TEST BANK -- SUMMARY INTRODUCTION TO PSYCHOLOGY, 8TH EDITION BY PETER O. GRAY (AUTHOR), DAVID BJORKLUND (AUTHOR)PART 1 (PB0014) -- SAMENVATTING INLEIDING TOT DE PSYCHOLOGIE, 8E EDITIE DOOR PETER O. GR...
Introduction to Psychology (Ch.1-16)
Samenvatting Psychology - Introductory Psychology and Brain & Cognition (7201702PXY)
All for this textbook (37)
Written for
Open Universiteit (OU)
Psychologie
Inleiding Psychologie (PB0014)
All documents for this subject (5)
1
review
By: elinezeilmaker76 • 4 year ago
Seller
Follow
Michaela12
Reviews received
Content preview
HOOFDSTUK 9: Geheugen, attentie en bewustzijn
Geheugen, attentie en bewustzijn
- geheugen is nauw verbonden met leren
- geheugen wordt vaak gezien als de verandering binnen het individu veroorzaakt door
leren die het toekomstig gedrag van individu kan beïnvloeden
leren geheugen effect op toekomstig gedrag
- bewustzijn: het ervaren van de eigen mentale gebeurtenissen op een zodanige manier
dat men hierover aan anderen kan rapporteren
1. Overzicht: een informatieverwerkingsmodel van de geest
Informatieverwerkingsmodel
- cognitieve psychologen beschouwen de geest als een processor van informatie, analoog
aan een computer
- informatieverwerkingstheorieën zijn gebaseerd op een reeks aannames over hoe
mensen informatie verwerven, opslaan en ophalen
- een aantal aannames bij informatieverwerking
een individu heeft beperkte middelen bij het verwerken van informatie
informatie beweegt zich doorheen ons systeem:
o via sensorische systeem in geest gebracht en op verschillende manieren
gemanipuleerd
o langdurig opgeslagen om indien nodig de informatie op te halen en
probleem op te lossen
- in het informatieverwerkingsmodel worden drie componenten onderscheiden
het zintuiglijk geheugen
het kortetermijn- of werkgeheugen
het langetermijngeheugen
- de types geheugen verschillen van elkaar in functie, capaciteit en duurtijd
- daarnaast zijn er een reeks besturingsprocessen waaronder aandacht, codering, ophalen,
die de verwerking van informatie en verplaatsing van informatie van ene naar andere
systeem regelt
1.1 Zintuigelijke of sensorische geheugen: de korte verlening van zintuigelijke ervaring
Zintuigelijke geheugen
- bij het zintuiglijk geheugen speelt aandacht geen rol
- het wordt gevoed door de zintuiglijk input, informatie blijft een korte periode zitten
- er zou voor elk sensorisch systeem een afzonderlijke sensorische geheugenopslag zijn
- elk sensorische geheugenopslag zal alle sensorische input bevatten die het sensorische
systeem binnenkomt
1
, - functie is zintuigelijke info lang genoeg vasthouden zodat het geanalyseerd wordt door
onbewuste mentale processen die beslissen over het al dan niet opslaan in
kortetermijngeheugen
- we worden ons alleen bewust van items die door het selectieve aandachtsproces in het
werkgeheugen worden geplaatst
1.2 Het kortetermijngeheugen: bewuste perceptie en gedachten
Kortetermijngeheugen
- wanneer informatie vanuit het sensorische geheugen naar het kortetermijngeheugen
gaat: de bewerking van de informatie
- belangrijkste werkplek van het geheugen, wordt ook werkgeheugen genoemd
- proces van berekenen en transformeren van informatie die in het kortetermijngeheugen
wordt bewaard
- wordt geplaats onder de noemer van bewust denken waar alle bewuste waarneming
plaatsvindt: redeneren, vergelijken, voelen, berekenen
- het is de centrale verwerkingseenheid, kan informatie ontvangen van
het zintuigelijke geheugen
het langetermijngeheugen
- totale hoeveelheid in werkgeheugen kan enorm veel zijn
- informatie voortdurend herhaald worden om behouden te blijven en vastgelegd te
worden in het langetermijngeheugen
1.3 Het langetermijngeheugen: de bibliotheek met informatie van de geest
Het langetermijngeheugen
