100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Hoorcolleges 1.C2 Geneeskunde, EUR $8.02
Add to cart

Summary

Samenvatting Hoorcolleges 1.C2 Geneeskunde, EUR

 47 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Uitwerking en samenvatting van de hoorcolleges van Thema 1c2 Geneeskunde EUR.

Preview 4 out of 68  pages

  • August 3, 2020
  • 68
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
1C2 Stofwisseling en Basaalmetabolisme
Week 6

Regulatie energiebalans


Bloedsuikerspiegel staat centraal in de
regulatie:
-te hoog glucose= aantasting eiwitten→
retinopathie, nefropathie
-te laag glucose= hersenen niet genoeg
energie

Energiebalans
- Energie inname – energieverbruik= verandering in energieopslag
- Voedsel inname – vetverbranding= verandering in vet opslag
o Voor elke -7500 kcal teveel of te weinig val je 1 kg af of kom je aan.

Energie inname
- Bom calorimeter: je meet de temperatuursverhoging, de warmteproductie die
vrijkomt bij verbranding van een voedselcomponent. Sommige mensen doen dit
efficiënter dan andere→ energie inname is moeilijk te evalueren.
o Energievoedselcomponenten
▪ Koolhydraten 4 kcal/g
▪ Eiwit 4 kcal/g
▪ Vet 9kcal/g
▪ Alcohol 7kcal/g
▪ Soluble fiber 1,5-2 kcal/g
• Voedingsvezel kan niet worden verteerd door onze dunne
darm enzymen. Het colon procueert boterzuren die met het
vezel wel opgenomen kunnen worden→bevordering stoelgang
o Chemisch gezien zijn alle calorien gelijk maar het lichaam kan niet met elk
type calorie hetzelfde. Soms maakt het dus wel uit wat voor soort calorie je
eet
- Advies samenstelling dieet: 2000kcal met 40% hoolhydraat, max 40% vet en 10-25%
eiwit. Voedingsvezel 15g/1000kcal.
Meten van energiegebruik
1. Directe calorimeter
- 1 kcal is de energie die nodig is 1 gram water 1 graad te
laten stijgen. Je kan de warmteafgifte van het lichaam
meten→ atwater- rosa calorimeter.
2. Indirectie calorimeter
- Meten van zuurstofconsumptie= meten energieverbruik
- RQ= productie co2/verbruikt o2
3. Double labelled water method
- Drink double labelled water→door co2 productie zal er C18O2 ontstaan en in urine
H2. Hoe eerder het O18 op is, hoe meer metabolisme er was.

,BMI- body mass index
- Gewicht/ lengte^2
BMI Klasse
<18,5 Ondergewicht
18,5-24,5 Gezond
25-29,9 Overgewicht
30-39,9 Obesitas
>40 Morbide obesitas
- Het wordt beïnvloed door bot, plasmavolume en spiermassa
- Sekse- onafhankelijk
- Leeftijd onafhankelijk
- Geen goede info over verschillende populaties
Energieverbruik




Basaalmetabolisme: in rust 12 hr na maaltijd.
- Hartfunctie, ademhaling, bloedcirculatie
- Voortgeleiding zenuwimpulsen, hersenfunctie
- Reabsorptieprocessen in nier
- Groei en weefselregeneratie
- Eiwit en RNA- synthese, iontransport, lichaamstemperatuur.
o Ziekte, ondervoeding, infectie, schilklierafwijkingen, koorts, ernstige
verwondingen, stress gaan gepaard met verandering in BMR.
o Hoe hoger vetvrijemassa (met hierin spier), hoe hoger deze is hoe hoger
basaalmetabolisme
Thermogenese
- Deel van de metabool beschikbare energie gaat verlogen door opname transport
metabolisme en opslag= diet -induced thermogenese, thermal effect of food of
specifiek dynamische werking
o Koolhydraat 5-6%
o Eiwit 20-30%
o Vet 3-4%
- Omgevingsgeinduceerde thermogenese
Fysieke arbeid
- Bewuste arbeid
- Onbewuste arbeid= NEAT (non excercise activity thermogenesis): hoe meer vet, hoe
lager de NEAT.

,Afvallen of aankomen
- Dreig je af te vallen wordt het basaalmetabolisme effectiever door verlies lean body
mass: sport je meer naast het afvallen zal je basaalmetabolisme toenemen.

