100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
THK Samenvatting Hoofd-hals anatomie (Boek Jaap de jong) H1 t/m H13 $5.93   Add to cart

Summary

THK Samenvatting Hoofd-hals anatomie (Boek Jaap de jong) H1 t/m H13

5 reviews
 222 views  12 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van het boek van Jaap de jong: Hoofd-hals anatomie tandheelkunde H1 t/m H13

Preview 4 out of 24  pages

  • Yes
  • July 29, 2020
  • 24
  • 2019/2020
  • Summary

5  reviews

review-writer-avatar

By: jadeleusink • 1 year ago

review-writer-avatar

By: hamedabdullah446 • 1 year ago

review-writer-avatar

By: ronald87 • 3 year ago

review-writer-avatar

By: hennelyjansen • 4 year ago

Translated by Google

Because it helped me learn my test. I'm really glad I had this summary!

reply-writer-avatar

By: Skaraarslan • 4 year ago

Translated by Google

Very nice to hear! :)

review-writer-avatar

By: lunaerven • 3 year ago

Translated by Google

Well summed up!

avatar-seller
SAMENVATTING BOEK: HOOFD – HALS ANATOMIE

H1. BOTSTUKKEN VAN DE SCHEDEL
De mens -> De gewervelde organismen
Skelet > Ook wel geraamte genoemd
Het menselijk skelet is (met het gebit) het hardste deel van het lichaam.
Skelet van de mens bestaat uit: 206 botstukken.

De vorm van het menselijk lichaam wordt voor een belangrijk deel bepaald door de
beenderen (botstukken) die samen het skelet vormen.

Zonder skelet => geen stevigheid en zou de mens niet rechtop kunnen lopen.

Functies van het skelet:
 Het geven van vorm en stevigheid aan het lichaam
 Het beschermen van organen als hersenen, ogen etc.
 Het skelet dient als aanhechtingsplaats voor spieren
 Het skelet maakt bewegingen mogelijk (samen met het spierstelsel)

De vorm van je hoofd wordt vooral bepaald door de botstukken waar de schedel uit bestaat.
Menselijke schedel bestaat uit 22 botstukken. Een schedel is het meest uitgebreide deel van
het skelet.

Het wordt voor de geboorte aangelegd (gevormd) in de embryonale periode. Ongeveer na 6
weken na de bevruchting start de ontwikkeling, dus al in het begin van de zwangerschap.

Eerst ontstaan er beenkernen (dat zijn plaatsen waar het eerst bot ontstaat) op de plaats
van een botstuk. Ze worden steeds groter en groeien uit tot een botstuk. Voor de geboorte
zijn verschillende botstukken nog niet met elkaar vergroeid.

Tussen de botstukken zijn er bindweefselplaten (fontanellen).
De grootste twee fontanellen bevinden zich aan de bovenzijde van de schedel. Ong. midden
op het hoofd bevindt zich de grote en op het achterhoofd de kleine fontanel.

Bij een baby zijn de schedelbotten nog niet met elkaar vergroeid. Daardoor kunnen de
botplaten iets over elkaar heen schuiven en wordt de schedelomvang kleiner. Hierdoor
verloopt de bevalling gemakkelijker.

Na de geboorte groeien de fontanellen langzaam dicht met bot. Na ong. 4 maanden is de
kleine fontanel gesloten. Bij de grote fontanel duurt dit wat langer, het sluit pas circa op 2-
jarige leeftijd.

De schedel biedt bescherming aan de organen die zich binnen in de schedel bevinden zoals:
de hersenen, de ogen, en het gehoororgaan.