- opgeslagen representatie van alles wat een persoon weet
- de capaciteit moet enorm zijn
- we zijn ons niet bewust van de informatie in het langetermijngeheugen, behalve als ze
wordt geactiveerd en verplaatst naar het kortetermijngeheugen
- informatie wordt uiteindelijk vastgelegd in het langetermijngeheugen
Kortetermijngeheugen Langetermijngeheugen
Actief: wordt over nagedacht Relatief passief: opslag van informatie
Korte duur: items verdwijnen binnen enkele Lange duur: items kunnen een leven lang
seconden als er niet meer aan gedacht wordt meegaan
Beperkte capaciteit: 7 plus of min 2 items Onbeperkte capaciteit: alle langdurige kennis
1.4 Besturingsprocessen: de informatietransportsystemen van de geest
Besturingsprocessen
- strategieën om informatie te verplaatsen en prestaties te verbeteren
- het verplaatsen van informatie van het ene geheugen naar het andere geheugen gaat via
de besturingsprocessen
aandacht
coderen
ophalen
2
, 1. Aandacht
- het proces dat de informatiestroom van het sensorische geheugen naar het
kortetermijngeheugen regelt
- omdat sensorisch geheugen groot is en kortetermijngeheugen klein, is de functie van
aandacht om de informatiestroom van het sensorisch naar het korte termijn geheugen te
beperken
- bij het uitvoeren van taken moet er aandacht worden gegeven aan twee zaken:
het concentreren op het verwerken van de informatie om je taak zo goed
mogelijk uit te voeren
het in de gaten van de overige informatie uit de omgeving om in te schatten of er
gevaar dreigt of dat er potentieel nog meer aantrekkelijke opties zijn om je doel
te bereiken
2. Coderen
- regelt de informatiestroom van het kortetermijngeheugen naar het
langetermijngeheugen
vb.: stampwerk is een bewust coderingsproces
- maar vaak gaat coderen onbewust doordat je interesse hebt in een bepaald onderwerp
3. Ophalen
- proces dat informatiestroom van langetermijngeheugen naar kortetermijngeheugen
regelt: noemen we gewoonlijk herinnering
- informatie stroomt automatisch van langetermijngeheugen naar kortetermijngeheugen
Proces van aandacht, coderen en ophalen
- elk besturingsproces kan beschouwd worden als een belangrijk deel van de beperkte
capaciteit van het systeem voor uitvoering
- nagaan hoeveel mentale energie een bepaald proces in beslag neemt
glucose is energiebron voor hersenen en wordt gebruikt om een bepaalde
operatie uit te voeren
hersengebieden die verband houden met cognitieve verwerking is
glucoseconsumptie groot
je hebt maar energie om een bepaalde hoeveelheid informatie te verwerken
Automatische onbewuste besturingsprocessen
- vinden plaats zonder intentie en zonder bewust bewustzijn
- verstoren niet de uitvoering van andere processen
- verbeteren niet door oefening
- worden niet beïnvloed door individuele verschillen in intelligentie, motivatie en opleiding
Niet automatische bewuste besturingsprocessen
- zijn beschikbaar voor het bewustzijn
- interfereren met de uitvoering van andere inspannende processen
- verbeteren met oefenen
- worden beïnvloed door individuele verschillen in intelligentie, motivatie en opleiding
alledaagse kennis omvat combinatie van automatische (en onbewuste) en inspannende (en
bewuste) processen
3
,1.5 Snel en traag denken: dual-processing theorie van cognitie
Dual-processing theorie
- bij het verwerken van informatie en het oplossen van problemen gebruiken mensen
twee manieren:
snelle, automatische en onbewuste verwerking
trage, inspannende en bewuste verwerking
Tversky praat over snel en langzaam denken
- snel denken:
intuïtief met weinig of geen gevoel van vrijwillige controle, mensen denken
onthouden door onnauwkeurige geheugenrepresentaties te verwerken
- langzaam denken
bewust zelf beslissen welke aspecten van een probleem hij moet behandelen
operaties die hij moet uitvoeren
