Leerdoel 1 | Wanneer is er sprake van wanprestatie?
Wanprestatie – tekortkoming in de nakoming
Vereisten
1. Sprake van te late of ondeugdelijke nakoming
De verbintenis is niet goed of te laat nagekomen, als hierdoor schade oploopt, dient de
schuldenaar deze te vergoeden; er moet dus sprake zijn van een causaal verband
2. De verbintenis moet opeisbaar zijn
3. De nakoming moet toerekenbaar zijn
Als er sprake is van een niet-toerekenbare nakoming (overmacht) is er dus geen sprake van
wanprestatie
4. De schuldenaar moet in verzuim zijn
Een schuldenaar moet in verzuim zijn; het sturen van een ingebrekestelling. Mocht de nakoming
niet reeds of blijvend onmogelijk zijn -> van rechtswege in verzuim. Anders moet voldaan zijn aan
de eisen van art.6:81 BW.
1. Tekortkoming/ tekortschieten
Art. 6:74 lid 1 vereist dat er sprake moet zijn tekortschieten van de schuldenaar. Tekortschieten
houdt in dat de verbintenis opeisbaar is. 'Is voor het ontstaan van een verplichting tot
schadevergoeding op grond van art. 6:74 lid 2 verzuim van de schuldenaar vereist, dan spreekt de
Hoge Raad in het verlengde van lid 1 jo. lid 2 pas van ‘tekortkoming’ wanneer de schuldenaar ook in
verzuim is (HR 22 oktober 2004, NJ 2006, 597 (Endlich/Bouwmachines). Bij blijvende onmogelijkheid
is aldus direct van een tekortkoming sprake, bij een toerekenbare vertraging in de nakoming valt zij
samen met het tijdstip waarop de schuldenaar in verzuim raakt.
Er moet ook gekeken worden naar 'wat de overeenkomst met betrekking tot de te verrichten
prestatie in concreto met zich meebrengt. Pas dan kan men toetsen of de prestatie van de
schuldenaar binnen deze overeenkomst in enig opzicht afwijkt van wat de op hem berustende
verbintenis vergt'
2 soorten:
'Bij een resultaatsverbintenis staat het resultaat voorop. Het niet bereiken van het resultaat levert
hier al een tekortschieten van de schuldenaar op.
Bij een inspanningsverbintenis staat het leveren van een inspanning voorop. Hier is pas van
tekortschieten sprake wanneer de schuldenaar zich onvoldoende heeft ingespannen.
Bewijslast
De schuldeiser die zich op een tekortkoming van de schuldenaar beroept, moet die tekortkoming
bewijzen wanneer de schuldenaar haar betwist. Voor deze bewijslast maakt het nogal wat uit of er
sprake is van een resultaats- dan wel een inspanningsverbintenis. Bij een resultaatsverbintenis is de
tekortkoming doorgaans veel eenvoudiger aan te tonen. Voldoende is te bewijzen dat het krachtens
de verbintenis te behalen resultaat niet is bereikt .
2. Opeisbaarheidsvereiste
, In sommige gevallen kan een verbintenis al opeisbaar zijn als die dit eigenlijk nog niet is – art. 6:80 lid
1 BW:
- Het staat vast dat nakoming zonder tekortkoming onmogelijk zal zijn
- De schuldeiser moet uit mededeling van de schuldenaar afleiden dat deze in de nakoming zal
tekortschieten
- De schuldeiser heeft goede gronden te vrezen dat de schuldenaar tekort zal schieten EN de
schuldenaar voldoet niet aan en schriftelijke aanmaning om zich binnen een redelijke termijn
bereid te verklaren zijn verplichting na te komen.
Gevolgen treden dan eerder in:
- Vervangende schadevergoeding
- OVK ontbinden
3. Toerekenbare tekortkoming
De wet geeft aanvullende regels voor het geval een partijregeling ontbreekt of deze leemten kent.
Art. 6:75 bepaalt wanneer een tekortkoming niet aan de schuldenaar toerekenbaar is en er aldus
sprake is van overmacht. Het omgekeerde, wanneer een tekortkoming wel aan de schuldenaar valt
toe te rekenen, is er gemakkelijk uit af te leiden. Van een ‘toerekenbare tekortkoming’ is sprake
indien zij is te wijten aan schuld van de schuldenaar of als zij krachtens wet, rechtshandeling of in het
verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt. De tekortkoming kan aldus ook aan de
schuldenaar toerekenbaar zijn zonder dat hij daaraan schuld heeft, namelijk indien dit – zoals de
jurist het uitdrukt – voor zijn risico komt.
Schuld
Bij op grond van schuld aan de schuldenaar toe te rekenen tekortkomingen, gaat het om
tekortkomingen waarvan de schuldenaar een verwijt valt te maken. Er zijn verschillende maten van
schuld te onderscheiden: opzet, bewuste roekeloosheid en ‘gewone’ schuld.
Wet
Bij krachtens de wet aan de schuldenaar toerekenbare tekortkomingen gaat het vooral om twee
belangrijke groepen van gevallen, te weten tekortkomingen veroorzaakt door personen die de
schuldenaar gebruikt voor de uitvoering van de verbintenis (‘hulppersonen’) en door zaken die hij
daarvoor gebruikt (‘hulpzaken’).
- Hulppersonen -> op grond van art. 6:76 voor gedragingen van hulppersonen op gelijke wijze
als voor eigen gedragingen aansprakelijk.
- Hulpzaken -> Een tekortkoming veroorzaakt doordat bij de uitvoering van de verbintenis
gebruik is gemaakt van een daartoe ongeschikte zaak, rekent art. 6:77 toe aan schuldenaar.
Een zaak is ongeschikt wanneer zij niet voldoet aan de eisen die men daaraan met het oog op
het gebruik bij de uitvoering van de verbintenis kan stellen. Deze risico-aansprakelijkheid van
de schuldenaar voor hulpzaken bestaat niet indien dat onredelijk zou zijn, gelet op:
o inhoud en strekking van de rechtshandeling waaruit de verbintenis voortspruit;
o de in het verkeer geldende opvattingen;
o de overige omstandigheden van het geval.
Rechtshandeling
- Schuldenaar garandeert -> Heeft de schuldenaar een bepaalde kwaliteit, een bepaald
resultaat of iets vergelijkbaars niet slechts toegezegd, maar gegarandeerd , dan heeft hij zich
daarmee bij voorbaat een beroep afgesneden op het verweer dat een tekortkoming niet aan
hem toerekenbaar is. ‘Garantie’ brengt mee dat vrijwel iedere tekortkoming in de
gegarandeerde prestatie als wanprestatie voor rekening van de schuldenaar komt. Aldus
komen ook oorzaken die krachtens de bepaling van art. 6:75 niet toerekenbaar zijn, thans
krachtens de afgeven garantie wel voor zijn risico. Uiteraard kan de schuldenaar ook minder
ver gaan en slechts één of meer mogelijke oorzaken van verhindering van het resultaat voor
zijn rekening nemen.
- Schuldenaar tekent vrij -> Het spiegelbeeld van de garantie is de ‘vrijtekening’, ook wel
‘exoneratie’ genoemd. Partijen beogen met het opnemen van een vrijtekeningsbeding in de
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studenterasmus07. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.