,Schedel wordt onderverdeeld in 2 functionele delen. Dat zijn schedeldelen die ieder hun
eigen taak hebben.
- Hersenschedel > is het grootst en bevat de hersenpan
- Aangezichtsschedel > gezichtsskelet

Botstuk -> os

Het os frontale = voorhoofdsbeen
Het os pariëtale = wandbeen
Het os occipitale = achterhoofdsbeen
Het os temporale = slaapbeen
Het os sphenoidale = wiggenbeen
Het os lacrimale = traanbeen

Aan de bovenzijde van de schedel zit het schedeldak. De bodem (onderkant) van de schedel
wordt gevormd door de schedelbasis, hierin zit een groot aantal openingen waar bloedvaten
en zenuwen doorheen gaan. Daarom is de schedelbasis zeer kwetsbaar en kan er bij een
ongeval snel een gevaarlijke breuk (schedelbasisfractuur) ontstaan.

Een schedelbasisfractuur is te herkennen door:
 Bloed uit de oren, neus en de mond

AANGEZICHTSSCHEDEL
Heeft 4 botten:

 De maxilla = bovenkaak
Het is het grootste botstuk van het aangezichtsschedel. Aan de onderkant hiervan is het
bot een stuk hoger, deze verhoging heet processus alveolaris (kaakwal). Daar zijn de
tandkassen (alveolen) en daarin zitten de wortels van de gebitselementen. Binnen in de
maxilla is er een holte die bekleed is met slijmvlies > Sinus maxillaris (antrum).
Het maakt deel uit van de neusbijholtes en staat in verbinding met de neusholtes.


 De mandibula = onderkaak
Het horizontale deel van de mandibula wordt het corpus mandibulae genoemd. Op de
hoogte van de wortels van de premolaren is er een kleine opening de foramen mentale.
Het deel van de onderkaak dat omhoog loopt wordt ramus mandibulae of opstijgende
tak genoemd. Het heeft 2 uitstekende delen.
Het achterste deel is > processus condylaris (kaakkopje; maakt deel uit van een
kaakgewricht zo kan de onderkaak bewegen).
De onderkaak is het enig bewegende deel van de schedel. Het voorste uitstekende deel
van de opstijgende tak heet (processus coronoideus).

 Os zygomaticum = jukbeen
Vormt een groot deel van de zijkant van de oogkas. Uit het os zygomaticum ontstaat de
arcus zygomaticus (= jukboog). De jukboog wordt gevormd door 2 uitsteeksels van 2

, verschillende botstukken; 1 van het os zygomaticum en 1 van het os temporale. De
jukboog geeft steun aan de wangspieren.
De jukboog is kwetsbaar, omdat het erg dun is.

 Os nasale = neusbeen
Geeft steun aan het harde deel van de neusrug bovenaan de neus. Alleen de bovenste
deel van de neus bestaat uit bot. Het grootste deel van de neus (onder) bestaat uit
kraakbeen. Onder beide neusbeentjes bevinden zich de neusgaten, die van elkaar
gescheiden worden door een tussenschot. Het botstuk dat de neusgaten scheidt wordt
vomer genoemd.

Aangezichtsschedel heeft een beschermende functie, maar ook een steunfunctie voor enkele
belangrijke organen die in het gezicht ligt. Bijv. de neus, de ogen en de mond.


DE NEUSBIJHOLTEN
Door een aantal smalle buisjes staat de neusholte in verbinding met een systeem van
neusbijholten. Er kunnen in de neusbijholten makkelijk ontstekingen ontstaan. Dit wordt ook
wel bijholte ontsteking of sinusitis genoemd. Ziektekiemen kunnen via de neusholte door de
buisjes de neusbijholtes binnendringen. Omdat de kaakholten dicht bij het gebit liggen,
kunnen ontstekingen ook van het gebit naar de kaakholte uitbreiden.

In de schedel zijn diverse holtes aanwezig, dat zijn allemaal neusbijholtes die met elkaar in
verbinding staan. Alle bijholtes komen uit in de neusholte boven de onderste neusschelp.

De grootste neusbijholten bevinden zich in het os frontale (het voorhoofd) en in de maxilla
(bovenkaak). In het os frontale zit de sinus frontalis (= voorhoofdsholte). Deze sinus is op
volwassen leeftijd ong. 3cm groot en ligt boven de neusholte. Als er bij bijv. ontsteking door
verkoudheid vocht in de voorhoofdsholte zit, kan dat vocht makkelijk naar de neus lopen
d.m.v. de zwaartekracht.