Stroop interferentie effect
- presenteren van woorden die in gekleurde inkt zijn gedrukt en vragen om zo snel
mogelijk te inktkleur te benoemen
- proefpersonen doen er langer over om woorden met een andere kleur dan de inktkleur
te benoemen
- GROEN GROEN AUTO
- eerste woord snelst juist, middelste tweede snelst en auto het langzaamste omdat het
niets met kleuren te maken heeft
2. Aandacht: het portaal naar bewustzijn
Aandacht
- natuurlijke selectie heeft ons voorzien van aandachtmechanismen die aan twee
concurrerende behoeften kunnen voldoen
je focussen op de taak en niet afgeleid worden door irrelevante prikkels
bewaken van stimuli die niet relevant zijn voor de taak en aandacht te verleggen
naar gevaren
- aandacht is een poort tussen het sensorische geheugen en kortetermijngeheugen
- pre-attentieve verwerking
informatie opgevangen door zintuigen komt in sensorisch geheugen terecht
geanalyseerd hoe relevant informatie is en beoordelen op gevaar
is een onbewust proces
Top-down controle bij aandacht
- vanuit de hersenen wordt bepaald welke informatie uiteindelijk relevant is om
doorgelaten te worden
- vanuit het zintuiglijke geheugen naar het korte termijn geheugen om te worden verwerkt
- de hersenen bepalen dit op basis van eerder opgeslagen ervaring en kennis
4
,2.1 Het vermogen om aandacht te concentreren en irrelevante zaken te negeren
2.1.1 Selectief luisteren
Cocktail party effect
- het vermogen om in een drukke ruimte geconcentreerd te blijven luisteren naar de stem
van één persoon, ook al wordt die in volume overstemd door allerlei andere stemmen
- we zijn hiertoe in staat zolang de verschillende stemmen onderling ook duidelijk
verschillen qua stemgeluid, of locatie in de ruimte
- dit fenomeen heeft hoofdzakelijk te maken met het zintuiglijk geheugen, en de manier
waarop informatie van daaruit naar het kortetermijn- of werkgeheugen wordt verstuurd
- alle stemmen in de ruimte bereiken ons zintuiglijk geheugen, maar wij zijn in staat om
aandacht zo te richten dat we enkel die ene geluidsbron naar werkgeheugen sturen
- aandacht speelt dus een zeer belangrijke rol als poortwachter van ons bewustzijn
2.1.2 Selectief kijken
Onopzettelijke blindheid
- het niet bewust zijn van een visuele prikkel omdat de aandacht er vanaf gericht is
- vb.: radiologen dienden op foto’s te zoeken naar knobbeltjes, op de laatste foto was een
gorilla ingevoegd maar 80 procent zag dit niet
2.2 De mogelijkheid om aandacht te verleggen naar een significante stimuli
Significante stimuli
- proefpersonen vertonen geen onopzettelijke blindheid wanneer een dreigingsstimulus
zoals een spin als afleidende stimuli gebruikt werd
- dit bewijst dat we goed zijn in het verleggen van aandacht naar prikkels die gevaar
signaleren of van belang zijn
- belangrijke functie van sensorische geheugen is lang genoeg vasthouden van vluchtige
stimuli zodat onze aandacht erop gericht wordt zodat ze naar het bewustzijn worden
gebracht als ze significant blijken te zijn
2.2.1 Aandacht verleggen naar betekenisvolle informatie in het auditieve sensorische geheugen
Echoïsch geheugen
- auditieve sensorische geheugen wordt ook echoïsch geheugen genoemd en het korte
geheugenspoor voor specifiek geluid wordt echo genoemd
- je kunt met je geheugen tot ongeveer 8 - 10 seconden teruggaan in de tijd
- vb.: je moet specifieke taak uitvoeren en iemand negeren die er doorheen zit te praten
bij een signaal moet je herhalen wat die persoon voor worden had gezegd
- je blijkt tot max 10 seconden terug te kunnen gaan in de tijd en die worden herhalen
5
,2.2.2 Aandacht verleggen naar betekenisvolle informatie in het visuele sensorische geheugen
Iconische geheugen
- visueel sensorisch geheugen wordt iconisch geheugen genoemd en het korte
