Voor uitleg van de terminologie van deze tabel, zie terminologie hieronder.
De student kan het verschil in functie tussen de verschillende sensorische schorsgebieden (primair,
secundair, tertiair) uitleggen.
primair = waarnemen van prikkels in primair sensorische cortex, hier komt de prikkel het eerst
de cortex binnen. Ligt op gyrus postcentralis en bevat de homunculus (zie afbeelding
hieronder in het blauw).
secundair = herkennen van sensorische input, gebied ligt achter de primaire sensorische schors.
Deze schors krijgt zijn informatie vanuit de primair sensorische schors.
tertiair = interpretatie van de sensorische input. Deze krijgt zijn informatie vanuit de
secundaire sensorische schors.
De student kan het verschil in functie tussen de verschillende motorische schorsgebieden (primair,
secundair, tertiair) uitleggen.
primair = het uitzenden van het bewegingsprogramma. Ligt in de primaire motorische schors,
op de gyrus precentralis. Hierin ligt de homunculus (zie afbeelding hieronder in het
rood). Dit schorsgebied krijgt zijn informatie uit de secundaire motorische schors.
secundair = ligt voor de gyrus precentralis in de frontale lobe. Dit schorsgebied krijgt zijn
informatie uit de tertiaire motorische schors, en zend zijn informatie naar de
primaire motorische schors. Hier liggen bewegingsschema’s opgeslagen voor
bijvoorbeeld lopen en fietsen.
tertiair = Hier wordt het plan gemaakt om te gaan bewegen, dit plan wordt doorgestuurd naar
de secundaire motorische cortex.
1
,De student kan verklaren welke symptomen kunnen duiden op een stoornis in een van deze
cortexgebieden.
Frontaal persoonlijkheidsveranderingen, slechte motorische aansturing.
Partieel verminderd gevoel, slechte sensoriek
Temporaal verminderd gehoor, verminderde verwerking/herkenning van geluid
Occipitaal verminderd zicht, vermindering verwerking visuele informatie
De student kan de verschillen uitleggen tussen linkszijdige en rechtszijdige hersenlaesies.
Links zitten de taalcentra, logica
Rechts zit meer ruimtelijk inzicht, gezichtsherkenning (BRON: WIKI)
Terminologie
Primaire schorsgebieden heeft te maken met horen, zien, voelen en bewegen.
Secundaire schorsgebieden herkent en programmeert
Tertiaire schorsgebieden ziet het verband tussen dingen, plaatst de handelingen in een
context.
hemisfeerspecialisatie duidt op verschillen in specialisatie van de beide
hersenhelften. Men bedoelt hiermee vooral verschillen in
zintuigelijke, motorische, cognitieve en emotieve functies.
corpus callosum de verbinding tussen de linker en rechter hemisfeer.
lobus frontalis aan de voorkant van de grote hersenen, zorgt voor motoriek,
motivatie en persoonlijkheid.
lobus parietalis voor tast, ligt achter de frontale lob
lobus temporalis aan de zijkant van het hoofd, achter het oor, voor gehoor,
reuk en proeven.
lobus occipitalis ligt bij achterhoofd, zicht.
afasie (Broca/Wernicke) taalstoornis. Broca = ligt in frontaal lobe, in secundair
motorische schors, dus problemen met praten. Wernicke =
ligt in temporaal lobe, is dus problemen (sensorische afasie)
met horen.
apraxie handelingsstoornis, kan zijn dat de patient niet weet wat de
bedoeling van de handeling is, maar ook dat de uitvoering
2
, onhandig is.
hemiplegie halfzijdige verlamming
parese onvolledige verlamming
paralyse / plegie gehele verlamming
agnosie herkenningsstoornis, kan op verschillende niveau’s zijn
taktiel, akoestisch en visueel.
(hemi)anesthesie halfzijdige sensibiliteitsstoornis
(hemi)anopsie halfzijdige gezichtsveldstoornis
prefrontale cortex Is het gedeelte van de cortex wat direct achter het voorhoofd
ligt, op de punt van de frontale cortex. Hier zitten functies als
persoonlijkheid, cognitie, motivatie, plannen.
associatiecortex tertiaire gebieden, hier wordt informatie geinterpreteerd.
homunculus ‘mannetje’, verdeling van het lichaam op de pre- en
postcentrale gyrus. Geeft weer in welk gebied van de
hersenen welk deel van het lichaam ligt.
somatotopie bepaalde hersengebieden komen overeen met bepaalde
lichaamsdelen, vaak weergegeven als homunculus.
sulcus centralis sulcus (invouwing) tussen de frontaal kwab en de partieel
kwab.
gyrus precentralis hersengebied die voor de centrale sulcus ligt, zit het primaire
motorische cortex.
gyrus postcentralis hersengebied die achter de centrale sulcus ligt, zit de
primaire sensorische cortex.
primair motorische schors ligt in de gyrus precentralis, hier ligt de homunculus.
dysarthrie verworven spraakstoornis
afasie taalstoornis
ataxie bewegings/coordinatie stoornis
Verwerkingsopdracht (nagekeken)
- Geef bij ieder nummer aan:
o Lokalisatie van de laesie
o Normale functie van dit cortexgebied
o Stoornis (evt. naam van de aandoening)
o Beperking
3
,Nummer Lokalisatie Normale functie Stoornis Beperking
1 Primair motorische Motoriek rechts, Moeilijke Moeilijk praten,
cortex gelaat aansturing gelaat veranderd gelaat
aan rechter zijde.
2 Gebied van Broca Motorisch centurm Afasie van Broca Niet op woorden
voor spraak kunnen komen.
3 Primair Sensoriek rechts Hemi anesthesie Slepen van
somatosensorische (been) rechter been,
cortex struikelen.
