227a BW vormt de basis voor de gelijkstelling van de elektronische overeenkomst en
de overeenkomst waarvoor de wet de schriftelijke vorm voorschrijft.
Op grond van art. 6:227b en 6:227c BW moet met het oog op de onaantastbaarheid van een
elektronische overeenkomst, tijdig de in die bepalingen vermelde informatie worden
verstrekt.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller A38. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.