geheugenspoor voor een specifieke visuele stimulus wordt het pictogram genoemd
- Sperling ontdekte dat mensen teksten konden lezen tot ⅓ seconden nadat ze waren
getoond
- het blijkt dat ons visueel sensorische (iconische) geheugen heel groot is, maar wel kort
2.3 Onbewuste, automatische verwerking van stimulusinvoer
Tekortkoming van het informatieverwerkingsmodel
- grote tekortkoming van het informatieverwerkingsmodel is dat het geen rekening houdt
met de onbewuste effecten van sensorische input
- in het model kan zintuigelijke informatie alleen gedrag en bewustzijn beïnvloeden als
deze bewust het kortetermijngeheugen binnen gaat
- sensorische input kan gedrag en bewust denken veranderen zonder hiervan bewust te
zijn: een manier waarop dit kan is priming
2.3.1 Onbewuste voorbereiding van mentale concepten
Priming
- priming is de activering, door sensorische input, van informatie die al is opgeslagen in het
langetermijngeheugen
sneller herkennen van, of reageren op een bepaalde stimulus als men deze
eerder heeft waargenomen
- de geactiveerde informatie komt dan meer beschikbaar voor de persoon waardoor de
perceptie of gedachten van de persoon worden veranderd
- de activering wordt niet bewust ervaren, maar beïnvloedt het bewustzijn
- deze activering kan plaatsvinden als de stimulusprikkel niet bewust wordt waargenomen
- het wordt beschouwd als een van de manifestaties van het impliciete, of niet-
declaratieve geheugen
- priming is een manier om meer informatie op te kunnen slaan door bepaalde
herinneringen te koppelen aan een object
- voorbeeld van priming
je ziet plaatje van een boom met daarin een konijn verborgen
kans groot dat je een landschap zult tekenen met een konijn erin dan mensen die
een plaatje hebben gezien van een boom zonder daarin een konijn verborgen
6
,2.3.2 Automatische, verplichte verwerking van stimuli
Onbewust verwerken van stimuli
- een adaptief kenmerk van de geest is het vermogen om routinetaken automatisch uit te
voeren waardoor het bewuste werkgeheugen wordt vrijgemaakt voor andere doeleinden
- voorbeeld: autorijden
taken die in het begin heel veel aandacht en energie kostten zoals schakelen,
gaan nu onbewust waardoor je je aandacht kunt richten op de verkeerssituatie
2.4 Breinmechanismen van preventieve aandacht en verwerking
Conclusies uit fMRI hersenonderzoek
- onbewust waargenomen zintuiglijke prikkels activeren de hersengebieden
sensorische stimuli activeren specifieke sensorische en perceptuele gebieden van
hersenschors ook al neemt persoon deze niet bewust op
activering te zien in primaire sensorische gebieden
- aandacht vergroot activiteiten van hersengebieden die taak relevante stimuli verwerken
en verkleint de activiteiten van hersengebieden die taak irrelevante stimuli verwerken
- neurale mechanismen in de voorste delen van de cortex zijn verantwoordelijk voor de
controle van aandacht
voorste regio’s regelen aandacht door top-down te werken op sensorisch en
perceptuele gebieden van hersenschors
- mensen met spatial neglect (ruimtelijke verwaarlozing) zijn niet in staat om informatie te
verwerken in het gezichtsveld tegenover de beschadigde hersenhelft
schade rechts -> even goed herinneren toekomst als mensen zonder schade
schade links -> niet even goed herinneren verleden als mensen zonder schade
3. Werkgeheugen: het actieve bewustzijn
Werkgeheugenmodel van Baddeley
- werkgeheugen is centrum van bewuste waarneming en gedachten: het werkgeheugen
denkt, neemt beslissingen en haalt informatie op uit het lange termijn geheugen
- het werkgeheugenmodel van Baddeley verdeelt het werkgeheugen in:
fonologische lus: verwerken van verbale informatie
visueel-ruimtelijk schetsblok: vasthouden van visuele ruimtelijke informatie
centrale uitvoerder: coördineren van activiteiten van de geest en ophalen van
