100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Communicatiewetenschap $3.21   Add to cart

Summary

Samenvatting Communicatiewetenschap

 21 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting Communicatiewetenschap

Preview 4 out of 52  pages

  • August 3, 2020
  • 52
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
1 HISTORISCHE EVOLUTIE
1. communicatie & media: beknopte sociale geschiedenis
vooraf
soc geschiedenis: vooral aandacht vr gesch vd relatie tss communicatie(media)
en
maatschappij:
1. in welke mate heeft comm.technologie invloed uitgeoefend op
maatschappelijke context
2. in welke mate heeft maatschappelijke context de evolutie vd media
bepaald
evoluties op lange termijn, dus gn encyclopedisch overzicht v afzonderlijke
gebeurtenissen of technische uitvindingen
centraal uitgangspunt: hoe hebben de comm.media perceptie & ervaring van tijd
en
ruimte bepaald; in welke mate werden soc relaties tss mensen veranderd

1.1 oraal: gesproken taal
oorsprong (speculatief)
gebaren?
namen geven? in de hoop dat ze zo controle kregen over dingen  hoe dan met
grammatica?
hulp bij gebruik v werktuigen/wapens?
rituelen?

belang
taal = noodz vr de ontwikkeling v denken & bewustzijn
denken: communiceren over iets dat er niet is (abstraheren – doen dieren
niet)
comm enkel in face-to-face situaties (zelfde tijd/ruimte)
soc implicaties:
NADEEL: afwezigen zijn uitgesloten v comm.proces
VOORDEEL: comm.proces kan z op bep manier ontwikkelen (dr feedback,
interactie met publiek/ontvanger)

kenmerken v orale cultuur
1. different sense of time: gn stockering v kennis/informatie (geheugen kan nt
vastgelegd w)
2. ander memory sytem  meer thematisch & formulair
dus psychologie v orale cultuur = anders
3. afwezigheid v auteurs, verteller staat centraal
4. macht = geconcentreerd bij rel kleine groep  orale culturen: homogeen
karakter (ivm kennis & soc normen)
5. publiek, openbaar karakter (face-to-face, gn soc segregatie, gn
privacy/individualiteit)
6. rigide, zeer hiërarchisch, weinig plaats vr meningsverschillen
afkerig tov soc verandering

1.2 schriftelijke cultuur
ontstaan
30.000 jr vC: eerste rotstekeningen (gn uitdrukking v gesproken taal)

,eerste geschreven taal was beeldtaal: pictogrammen
Sumeriërs, 3100 vC, samen met ontwikkeling v wiskunde, tellen
nadien overgenomen dr Egyptenaren (hiërogliefen)
ook Chinees schrift
ook evolutie in hardware:
rots – stenen – klei – was – beenderen – dierenhuiden – papyrus (2000
vC, Egypte) – perkament (schapenvellen) – papier (China, 100 nC)
steeds lichtere hardware  betere verspreiding (omgaan met tijd/ruimte:
ruimtedimensie overwinnen gaat ten koste van tijdsdimensie)
ontwikkeling nr fonetisch alfabet: (fonetisch = elk letterteken verwijst nr bep
klank)
- vormen ontwikkeld dr Semieten (1700 vC, Israël)
- verbeterd dr Foeniciërs (1500 vC, Syrië, Libanon, Israël)
- overgenomen dr Grieken  Grieks alfabet, links nr rechts (775 vC), erna
Romeinen: ons alfabet
- Foeniciërs zijn geleidelijk overgegaan v hiërogliefen nr fonetisch schrift:
invloed v handel
- belang v fonetisch alfabet als ‘digitale informatietechnologie’-avant-la-lettre

maatschappelijk belang van het schrift
o soc relatie tss zender & ontvanger w gewijzigd: nt meer zelfde tijd/ruimte
o kennis & info kan opgeslagen w
o groter # mensen te bereiken
o zender heeft garantie dat boodschap nt veranderd w: controle (pol
implicaties)

maatsch implicaties:
1. pol vlak: mogelijkheid rijk uit te breiden, uitbouw econ boekhouding & pol
administratie
2. wetensch: mogelijkheid tot abstract denkend, vastleggen v kennis die
voortdurend empirisch getoetst kan w
3. sociaal: scheiding individu – gemeenschap (privaat – publiek)
4. ruimte/tijd:andere conceptie: tijd & ruimte als continua (verleden krijgt vaste
vorm)

OPGEPAST: geschreven cultuur heeft orale cultuur nt (overal) verdrongen

1.3 drukkunst
ontstaan
vaak geassocieerd met J. Gütenberg (midd 15de eeuw)
MAAR:
China: blokprint, 700 nC
afzonderlijke letters: 1045 (verder ontwikkeld in Korea)
ook papier komt uit China
waarom had drukpers in China gn maatschappelijke weerslag, terwijl het in West-
Europa a/d basis lag v/e cultureel-maatschappelijke omwenteling?
gehanteerde comm.code (beeldschrift – fonetisch schrift)
andere maatschappelijke context: W-Eur: doorbraak v/d handel

kenmerken v/d printcultuur
boekdrukkunst: 1ste massamedium (prod & distributie v groot # exemplaren);
expansie
drukpers: nog ruimere verspreiding v kennis
drukken: vergissingen, fouten, opzettelijke verdraaiingen v/h origineel onmogelijk
1ste gestandaardiseerd product (1ste ‘bandwerk’)

