Tentamen gehaald met een 9!
Dit document bevat alle colleges, video's, syllabus aanvullingen, SPSS trainingen, seminars en een oefentoets. De stof is per week uitgewerkt en bevat in detail alles wat gekend moet worden voor het tentamen. Uitgewerkte voorbeelden uit de video's zijn bijgevoegd die j...
Exam Guide for Applied Multivariate Data Analysis – Get yourself a Wonderful Grade!
Summary of Statistics (IBC), Radboud University
Answers assignment 3 business research methods
All for this textbook (117)
Written for
Maastricht University (UM)
Gezondheidswetenschappen
GZW1026 Introductie statistische methoden
All documents for this subject (16)
5
reviews
By: LonnekeBeckers • 6 months ago
By: nienkenajerahogervorst • 6 months ago
By: shaboons • 3 year ago
By: lynncreuwels • 3 year ago
By: jespermertens • 3 year ago
Seller
Follow
GWstudent
Reviews received
Content preview
Blok 6 GZW1026 Introductie in Statistische Methodes
Alle video’s, colleges, SPSS seminars, syllabus aanvullingen,
werkcollege opdrachten en extra oefentoets
Faculty of Health, Medicine and Life Sciences (FHML)
Bachelor Gezondheidswetenschappen
Blokcode: GZW1026
Descriptive statistics: describing and summarizing data
Types of data: nominal, ordinal, interval, ratio
Graphs: Histograms, bar charts
Theoretical distribution: skewed, symmetric
Measures of central tendency: mean, mode and median
Measures of variability: variance and standard deviation
Z-score
Populatie vs sample (steekproef):
- Population: een hele groep eenheden voor de
analyse
- Parameter: de waarde van een variabele die een populatie
karakteriseert
- Sample: een subgroep van de populatie
- Statistiek: de waarde van een variabelen dat de subgroep
karakteriseert.
SPSS: horizontaal: variabelen en verticaal: cases (1 tm…)
Als de staven in een staafdiagram te veel van elkaar verschillen is er
niet genoeg gerandomiseerd. Dan zouden ze ongeveer even hoog zijn.
Staafdiagram die bv van 1 tot 20 gaat kun je ook omwisselen van 20 naar 1. Het maakt niet
uit. Elke staaf heeft een eigen gegeven en bij een histogram is er een bepaalde volgorde.
Je kunt bij een histogram gemiddeldes en SD uitrekenen en bij een staafdiagram niet.
Opp histogram: optellen krijg je 1. 1 staaf is een bepaald percentage en samen vormen ze 1.
Grafiek met glijbaan aan de rechterkant: rechtsscheve verdeling/ positively skewed.
Opp onder de grafiek is gelijk aan 1 (onder een verdeling, bv normaalverdeling).
Vb rechtsscheef: aankomen in een collegezaal: veel op tijd en een paar te laat.
Vb linksscheef/ negatively: overlijden leeftijd
Symmetrische verdeling: een soort hierbinnen is de normale verdeling
Measures of tendency/center: mean, modian, mode
Spread/ variability: range, IQ range, SD
3
, Range: verschil tussen kleinste en grootste. Is niet voldoende om twee groepen te
vergelijken. Dan kun je beter kijken naar SD want die geeft een duidelijker beeld over de
afwijkingen.
Breder histogram: grotere SD
Q1 = P25: eerste 25% van de waarnemingen ligt eronder.
Q3 = P75: 25% ligt erboven.
Bij deze bloxplot zie je ook dat die rechtsscheef is verdeeld (je ziet dat de waardes
uitwijken naar 281 -> ver van de mediaan).
Boxplot kan bij continu, interval en ratio variabelen. Niet bij een staafdiagram: die is
meer voor nominale variabelen.
Normale verdeling: symmetrisch, mediaan = mode = mean
Z-score: hoeveel SD ligt score van mean in eenheden van SD
μ is gemiddelde in populatie
x̅ is gemiddelde in steekproef
Scatterplot: puntenwolk. Elk punt heeft de meting van de x en de y.
Correlatie:
- Direction: + of –
- Sterkte: punten meest dicht bij elkaar -> meer samenhang -> meer correlatie
- Unusual features: bv maar met 1 x-waarde
Pearson correlation coefficient: r(X,Y)
Correlation r: geeft de sterkte (hoe dicht bij de lijn) en de richting (+ of -) van een straight
line relationship.
Causation: correlatie tussen variabelen is niet automatisch causatie.
Causaal verband:
- X= onafhankelijke variabele (gewicht)
- Y= afhankelijke variabele, (pulse) hangt af van andere variabelen. Pulse hangt af van
lichaamsgewicht.
Regressielijn: lijn die de puntenwolk het beste kan samenvatten. Het geeft de gemiddelde
relatie tussen Y en X-waardes.
- Je wilt de residuen (residuele variantie) van Y tot de lijn zo klein mogelijk maken. De
som van de residuen (gekwadrateerd anders heffen ze op) geeft de variatie rondom
de regressielijn, maar die som wil je zo klein mogelijk hebben en daar komt dus je
regressielijn.
- Voorwaarden:
o Y moet een kwantitatieve variabele zijn (continu: lichaamsgewicht, lengte,
niet: ziek/ niet ziek -> is kwalitatief)
De formule van de regressielijn wordt bepaalde door:
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller GWstudent. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.15. You're not tied to anything after your purchase.