Grote samenvatting veevoeding + sector oriëntatie PSOV04
188 views 15 purchases
Course
PSOV04 Veevoeding en sector orientatie
Institution
Aeres Hogeschool (aeres)
Erg grote samenvatting veevoeding sector oriëntatie, maar dit helpt wel voor de voldoende. Geel gemarkeerde zinnen/woorden waren belangrijk voor het tentamen.
PSVO04 Sector oriëntatie veevoeding Walter Mastenbroek
LES 1 voeding, groei en energie
Voeding
Diersoorten: herkauwer (koeien, giraffen, geiten, schapen, lama’s), varkens, pluimvee,
diversen.
Kenmerkend herkauwer: aantal magen. Koe heeft er 4 dus een lang verteringsstelsel, het
plantaardige voer is moeilijk te verteren. Een herbivoor is een planteneter. Een omnivoor is
een alleseter. Koe heeft geen boventanden, maar wel kiezen boven. Geiten hebben wel
boventanden dus dit geld niet voor alle herkauwers. Koeien snijden het gras in de mond.
Een varken kan alleseten, dus een omnivoor heeft ook maar één maag.
Groei:
Selectie op vlees-, ei- of melkproductie.
Eiwit aanzet.
Voerefficiëntie/ voederconversie.
Voorbeelden:
Voerefficiëntie: (veel gebruikt in melkveehouderij)
1 kg krachtvoer geeft koe 2,5 liter melk meer. Dus 2,5/1=2,5 is de voerefficiëntie. Tussen de
1,3 en 1,6 zit nl gemiddeld met de voerefficiëntie krachtvoer + ruwvoer. Een nieuw melkse
koe heeft een hogere voerefficiëntie door reserves.
Voerefficiëntie moet niet te hoog zijn, anders pakken ze teveel van de lichaam reserves. Dan
breken dieren die af en dat wil je ook niet. Je moet het optimum zoeken tot hoe hoog je kan
gaan met de voerefficiëntie.
Voederconversie: (veel gebruikt in pluimvee en varkenshouderij)
1 kg krachtvoer geeft 250 gram groei. Dus 1/0,250= 4. Gemiddeld bij varkens tot 400 à 500
gram wat een voederconversie van 2 geeft. 1/0,500=2. De voederconversie moet lager zijn
voor het optimum. Uit één kg wil je liever dat een beest 500 gram groeit i.p.v. 250 gram per
dag.
Groei/ productie:
Veemarkt.nu
Je selecteert op ras en geslacht samen met de groei/ productie.
Voer komt eerst door de pens (fermenteren door bacteriën). Vervolgens herkauwen wat
goed is voor natrium bicarbonaat, zorgt voor een goede pH. De netmaag filtert, een soort
voorraadvat voor de koe. Daarna de boekmaag, deze haalt vocht uit het voer. De lebmaag
als laatste hier is de pH heel laag en de bacteriën gaan daar dood. De lebmaag zorgt voor
uitwisseling van voedingsstoffen en lijkt op de maag van niet- herkauwers.
Groei van de pens:
Kalf: opfok melk tot ruwvoer. Muesli voeren om pens actief te maken. Pens actief maken
voor:
Om volume te vergroten, spiermassa te krijgen structuur voeren (hooi bv.).
Penspuppillen ontwikkelen zetmeel voeren. Niet teveel mais voeren want dan
vervetten ze. Ze zeggen dat je tot 9 maanden onbeperkt mais kunt voeren, na 9
, maanden moet je goed opletten met mais voeren. Pens flora kan je ontwikkelen door
krachtvoer, dus zorg dat je beide elementen in het rantsoen meepakt (hooi en
krachtvoer).
Voedingsenergie:
Bruto energie (BE) - mest verteerbare energie (VE).
Verteerbare energie (VE) - urine – gassen metaboliseerbare energie (ME)
Metaboliseerbare energie (ME) - warmte verliezen netto energie (NE)
Netto energie gaat naar productie en onderhoud.
Groei en voeding:
Efficiëntie voer per doel
• Netto energie/metaboliseerbare energie x100%
• Onderhoud (90%)
• Eiwitaanzet (50%)
• Vetaanzet (75%)
• Melkproductie (60%)
Groei en voeding:
- Te weinig energie: Aan het begin van de lactatie melkziekte omdat de vetreserves
aan worden gebroken.
- Te veel energie: Vervetting in de laatste dagen van de lactatie er gaat teveel naar
onderhoud.
- Te weinig eiwit: Op verschillende momenten. Het heeft te maken met wel en geen
essentiële aminozuren. Een essentieel aminozuur kan de koe zelf niet aanmaken, dit
moet door voeding binnenkomen. Bij een niet essentieel aminozuur maakt de koe dit
aminozuur zelf aan uit de hand van andere aminozuren. Gevolgen: slechtere
vruchtbaarheid, weerstand neemt af, algehele gezondheid neemt af.