informatie uit sensorische en lange termijn geheugen naar het werkgeheugen
3.1 Verbaal werkgeheugen: de fonologische lus
Fonologische lus
- deel van het werkgeheugen dat verbale informatie onthoudt door het voor jezelf uit te
spreken en te herhalen
- mensen kunnen doorgaans ongeveer evenveel informatie in het werkgeheugen opslaan
als dat ze in twee seconden (in jezelf) kunnen herhalen
- items die niet worden gerepeteerd, vervagen snel
7
, - mensen die snel spreken hebben een grotere reikwijdte dan mensen die niet snel
spreken
- de reikwijdte voor woorden met één lettergreep is groter dan die voor woorden met
meerdere lettergrepen
- fonologische lus gebruiken voor nuttig werk: zwijgend tegen onszelf praten en ideeën in
de vorm van woorden zetten
3.2 Werkgeheugenbereik
Werkgeheugenbereik
- hoe meer taken, hoe minder geheugencapaciteit in het werkgeheugen
- als mensen twee taken tegelijkertijd moeten doen, dan neemt de geheugencapaciteit in
het werkgeheugen af
- het werkgeheugen is ongeveer twee items korter dan het geheugen en vertoont
verbeteringen van kindertijd en achteruitgang in volwassenheid
- mentale interferentie
concurrentie op het verwerken van informatie
vb.: uit onderzoek blijkt dat telefoneren samen met autorijden leidt tot 4 keer
zoveel ongelukken, ook als er handsfree wordt gebeld
- motorische interferentie
concurrentie waarbij het gebruik van handen betrokken is
vb.: gebruik van Whatsapp/SMS tijdens rijden vormt groter gevaar omdat er
zowel mentale als motorische concurrentie is
4. Executieve functies
Uitvoerende functies
- cognitieve psychologen zien het werkgeheugen als onderdeel van uitvoerende functies
- relatief basale en algemene informatieverwerkingsmechanismen die belangrijk zijn bij
het plannen, reguleren van gedrag en uitvoeren van complexe cognitieve taken
- dit is niet hetzelfde als de centrale uitvoerder van Baddeley model
- uitvoerende functies bestaan uit drie componenten
werkgeheugen of bijwerken: bijwerken, bewaken, snel toevoegen, snel
verwijderen van inhoud werkgeheugen
flexibel schakelen: flexibel schakelen tussen verschillende taken en mindsets
remming: voorkomen van cognitieve of gedragsmatige reactie of weghouden van
ongewenste informatie
Voorbeeld taakwisseling: Wisconsin Card Sorting Test
- om stoornissen in cognitieve flexibiliteit op te sporen
- proefpersonen krijgen set kaarten met verschillende objecten erop die variëren in kleur
en aantal
- men moet de kaarten in bepaalde categorieën sorteren
- op een gegeven moment wordt er overgeschakeld naar sorteren volgens een andere
categorie
- mensen met stoornissen in executieve functies hebben moeite met omschakelen naar de
nieuwe categorie, ze blijven oude criteria volgen
8
,4.1 Vier algemene conclusies over uitvoerende functies
Vier algemene conclusies ten aanzien van uitvoerende functies (Miyake en Friedman):
- uitvoerende functies tonen zowel eenheid als diversiteit
prestaties op verschillende soorten uitvoerende functies (bijwerken, schakelen
en remmen) correleren met elkaar
dit wil zeggen dat als je goed bent in de ene taak, je waarschijnlijk ook goed bent
in de andere taak
verschillende taken hebben een aantal gemeenschappelijke onderliggende
aangeboren cognitieve vaardigheden
deze correlatie is niet perfect: elk type uitvoerende functie beoordeelt ook
enkele unieke vaardigheden
- er is een genetische component bij uitvoerende taken
erfelijkheid van uitvoerende taken is vrij hoog
door training kunnen vaardigheden wellicht verder worden ontwikkeld
- uitvoerende taken zijn gerelateerd en voorspellend voor klinische en maatschappelijke
resultaten
hoe beter je bent in uitvoerende functies, hoe beter je in staat bent om je gedrag
en emoties te reguleren