4 Secundair visuele Herkennen visuele Visuele agnosie Voorwerpen niet
cortex informatie kunnen
herkennen.
5 Gebied van Begrijpen van taal Afasie van Begrijpt taal niet,
Wernicke Wernicke, begrijpt niet wat
sensorische afasie je zegt.
6 Prefrontale cortex Karakter, motivatie Veranderd Problemen met
karakter omgaan, goede
omgang met
anderen.
7 Primaire visuele Binnenkomst van Hemi anopsie Vooral linker
cortex / lobus visuele informatie visuele veld niet
occipitalis kunnen zien.
8 Tertiaire Interpretatie van Bijv. neglect Negeren,
sensorische schors het beeld verdwalen
9 Lobus temporalis Secundaire Akoestische Misverstanden in
akoestische schors agnosie de communicatie
10 Secundaire Herkennen van tast Tactiele agnosie Niet kunnen
somatosensorische beschrijven wat
cortex ik vast heb,
onhandig dingen
uitvoeren (haren
kammen met
lepel).
11 Primair motorische Motoriek linker Hemi parese (of Moeite met
cortex been/arm plegie/paralyse) lopen/moeite
met armfunctie.
12 Secundair Motorische Apraxie (spatieel) Dagelijkse
motorische schors integratie handelingen niet
goed kunnen
uitvoeren.
Stellingen
1 De frontale lob speelt een rol in de motivatie en planning.
Juist
2 De occipitale lob kent net als de frontale lob een primair schorsgebied.
Juist
3 Het centrum van Broca ligt op de frontale lob en zorgt voor de aansturing van de
motorische component van de taal (spreken).
Juist
4
, 4 Afasie kan veroorzaakt worden door o.a. doorbloedingsproblemen van het centrum van
Wernicke.
Juist
5 De sensorische schorsgebieden hebben een informatiestroom die in principe loopt van
primair naar secundair naar tertiair schors.
Juist (behalve bij motorisch)
6 De precentrale gyrus behoort tot de frontale lob.
Juist
7 De temporale lob is betrokken bij de verwerking van sensorische informatie.
Juist
8 De parietale lob kan zijn informatie verkrijgen via de perifere ruggenmerg zenuwen of de
hersenzenuwen.
Juist
9 De limbische ligt diep mediaal in de hersenen.
Juist
10 het limbisch systeem speelt een rol in o.a. het geheugen en de emotie.
Juist
11 De amygdale kernen maken onderdeel uit van het limbische systeem.
Juist
12 Apraxie kan onder andere ontstaan door een stoornis in de pariëtale lob en of de frontale
lob.
Juist
13 De taalbeheersing is typerend voor de linker hemisfeer.
Juist
14 Creativiteit is een typisch voorbeeld van een rechter hemisfeer functie.
Juist
15 De intonatie in de spraak zal, bijv. bij cynisme, niet herkent worden met iemand met een
rechterhemisfeer laesie .
Juist
Voor meer informatie over CVA zie samenvatting Neurorevalidatie bij CNA hoofdstuk 1 (verkrijgbaar
via Stuvia.com).
OAC 2 Neurologie – CVA
Doelstellingen
De student kan de verschillende CVA’s benoemen.
Bloedig = hersenbloeding
Intracerebraal (= apoplexie) binnen de grote hersenen
extracerebraal
- epiduraal boven de dura, liggen vooral arterien (komt vaker bij trauma
voor).
- subduraal onder de dura, liggen vooral venen (eerder degeneratief).
- subarachnoidaal onder de arachnoide mater, liggen vooral arterien
(eerder degeneratief).
Niet-bloedig = herseninfarct, door beknelling van een bloedvat (door propje).
TIA
progressief CVA wordt steeds erger, vaak overlijden tot gevolg.
compleet CVA is stabiel (maar op 1 plek, dus niet in alle loben)
5
, Een beroerte kan worden onderscheiden in:
• een hersenbloeding: ongeveer 20 procent van alle beroerten, te onderscheiden in intracerebrale
bloedingen en subarachnoïdale bloedingen.
• een herseninfarct (focale hersenischemie): ongeveer 80 procent van alle beroerten.
De student kan de risicofactoren voor een CVA benoemen en kan aangeven waar FAST voor staat
in de vaststelling van beroerte.
Risicofactoren: - hypertensie
- cardiaal lijden
- diabetes
- hyperlipidemie (veel vet in de bloedvaten)
- roken
- overgewicht
FAST: - Face gezicht gaat scheef staan, mondhoek omlaag
- Arm moeite met het optillen van 1 arm
- Speech moeite met praten
- Time snel handelen
De student kan de verschillende anastomosen benoemen (cirkel van Willis en uittredende
bloedvaten) en van elk van deze bloedvaten aangeven welk hersengebied/gebieden er voorzien
worden van voeding.
Er zijn 2 (zowel Links als Rechts) bloedvaten die richting de hersenen gaan.
A. Vertebralis; deze loopt door de foramen transversarium (van de cervicale wervels) richting
craniaal. Daarna gaat deze over in de a. Basilaris (zie afbeelding). = vertebrale systeem /
basilarissysteem
A. carotis communis; Deze splits af van de a. Subclavia iets voordat de a. Vertebralis hier ook vanaf
splits. De a. Carotis communis loopt in de hals richting craniaal (kan je zelf voelen), deze gaat verder
richting de hersenen als de a. Carotis internus (externus gaat naar buiten de schedel). Dan komt deze
de cirkel van Willis binnen (zie afbeelding). = carotis systeem
Alleen bloedvaten kennen die in de
verwerkingsopdracht weergegeven zijn in de tabel.
6
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller plip88. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.88. You're not tied to anything after your purchase.