Het boek Financiën en Fiscaliteiten is geschreven- en wordt gebruikt door docenten van de Academie voor Vastgoed. Dit is één van de vijf modules die benodigd is voor het behalen van je Basistheorie vastgoedkundige. In deze samenvatting vind je voorbeelden, formules en tabellen alsmede een beknop...
FINANCIËN & FISCALITEITEN
SAMENVATTING
Tomas Oosterhof
1
, Hoofdstuk 1: Inleiding op de Financiële administratie
Er zijn 2 noodzakelijke redenen voor een financiële administratie:
- Interne noodzaak
- Externe noodzaak
Bij de interne noodzaak vervult deze 3 essentiële functies:
-Registratiefunctie; vastleggen (financiële feiten). Omzet met behulp van facturen en kosten
met behulp van kostennota’s en periodieke kosten (lonen etc.).
-Controlefunctie; controleren van bedrijfsprocessen, zit het factuurbedrag ook in de kassa /
op de rekening. Controleren of de omzet per makelaar klopt.
-Sturingsfunctie; informatie op commercieel en financieel gebied zodat er beslissingen
kunnen worden genomen. Denk hierbij aan begrotingen en prognoses.
Bij de externe noodzaak zijn er ook een aantal functies:
-Het is wettelijk verplicht een financiële administratie te voeren.
-Er zijn belanghebbende bij:
x De fiscus moet inzicht hebben in de boekhouden, makkelijker met een fin-adm
x Voor kredietverlening zien banken graag inzage in de boekhouding en fin-adm
x Aandeelhouders en klanten van informatie voorzien (vooral voor grote bedrijven
en overheden).
Jaarrekening is de balans en de winst- verliesrekening, deze komt voornamelijk voor bij BV’s en NV’s.
Hoe groter het bedrijf hoe belangrijker het is om goede inzichten in de financiën te geven middels
een jaarrekeningen omdat er meerdere stakeholders zijn.
de jaarrekening geeft volgens normen die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd een zodanig
inzicht dat een verantwoord oordeel kan worden gevormd omtrent het vermogen en het resuktaat alsmede voor zover de
aard van de jaarrekening dat toelaat, omtrent de solvabiliteit en de liquiditeit van de rechtspersoon. (ART 2:362 lid 1 BW)
Om inzicht mogelijk te maken moet:
• De balans (met toelichting) getrouw, duidelijk en stelselmatig de grootte van het vermogen
en zijn samenstelling in actief- en passiefposten op het einde van het boekjaar weergeven;
• De winst- en verliesrekening (met toelichting) getrouw, duidelijk en stelselmatig de grootte
van het resultaat van het boekjaar en zijn afleiding uit de posten van baten en lasten
weergeven.
Kortom 3 eisen:
Getrouw; vermelde gegevens moeten overeen komen met de waarheid
Duidelijk; geen misverstanden over hoe en waarop de financiële administratie wordt ingericht en
bijgehouden
Stelselmatig; eenmaal gekozen mag er niet zomaar zonder goede redenen van de inrichting en
indeling worden afgeweken
Goed koopmansgebruik, omzet pas boeken als deze gerealiseerd is (dus als factuur is opgemaakt en
betalingsverplichting is aangegaan) en kosten pas wanneer ze ontstaan. Dit staat los van het
moment van betalen, dit kan gerust enkele maanden later zijn.
2
, Bestendige gedragslijn, wanneer er is gekozen voor een inrichting en bijwerking dan kan dit niet
wijzigen. Zo kun je niet het ene jaar bepalen dat je het in 10 jaar afschrijft en het jaar erop in 5 jaar.
Je moet de 10 jaar dan ook 10 jaar vasthouden.
De manier waarop is niet wettelijk verplicht. Meestal eenvoudig boekhoudpakket.
Bij grote BV’s en NV’s zijn er wel uniforme regels die ook door de accountancy worden geleid.
Balans:
- Moet altijd in evenwicht zijn. Activa en passiva dus gelijk.
- Links (activa / debet) & rechts (passiva / credit).
- Datum van opmaken in het midden bovenaan.
- Balanstotalen onderaan dubbel onderstreept.
ACTIVA
Vaste activa: bedrijfsmiddelen >1 jaar
Vlottende activa: bedrijfsmiddelen <1 jaar
Liquide middelen: aanwezigen geldmiddelen bank en of kas
PASSIVA
Eigen vermogen: geld dat de eigenaren zelf in het bedrijf hebben gestoken en reserves
Vaste passiva: Vreemd vermogen lang >1 jaar
Vlottende passiva: Vreemd vermogen kort <1 jaar
Het meest belangrijke aan het eigen vermogen is hoe zich dit ontwikkelt. Het moet namelijk wel
groeien (renderen / rendement opleveren) in de vorm van winst. Als het zich negatief ontwikkelt
hebben we te maken met verlies. De reden dat dit op de creditzijde staat is omdat dit de schuld van
de onderneming aan de eigenaren is. Het eigen vermogen is het verschil tussen het totaalbedrag
van de activa minus het vreemd vermogen!
Kort gezegd kan dit ook in de formule EV = ACTIVA – VV
Veranderingen in het EV komen door opbrengsten (+) en kosten (-).
Bijzondere vormen van activa en passiva:
(A)
- Materiële vaste activa: activa die tastbaar zijn (gebouwen, machines, grond, auto’s).
- Immateriële vaste activa: niet tastbaar, bijvoorbeeld het bedrag wat aan Goodwill is gekoppeld.
- Financiële vaste activa: bijvoorbeeld deelnemingen, verstrekte lenigen etc. >1 jaar.
- Financiële vlottende activa: beleggingen in aandelen <1 jaar.
(P)
- Obligatielening: vorm van LVV >1jaar.
- RC-krediet: een RC-krediet is een vorm van KVV <1 jaar. Heeft een bepaald limiet.
Dispositieruimte: Het resterende krediet van een onderneming op de RC.
Achtergestelde lening: Is vreemd vermogen echter de kredietverstrekker neemt genoegen dat hij bij
eventueel faillissement als laatste aan de beurt is. De kredietverstrekker is meestal nauw verboden
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tomasoosterhof. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.50. You're not tied to anything after your purchase.