In de maxilla is de sinus maxillaris. Andere woorden hiervoor zijn kaakholte en antrum. De
kaakholte is ongeveer even groot als de sinus frontalis. In het os sphenoindale (wiggenbeen)
is ook een holte.

Alle neusbijholtes zijn bij de geboorte klein en worden groter naarmate de schedel groeit. De
kaakholte blijft gedurende het hele leven groeien ook nadat je bent uitgegroeid. Het groter
worden van de kaakholte wordt pneumatisatie genoemd.

De functies van de neusbijholten:
- Beschermen tegen bacteriën door afscheiding van slijm
- Opwarmen van ingeademde lucht
- Filtreren van stofdeeltjes uit de ingeademde lucht
- Uitdroging helpen voorkomen
- Gewicht van de schedel verminderen (want lucht in de holtes weegt minder dan bot)

, HET OS HYOIDEUM
Het wordt ook wel tongbeen genoemd.
= Een losbotstuk dat geheel door spieren en vezels op zijn plaats wordt gehouden.
Het zit dus niet vast aan de schedel. Het speelt een belangrijke rol bij het spreken en slikken
doordat er verschillende spieren van de mond aan bevestigd zijn.

Het zit niet vast aan de schedel en bevindt zich ter hoogte van het strottenhoofd.

GROEI VAN DE SCHEDEL
De schedel bestaat uit platte beenderen die zijn opgebouwd uit twee lagen compact bot.
Tussen de lagen compact bot zit een laag spongieus bot. Die laag bestaat uit botbalkjes,
waardoor deze laag een beetje op een spons lijkt.

Tussen de botbalkjes bevindt zich in de holle ruimtes het rode beenmerg, dit speelt een rol
bij het aanmaken van rode bloedcellen.

Aan de buitenkant van het bot zit het botvlies (= periost). Het is een bindweefsellaag met
veel bloedvaten en zenuwen. Het periost is bedoeld om het bot in leven te houden.

De schedel groeit mee met het kind. De hersenschedel en de aangezichtsschedel groeien
niet in hetzelfde tempo.

Bij de geboorte is de hersenschedel groter dan de aangezichtsschedel. Als het kind groeit,
groeit het aangezichtsschedel meer dan de hersenschedel.

De schedel heeft een vorm van een bol en zal tijdens de groei in alle richtingen groter
worden.

Tijdens de groei worden botstukken groter, maar ook harder. In het begin is er nog veel
kraakbeen. Dat wordt steeds meer vervangen door bot. Fontanellen groeien dicht en
worden vervangen door suturen (= naadverbindingen). Daardoor worden de botstukken
onbeweeglijk aan elkaar bevestigd. De onderkaak groeit door botafzetting in het gebied van
het kaakkopje, dus op een andere wijze dan de rest van de schedel. Het kaakkopje is het
belangrijkste groeicentrum van de onderkaak.

VEROUDERING
Als je ouder wordt zijn suturen minder goed zichtbaar op de schedel, dit proces wordt het
verstrijken van de suturen genoemd.

Het bot wordt minder elastisch en fracturen (breuken) zullen trager genezen.

Bij de kaken zijn er opvallende processen te zien in de gedeeltes waar er elementen in staan.
Na een extractie zal op die plaats de processus alveolaris gaan slinken. Hierdoor wordt de
kaak steeds lager (; resorptie). Resorptie van de kaak gaat levenslang verder. In de
onderkaak gaat dit proces sneller dan bij de bovenkaak.
Door resorptie is het moeilijker om goed functionerende gebitsprotheses te maken in de
onderkaak, omdat je dan niet genoeg houvast hebt.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Skaraarslan. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67866 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling

Recently viewed by you


$5.93  12x  sold
  • (5)
  Add to cart