- uitvoerende functies hebben een stabiele ontwikkeling
ben je als kind goed in uitvoerende functies, dan zul je als volwassene
waarschijnlijk een hogere functie hebben
4.2 Neurologische basis van executieve functies
Prefrontale cortex en uitvoerende functies
- prefrontale cortex is een neuraal knooppunt voor uitvoereinde functies
ontvangt informatie van de sensorische cortex
is verbonden met de motorische cortex, het limbisch systeem (voor geheugen,
motivatie en emotie) en de basal ganglia
- mensen met prefrontale kwab schade (zoals Phineas Gage) missen empathie, zijn
emotioneel instabiel en zijn ongeremd
- patiënten met frontale kwab schade zijn niet goed in de Wisconsin Card Sorting test
waarbij je steeds moet overschakelen tussen sorteertaken
- ADHD zou te maken kunnen hebben met achtergestelde ontwikkeling van de prefrontale
cortex terwijl het motorische deel juist iets eerder ontwikkeld
5. Geheugen als de vertegenwoordiger van kennis
Geheugen
- verwijst naar alle informatie in iemands brein en het vermogen om die informatie op te
slaan en op te halen
- ons geheugen bestaat uit:
expliciet of declaratief geheugen
o episodisch geheugen: herinneringen van eigen ervaringen
o semantische geheugen: woorden, betekenissen, algemene kennis
9
, impliciet of non-declaratief geheugen
o procedureel geheugen: vaardigheden, gewoonten
o priming: onbewuste activatie van concepten in langetermijngeheugen
o klassieke conditionering: geconditioneerd gedrag of emoties
5.1 Expliciet en impliciet geheugen
Expliciet/declaratief geheugen
- soort geheugen dat gemakkelijk teruggebracht kan worden in ons bewustzijn en dat we
verbaal kunnen beschrijven
- inhoud van bewust denken en is zeer flexibel
- we kunnen deze herinneringen ophalen in andere omgevingen waarin we ze hebben
verworven en kunnen gecombineerd worden met andere herinneringen
- hierbij speelt aandacht een rol: inhoud van het expliciet geheugen naar het kortetermijn-
of werkgeheugen brengen en vervolgens door middel van aandacht worden uitgelegd
Impliciet/non-declaratief geheugen
- type geheugen dat niet kan worden verwoord
- bestaat uit alle non-verbale en onbewuste middelen waarmee eerdere ervaringen
iemands handelingen en gedachten kunnen beïnvloeden
- wordt ook anoetic genoemd omdat het niet onderworpen is aan bewuste aandacht
- om dit te testen worden impliciet gedragsreacties afgeleid
- impliciete herinneringen hangen nauw vast met de context waarin ze verworven zijn
- hierbij speelt aandacht juist geen rol
- deze routines spelen zich af buiten ons bewustzijn, en als we onze aandacht erop richten,
gaat de uitvoering daarvan vaak juist fout
5.1.1 Onderdelen van het expliciete geheugen
Episodisch geheugen
- expliciete herinneringen aan de eigen ervaringen uit het verleden
- het gaat om autobiografische herinneringen: herinneringen uit eigen leven
- we kunnen deze herinneringen terugroepen in ons bewustzijn en bewust omschrijven
- hierbij speelt de aandacht weer een belangrijke rol
Semantisch geheugen
- een vorm van expliciet geheugen dat niet gebonden is aan specifieke gebeurtenissen
- omvat kennis van woordbetekenissen, feiten, ideeën en schema’s die iemands algemene
begrip van de wereld vormen
- omvat ook kennis van jezelf die niet mentaal verbonden is aan een bepaalde episode in
je leven, vb. kennis dat appel rood is
- deze geheugeninhoud kunnen we mbv onze aandacht onder woorden brengen
- episodische herinneringen zijn vluchtiger dan semantische herinneringen
- het oproepen van semantische herinneringen gebeurt met associaties: bijvoorbeeld de
kleur rood en een appel zijn met elkaar geassocieerd
10
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Michaela12. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.44. You're not tied to anything after your purchase.