Niveau’s van lichaamssamenstelling
1. Atoomniveau
a. Waterstof, koolstof, zuurstof, natrium en calcium- bepalen 98% het
lichaamsgewicht. 50 atomen in lichaam
2. Moleculair niveau
a. >100.000 chemische verbindingen: koolhydraten, vetten, eiwitten
3. Celniveau
a. Lichaam 10^14 cellen
4. Weefselniveau
a. Cellen varieren in vorm en grootte en vormen weefsels: bot, bloed, vet
5. Hele lichaam
Lichaamssamenstelling
- Model body composition 1: onderscheid vetvrijemassa (niet essentieel vet, opslag)
en lean body mass (weefsel en essentieel vet)
- Model body composition 2: onderscheid vetmassa (essentieel en niet essentieel vet)
en vetvrije massa
o Vetmassa: al het vet met essentieel vet
o Vet vrije massa: al het niet vetweefsel inclusief bot, spier, organen.

Meten lichaamssamenstelling
1. Huidplooimeting
- Meet subcutaan vet (70-90% totale vet), gebaseerd op dat de vetverdeling
regelmatig verdeeld is over het lichaam.
- Geen goede informatie over hoeveelheid visceraalvet
2. Lichaamsomtrekking
- Waist hip ratio. Voorspelt het beste het gezondheidsrisico van een individu.
- Verdeling vet is belangrijker dan hoeveelheid vet.
- Positieve correlatie met:
o Mate van insuline retentie
o Bloeddruk
o HDL cholesterol spiegel in bloed
o Incidentie DM
o Incidentie hart -en vaatziekten
o Overall mortaliteit
- Man, appelvorm, androide vetcellen: biologisch actief, insuline resistente cellen.
Geven meer vrije vetzuren, cytokines af dmv stimuli.
- Vrouw, peervorm, gynoide vetcellen: insuline sensitief, minder gevoelig voor stoffen
die vet vrij kunnen maken
3. Bio- elektrische inpedantie analyse
- Stroom aangelegd via elektrode op pols, voet en vingers en meet de geleidbaarheid.
- Hoe groter de vetvrije massa hoe beter de geleiding. Meet FFM. Gewicht- FFM=FM
- Uitdroging vermindert weerstand en lijkt vetpercentage lager. Te veel lichaamswater
verhoogd de weerstand waardoor vetpercentage hoger lijkt

, 4. Beeldvormingtechnieken
- DEXA- meet direct de hoeveelheid vet.
o Er kan geen onderscheid worden gemaakt tussen subcutaan of abdominaal
vet.
- CT/MRI meten viscerale vet. Visceraal vet is pathologischer dan subcutaan.
Vet
-Essentieel vet:
o Cruciaal voor normale lichaamsfunctie
o Steun en bescherming aan organen
o Lichaamsisolatie
o Energiebron voor hormonen en cytokines
o Belangrijke rol bij voortplanting, nodig om zwangerschap tot goed einde te
brengen.
o Leptine zet menstruatie ingang.
▪ Vrouw 8-12% totale gewicht, man 3-5% totale gewicht
- Niet essentieel vet
o Opslag in vorm triglycerides:
▪ Subcutaan
▪ Intermusculair
▪ Intramusculair
▪ Buikholte
▪ Borstholte
- Vetmassa neemt toe bij ouder worden
Verwerking
- Darmkanaal
o Polymeren→ monomeren
o Aminozuren, glucose→ lever
o Vet→ in darmkanaal afgebroken, in enterocyt weer aan elkaar als
triglyceride→ chylomicron→ lymfe→ eerst hart, spieren→ rest lever
Glucose
- Direct na maaltijd zou bloedsuiker enorm stijgen
- Na nacht vasten
o 130 mg glucose/ min verlaat circulatie
▪ Hersenen 90mg/min
▪ Spieren 25 mg/mn
▪ Vet, nieren 15 mg/min
• Spierglycogeen- nodig voor beweging
• Leverglycogeen- nodig voor bloedsuikerspiegel
o Je hebt 130 mg/min nodig→ per dag 150-200 gram nodig voor hersenen die
constant glucose nodig hebben
▪ Buffering tot 200gram→ rest vet
▪ <150 gram→ gluconeogenese (glucose maken uit eiwitten).
▪ Meer dan 130 mg/min= in lever als gylcogeen. Tussen maaltijden door
glycogeen→ glucose.
• Na 12-24 hr is lever glycogeen op→ gluconeogenese. Op lange
termijn ook spierglycogeen aanbraak.
• Hierna ketonlichamen

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller adine. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.02. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52355 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.02  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added