100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Scheikunde samenvatting PDSV04 doorstroom $5.65   Add to cart

Summary

Scheikunde samenvatting PDSV04 doorstroom

 63 views  3 purchases
  • Course
  • Institution

Basis scheikunde samenvatting. Voor het doorstroom scheikunde vak in het eerste jaar.

Preview 2 out of 13  pages

  • August 11, 2020
  • 13
  • 2018/2019
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting Scheikunde
Hoofdstuk 1
1.1

Atoombouw
Alle moleculen zijn opgebouwd uit atomen. Atomen worden ook wel elementen genoemd.
Atomen zijn zelf weer opgebouwd uit kleinere deeltjes:
- Positief geladen protonen; Atoom  kern + elektronen
- Negatief geladen elektronen;
- Ongeladen neutronen Protonen + neutronen

De protonen en neutronen zitten in de kern van het atoom, de elektronen elektron
bewegen in een wolk om de kern.

Massa van protonen en neutronen (ongeveer): 1,66 x 1027 kg.
De atomaire massa-eenheid (symbool van deze eenheid is ‘u’. 1,00 u
komt overeen met 1,66 x 1027 kg).

Massagetal: aantal protonen en neutronen
Atoomnummer: is gelijk aan het aantal protonen in de kern
Kern
6 Atoomnummer (gelijk aan aantal protonen in de kern)
C calcium
12 Massagetal (aantal protonen en neutronen)




1.2
Ionen ontstaan doordat een atoom één of meerdere elektronen afstaat (positief ion) of
opneemt (negatief ion). Bij ionen is het aantal elektronen in het atoom dus niet gelijk aan het
aantal protonen.

Isotopen zijn atomen met hetzelfde aantal protonen, maar met een verschillend aantal
neutronen. Isotopen hebben hetzelfde atoomnummer, maar met een verschillend
massagetal. Het massagetal wordt gebruikt om aan te geven welk isotoop bedoeld wordt.

Voorbeeld: Koolstof heeft atoomnummer 6  dus 6 protonen in de kern. Er is een isotoop
met 6 neutronen in de kern. Dat isotoop heeft een massagetal van 12  C-12.
Een ander isotoop van koolstof heeft acht neutronen in de kern. Dat geef je dus aan met C-
14.

, Elektronen komen niet zomaar in een elektronenwolk voor, maar in verschillende
energieniveaus (schillen) die rondom de kern bevinden. Tussen de schillen zitten geen
elektronen.
Schil Aantal
elektronen
1e schil 2
2e schil 8
e
3 schil 8
4e schil 18
5e schil 32

In het periodiek systeem der elementen zijn de elementen gerangschikt naar oplopend
atoomnummer. Dit overzicht bestaat uit perioden en groepen. Een periode is een rij, een
groep is een kolom.

1.3

Atoommodellen:


Model Niels Bohr 1913
Is een verfijning van Rutherford. Bohr ontdekte dat elektronen niet zomaar overal in
de elektronenwolk voorkomen, maar dat er verschillende energieniveaus zijn.
(schillen) rondom de kern. Tussen de schillen zitten geen elektronen.

1.4

Periodiek systeem: zijn de elementen gerangschikt naar oplopend atoomnummer. Zo
ontstaat een overzicht uit een:
Periode: is een rij (links naar rechts)
groep is een kolom (boven naar beneden) element die tot dezelfde groep behoort en
vergelijkbare chemische eigenschappen.



Belangrijke groepen in het periodiek systeem:

Alkalimetalen: groep 1. Met uitzondering van H waterstof. Alkalimetalen zijn zeer reactief en
reageren allemaal zeer heftig met water, waarbij het alkalimetaal een ion wordt met een
lading van 1+.

Aardalkalimetalen: groep 2. Zijn wat minder reactief. Komen vaak voor als ion 2+.

Halogenen: groep 17. Halogenen nemen graag een elektron op. Bv. F- Cl-. Of gaan een
binding aan met een ander atoom zoals F2 of Cl2  dubbele binding

Edelgassen: groep 18. Zijn heel inert. Deze gassen reageren niet met andere stoffen. Ze
gaan geen bindingen aan en komen niet als ionen voor.
Niet metalen: zitten in de rode driehoek + waterstof. Ionen zijn negatief geladen
Metalen: andere groep elementen ionen zijn positief geladen.

*elementen vlakbij de scheidslijn metaal niet-metaal hebben eigenschappen van zowel
metalen als niet-metalen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tessavanderschriek. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.65. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

80467 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.65  3x  sold
  • (0)
  Add to cart