100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Blok 1.6 Diabetes, Obesitas en Lifestyle Casus 1 tem 5. $10.73
Add to cart

Summary

Samenvatting Blok 1.6 Diabetes, Obesitas en Lifestyle Casus 1 tem 5.

2 reviews
 148 views  9 purchases
  • Course
  • Institution

Dit document bevat alle casussen van blok 1.6 Diabetes, Obesitas en Lifestyle. Het bevat veel plaatjes waardoor de leerstof veel duidelijker wordt. Met dit document heb ik zelf een 'Goed' behaald.

Preview 4 out of 50  pages

  • July 28, 2020
  • 50
  • 2019/2020
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: louisguffens • 1 month ago

review-writer-avatar

By: aquasportenbalance • 3 year ago

avatar-seller
Jaar 1 GNK GEN1106 Diabetes, Obesitas en Lifestyle


Diabetes, Obesitas en Lifestyle: Casus 1 ‘De suikerdood?’
1. Wat is obesitas? (risicofactoren, beloop, epidemiologie)

Meten van obesitas
 Obesitas = toename van vetweefsel die zo groot is dat deze de gezondheid
negatief beïnvloed
 Een belangrijke marker voor lichaamsvet is de body mass index (BMI) 
GEEN directe schatting van hoeveelheid vet maar wel een belangrijke
berekening
Gewicht (kg)
o BMI =
Lengte(cm)2
o BMI > 25 kg/m2  overgewicht
o BMI > 30 kg/m2  obesitas
o BMI > 35 kg/m2  morbide obesitas
 Bij volwassenen en kinderen correleert de BMI niet altijd goed met het
vetpercentage  BMI correleert slecht met verdeling van lichaamsvet
 Lichaamsgewicht wordt voor 2/3 bepaald door dwarsgestreept spierweefsel
en vetweefsel!

 Een andere manier is het meten van het percentage lichaamsvet
o Vetpercentage (mannen): > 25%  obesitas
o Vetpercentage (vrouwen): > 35%  obesitas

 Buikomvang
o Voorspelt de ontwikkeling van diabetes en van eindorgaanschade
beter dan het gewicht of BMI
o Niet alleen absolute hoveelheid vet maar ook de centrale- intra-
abdominale- en viscerale vetverdeling

Onderwatermeting
 Vetmassa en vetvrije massa hebben een adnere dichtheid
 Berekenen adhv de wet van Archimedes
 Goude standaard om vetpercentage te bepalen

Bio-impendatie metingen
 Adhv een schok op weegschaal
 Onbetrouwbaar

Huidplooimeting
 Ook niet heel betrouwbaar

Dexa scan
 Kijken naar dichtheid van weefsel
 Röntgenstralen gaan beter door vetweefsel dan door bot- en spier weefsel
 Betrouwbare meting over spiermassa en vetmassa


1

,Jaar 1 GNK GEN1106 Diabetes, Obesitas en Lifestyle

Epidemiologie
 Obesitas is een grote bedreiging voor de gezondheid
 Tot 1990 kwam het vooral voor in de geïndustrialiseerde landen, maar nu
stijgt de incidentie het sterkst in landen die een snelle economische
ontwikkeling doormaken
 Obesitas gaat samen met een verhoogde incidentie van type 2 diabetes
mellitus, dyslipidemie (verhoogd vetgehalte in bloed), CVD en kanker

 Wereldwijd had in 2016 39% van de volwassenen overgewicht waarvan 13%
obese was
 Vanaf 1980 is er een wereldwijde toename van 30-40% in overgewicht en
obesitas geweest
 De prevalentie van obesitas neemt toe met de leeftijd en piekt op 55-60
jarige leeftijd
o In ontwikkelde landen is 2/3 van de bevolking te zwaar of obese op die
leeftijd
o 25-30% van deze leeftijdscategorie heeft obesitas
 Er is ook en verschil tussen mannen en vrouwen te zien
o Mannen hebben vaker overgewicht dan vrouwen
o Vrouwen zijn vaker obese dan mannen

 Wereldwijd zijn er 41 miljoen kinderen onder de 5 jaar te zwaar of obese
 Meer dan 340 miljoen kinderen tussen 5-19 jaar zijn te zwaar of hebben
obesitas
 In 1975 had nog 4% van de kinderen obesitas of overgewicht  in 2016 was
dit als 18%
 Het komt evenveel voor bij jongens als bij meisjes
 Voor kinderen worden leeftijd- en geslachtsspecifieke BMI-afkapwaarden
gebruikt

 In NL heeft 49% van de bevolking overgewicht (incl. obesitas) en is 14% van de
bevolking obese
 De prevalentie van obesitas is het hoogst in Zuid-Limburg  16,4%

Etiologie
 Het ontstaan van obesitas berust op een complex mechanisme in de vetcel
dat van invloed is op de hormonale processen in het lichaam
 Gewichtstoename ontstaat door een langdurige onevenwichtigheid in
energiebalans
 Enerzijds bevorderen een zittende leefstijl en hoogenergetische voeding
gewichtstoename en obesitas, anderzijds verkleinen regelmatige
lichaamsactiviteit en laagenergetische voeding het risico op overgewicht en
obesitas
 Stapeling van vet in abdomen vormt een groot risico op het krijgen van
obesitas
 Omgevingsfactoren, individuele- en genetische factoren spelen een rol bij het
ontstaan van obesitas