,tekst krijgt gesloten, afgewerkte vorm/boodschap (nt in orale cultuur en veel
minder in schriftelijke cultuur)

maatschappelijke implicaties
ontwikkeling v/d boekdrukkunst ligt mee a basis v maatschappelijk-culturele
evolutie Middeleeuwen  Renaissance & Verlichting
kennis ≠ monopolie v kleine elite, drukken in ateliers v burgers: begin v
‘secularisering’
democratisering v kennis
Latijn w vervangen dr eigen nationale taal (begin pre-nationaal bewustzijn obv
taal)
soc-psych gevolgen verbonden a overgang nr ‘typographical man’
zin vr exactheid & precisie
sterke toename v individualiteit & privacy (voorlezen  silent scanning)
herschikking tijd & ruimte!
nieuw medium niet ipv het oude medium!

1.4 dagbladpers
ontstaan & evolutie
voorlopers:
o vlugschriften, pamfletten (politiek, amusement, spotprenten, sensatie)
sinds 1ste ontwikkeling v boekdrukkunst, nt regelmatig, belang v ontspanning
o 17de eeuw: 1ste wekelijkse kranten (1 à 3x per week: druktechnische
problemen & dure papierprijs)
o 19de eeuw: 1ste dagelijkse kranten (eind 18de E)
o
maatschappelijke context
IR: technologisch: snelheid v drukken
economisch: daling papierprijs, nieuwe soc klasse: burgerij
cultureel: vermindering analfabetisme
Fr R: politiek: vrije meningsuiting (in de praktijk vooral GB & België)
Am R: onafhankelijkheid Am kolonies (pers speelde bel rol ivm eensgezindheid v
verschillende culturen v immigranten)

verdere evolutie
eerst een eliteproduct:
fin-econ dagbladen
partijpol dagbladen
bep oplage, duur
aanvankelijke sterke controle v overheid (preventieve censuur,
dagbladzegel 18de
eeuw)
nadien: doorbraak massapers 19de eeuw
fotografie & telegrafie: basis v opkomst nieuwsagentschappen & afhankelijkheid v
reclame

vanaf 20ste eeuw:
afname v partijpol pers
doorbraak v commercialisering (afh v econ)
persconcentratie (concurrentie met andere media, tv)

maatschappelijke implicaties
POL strijd vr persvrijheid, spreekbuis vr pol partijen (19de eeuws liberalisme,
pol bewustwordingsproces: bouwsteen v democratie)

, ontwikkeling v journalistiek: 1ste professionalisering, opkomst
wereldnieuwsagentschappen
belang vr vorming v nationaal bewustzijn (natievorming 19de eeuw)
ECO reclame: belang vr expansie v economisch productiesysteem (kapitalisme)

1.5 registratie v beeld & geluid
1.5.1 fotografie
evolutie
voorloper: camera obscura: (Italië, 16de eeuw; maar al 4de eeuw vC)
19de eeuw: ontwikkeling i/d chamie
vanaf 1850: goedkoper  grote massa: burgerij laat zich fotograferen
(adel/clerus zet
zich af: portretten)
rond 1900: celluloid film – kodak: zelf foto’s maken
1935: kleurenfilm, 1947: polaroid
recent: digitale fotografie (vervagen v grens fictie – werkelijkheid)

maatschappelijk belang
2de helft 19de eeuw: interculturele beeldcommunicatie
democratisering v cultuur
invloed op pers & journalistiek: doorbraak persfoto (sensationeel karakter v
berichtgeving)
visuele dimensie w toegevoegd a collectief geheugen

1.5.2 film
evolutie
voorloper: experimenten ivm optische illusie (J Plateau) obv bewegende
tekeningen: fantascoop
1ste experimenten:
technisch: Edison, individuele kijkkast
Lumière, film als sociaal gebeuren: filmzaal
Milières & Porter: narratieve dimensie, verder ontwikkeld dr Griffith: 1ste
langspeelfilm, montagetechnieken
jaren ’20: commerciële filmindustrie
1927: geluidsfilm (jaren ’30: kleurenfilm)


maatschappelijke implicaties
centrale rol in vrijetijdsbesteding
vaak gebruikt als pol propagandamiddel (WO II)
economie: media-industrie

1.5.3 geluidsregistratie
evolutie
fonograaf: opname v muziek (nt opzettelijk ontwikkeld)
1877: Ch Cros (Fra) wou geluid zichtbaar maken voor doven
Th Edison (USA) wou telegraaf verbeteren & dictafoon ontwikkelen
1876 : A G Bell & E Gray: telefoon
einde 19de eeuw: ‘automatic phonograph parlors’ in openbare plaatsen
begin 20ste eeuw: grammofoonspeler vr individueel gebruik
1940: stereo

bandopnemer: technisch verwant, maar totaal andere ontwikkeling
Poulsen (Den) had in 1900 technologie op punt gesteld maar geen geld

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller BrentUGent. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

70055 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.21
  • (0)
  Add to cart