1. Een positieve Trendelenburg duidt op:
a. Parese van de knieextensoren
b. Parese van de heupflexoren
c. Pares van de heupextensoren
d. Sensibiliteitsstoornis ten gevolge van peroneusuitval
2. Pijn in de benen die ontstaat na een tijdje lopen, maar niet na fietsen, en die verdwijnt bij
hurken wijst op:
a. Een radiculair syndroom
b. Arthrose van de heupen
c. Aspecifieke rugpijn
d. Een lumbale kanaalstenose
3. Tot de aangeboren afwijkingen van de heup kunnen behoren:
a. Heupdysplasie
b. Ziekte van Perthes
c. Coxitis fugax
d. Myositis ossificans
4. Welke structuur ligt NIET op de pronatie/supinatie as?
a. Olecranon
b. Radiuskopje
c. Distale uiteinde van de ulna
5. Een 48-jarige stucador heeft al 2 maanden pijn in zijn nek, die uitstraalt naar de
middelvinger van zijn linkerhand. De neuroloog vermoedt dat er sprake is van een radiculair
syndroom op cervicaal niveau. Dit wordt door de MRI bevestigd. De neurochirurg zal de
tussenwervelschijf moeten opereren op het niveau:
a. C4 – C5
b. C5 – C6
c. C6 – C7
d. C7 – Th1
6. Welk antwoord is FOUT? Een spierruptuur herstelt meestal restloos. Soms ontstaat een
complicatie of restklacht. Dit kan zijn:
a. Een delle
b. Spierhypertrofie
c. Compartimentsyndroom
d. Myositis ossificans
7. Bewegingen in de wervelkolom:
a. Nemen in uitslag na ongeveer het 35 jaar alleen af als gevolg van pathologie in de
wervelkolom
b. Zijn lumbaal vooral in rotatierichtingen goed mogelijk
c. Worden vooral gestuurd door de stand van de gewrichtsvlakjes
d. Beperking van de uitslagen vindt plaats door ligamenten en disci intervertebrales
8. Voor een intact humero-scapulair ritme is noodzakelijk:
, a. Een normaal functionerend sternoclaviculair gewricht
b. Een normaal functionerende m. serratus anterior
c. Een normaal functionerende subdeltoidale bursa
d. Alle alternatieven zijn juist
9. Een 32-jarige gemeentemedewerker bemerkt dat hij de afgelopen 3 dagen steeds meer
moeite krijgt met lopen. Ook het ordenen van ingekomen post kost veel moeite. Hij heeft geen
pijn. Bij onderzoek vindt u zwakte van de bovenarmspieren en van de bovenbeenspieren. Er is
areflexie. De meest waarschijnlijke diagnose is:
a. Polymyositis
b. Spierdystrofie
c. Ziekte van Guillain-Barre
d. Amyotrofische lateraal sclerose
10. Geleidelijk ontstane overbelasting van spieren/pezen kennen verschillende oorzaken.
Welke etiologische factor hoort NIET in het rijtje thuis?
a. Too much too soon
b. Een trap van een tegenstanden
c. Repeterende excentrische bewegingen
d. Hypermobiliteit
11. Een coxa vara
a. Is een hoek van meer dan 127 graden tussen kop-hals en femurschacht
b. Is een hoek van minder dan 127 graden tussen kop-hals en femurschacht
c. Leidt tot een adductie-beperking van de heup
d. Leidt tot X-knieen
12. Spieren die aanhechten aan de epicondylus lateralis worden geinnerveerd door:
a. N. ulnaris
b. N. Radialis
c. N. Medianus
d. Zowel n. medianus als n. ulnaris
13. Welk gewricht van de duim is het meest frequent aangedaan bij artrose?
a. interfalangeale gewricht (IP)
b. metacarpofalangeale gewricht (MCP)
c. carpometacarpale gewricht (CMC)
14. Bij een distractieruptuur van een spier is sprake van een acute scherpe pijn met uitwendig
geweld.
a. juist
b. onjuist
15. Een 36-jarige man komt bij de huisarts. Hij heeft sinds twee weken gewrichtsklachten.
Zijn linker enkel en knie zijn pijnlijk en gezwollen. Met ibuprofen gaat het nog niet beter. Hij
heeft geen trauma doorgemaakt en is verder gezond. In de familie komt geen reuma voor, zijn
vader heeft wel hypertensie en jicht. Hij loopt regelmatig hard en voetbalt wekelijks. Beide
kan hij nu niet doen. Hij kan zich geen tekenbeet herinneren. Hij sinds enkele dagen wat rode
vlekjes op zijn armen en benen. Hij is niet ziek geweest; wel had hij drie weken geleden een
dag diarree na een barbecue op de hei, evenals enkele collega’s. Bij lichamelijk onderzoek
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller aqua03. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.08. You're not tied to anything after your purchase.