2

,Jaar 1 GNK GEN1106 Diabetes, Obesitas en Lifestyle

o Omgevings- en individuele gedragsfactoren worden als belangrijkste
oorzaken beschouwd voor de verstoorde energiebalans en daarmee
voor de toename in het voorkomen van obesitas

 Obesitas komt ook vaak in de familie voor
 Obesitas bij ouders is een sterke risicofactor voor obesitas bij de kinderen
 Hierbij spelen de gewoonten en de omgeving die familieleden met elkaar
delen een grote rol, maar ook erfelijke aanleg is van belang
 Erfelijke factoren zijn vooral van invloed op de individuele variatie in de
aanleg voor obesitas
 Ook culturele verschillen spelen een rol  in sommige culturen wordt een
mager, slank postuur geassocieerd met ongezond zijn

 Risicogroepen voor gewichtstoename zijn:
o Mensen die stoppen met roken
o Vrouwen die postpartum geen borstvoeding geven
 Risicogroepen op kinderleeftijd zijn:
o Kinderen met een snelle groei op zuigelingenleeftijd
o Kinderen met een sterke stijging van de BMI voor 6 jaar
o Kinderen met 2 ouders met obesitas
 Kind met obesitas heeft een verhoogd risico op obesitas op volwassen leeftijd
 risico neemt toe met de leeftijd
o Dit geldt des te meer voor kinderen met ouders die beide obesitas
hebben

 Van een aantal ziektebeelden (hypothyreoïdie, syndroom van Down,
syndroom van Cushing) is bekend dat zij gepaard gaan met gewichtstoename
 Het komt slechts zelden voor dat een onderliggende aandoening de enige
oorzaak is van obesitas  de gewichtstoename van een onderliggende
aandoening is beperkt
 Geneesmiddelen (antidiabetica, antidepressiva, corticosteroïden) kunnen
gewichtstoename veroorzaken
 Ook geneesmiddelen gebruik is zelden de enige oorzaak van obesitas  de
bijdrage van geneesmiddelen tot het ontwikkelen van obesitas is beperkt

 De eetstoornis binge eating disorder kan van belang zijn voor het ontwikkelen
en/of in stand houden van obesitas
 Bij deze eetstoornis is er sprake van herhaalde episodes van eetbuien, die een
onaangename spanning opleveren
 De eetbui wordt meestal niet gevolgd door compenserend gedrag (bv braken,
laxeren, …) zoals bij boulemie

 Psychologische factoren zoals emotioneel eten, kunnen een rol spelen bij het
ontstaan van obesitas
 Seksueel misbruik of andere vormen van geweld en affectieve verwaarlozing
bij kinderen zijn geassocieerd met het voorkomen van obesitas op volwassen
leeftijd


3

, Jaar 1 GNK GEN1106 Diabetes, Obesitas en Lifestyle



Diagnostiek
 De huisarts meet de lengte, het gewicht en buikomvang en bepaalt de BMI
 De buikomvang is ernstig verhoogd wanneer deze bij een man groter is dan
102 cm en bij een vrouw groter dan 88 cm




2. Wat is diabetes? (risicofactoren, beloop, epidemiologie)

Diagnose en symptomen diabetes mellitus
 Bij een verhoogde bloedglucosewaarde
o Diagnose al gesteld wanneer er meerdere keren een waarde van >
11,0 mmol/L of een nuchtere waarde van > 6,9 mmol/L in veneus
plasma wordt gevonden
 Symptomen
o Veel plassen = polyurie
o Veel drinken = polydipsie
o Veel eetlust = polyfagie

Diabetes mellitus type 1
 Erfelijk, virale infecties
 Bij deze vorm van diabetes is er te weinig insuline geproduceerd door de beta
cellen (in de eilandjes van Langerhans) van de pancreas
 De patiënten zijn dus afhankelijk van insuline, want zonder insuline zouden er
metabolische complicaties optreden
 Het is een auto-immuunziekte dat voornamelijk veroorzaakt wordt door T-
lymfocyten die beta cellen afbreken in de pancreas
 Bloedsuikerspiegel is verhoogd door verminderde opname van glucose uit het
bloed

Diabetes mellitus type 2  erfelijkheid speelt hier de grootste rol (multifactorieel)
 Bij deze vorm falen de perifere organen om normaal te reageren op insuline =
insulineresistentie  gevoeligheid van insuline is verminderd
 Gevolgen:
o Verminderde opname van glucose in de spieren
o Verminderde glycolyse en vetzuuroxidatie in de lever
o Verminderde onderdrukking van de gluconeogenese
 Insuline resistentie wordt veroorzaakt door en toegenomen ontsteking in oa
vetweefsel


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sophie_0403. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $10.73. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52355 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$10.73  9x  sold
  • (2)
Add to cart
Added