, - Te veel eiwit: Krijg je in het najaar door niet te beweiden. Een hoog ureum en dunne
mest tot gevolg. Een hoog ureum zorgt voor verminderde vruchtbaarheid. Koeien
krijg je niet drachtig en koeien kunnen ook ziek worden van te veel eiwit.
Voederconversie:
Bij pluimvee en varkens is deze redelijk laag. Bij koeien is de voederconversie redelijk hoog.
Voederconversie= m gevoerd / m opgenomen.
Kip: 1,9
Varken: 2,8
Koe: 8,7
Hoe komt dit verschil?
De opstartdagen bij kippen en varkens is gelijk, bij koeien is dat in NL
niet. In Nieuw – Zeeland bijv. wel daar kalft alles tegelijk af. Kippen en
varkens leven vooral op krachtvoer. Koeien leven op krachtvoer en
ruwvoer, ruwvoer kan je bij koeien nooit precies meten wat er per koe
ingaat. Daardoor kun je met koeien niet tegelijk opstarten.
Voeding:
Propionzuur: zetmeel + suikers. Propionzuur wordt omgezet naar melkproductie.
Hemicellulose + Cellulose: langzame verteerbaarheid.
Hemicellulose + Cellulose + lignine: azijnzuur. Voor de weerstand en gezondheid is azijnzuur
erg belangrijk.
De pens moet in één keer vol kunnen zijn, koe moet dus in één keer veel kunnen eten. Hoe
komt dit (geschiedenis): koe was een laagrangdier, dus moesten ze snel eten in de bossen
voor andere gevaarlijke dieren.
• VEM = voedereenheden melk
• VEM = (0.0003392 ME/GE + 0.0654656) x ME
• formule ME (MJ) (15,9*vre + 37,88*vrvet + 13,81*vrc + 14,64*vok- 0,63*SUI )/1000
• formule GE (MJ) (24,14*re + 36,57*rvet + 20,92*rc + 16,99*vok- 0,63*SUI )/1000
LES 2 Transitiemanagement
Levensfases
Kalf – jongvee – drachtig jongvee – melkkoe – droogstaande koe – lacterende niet drachtige
koe – lacterende drachtige koe.
Droogstand: de primaire doelstelling in de droogstand = de koe voorbereiden op de
volgende lactatie.
- Minimaal 50 dagen.
- 4 weken nodig voor droog komen.
- 3 weken nodig voor herstel uier.
42 dagen droog hebben met droog zetters. Als koe dan te vroeg afkalft en na kalving tweede
melking wel bij melkt, dan zit er antibiotica in de tank.
Start droogstandsmanagement:
Controleren en eventueel behandelen van uierinfecties.
Reduceren van de melkproductie.
, Bepalen lichaamsconditie.
Eventueel preventief behandelen van het uier met antibiotica.
Darmfillies plooitjes die in de darm zitten, is om oppervlakte te vergroten. Darmflora’s gaan
kapot en in het begin van de droogstand kan je deze herstellen door veel voer te geven. Ook
veel ruwvoer voor buikvulling.
Waarom zijn 2 groepen gewenst gedurende de droogstand?
Droogstandrantsoen (Far off): weinig eiwitten, voldoende structuur. Wel eiwitten nodig voor
herstel en groei van het kalf.
Opstart rantsoen (close up): wennen aan het melkvee rantsoen.
Laatste fase droogstand:
- Daling droge stof opname met juist grotere vraag naar nutriënten.
- Hoe kunnen we dit oplossen?
Verstrekken van smakelijk en energierijk rantsoen.
Smaakwisseling voorkomen, dus voor de close-up groep al 20% voer van na het
afkalven verstrekken.
Indien nodig geforceerd naar het voerhek brengen.
Denk aan koe comfort.
Mineraliseren van stress.
Schoon, fris en ruime drinkwatervoorziening (niet te koud water).
Koeien goed controleren op eetlust.
Eventueel trage eters propyleenglycol.
Rond het afkalven
Koe moet blijven eten.
Goed smakelijk voer (suikers toevoegen, iedere dag vers voer).
Voorkom stress (pas op met afzondering, schone lig plek, geen overbevolking).
Optimaliseren van de pensfunctie:
Tijdens droogstand: bijna al het voer is ruwvoer.
Na het afkalven kan tot 50% krachtvoer in het rantsoen zitten.
Hierdoor aanpassing van pensflora en microben. Dit duurt echter 2 tot 3 weken.
Optimaliseren afkalfmanagement:
Kalvende koeien in een schone stal.
Het kalf verwijderen direct na de geboorte.
Koe direct uitmelken (minimaal 4x op dag 1).
Verstrekken van smakelijk voer meerdere keren per dag.
Eventueel geven van propyleenglycol bij energieproblemen.
Eventueel verstrekken van Ca/Mg infuus bij melkziekte koeien.
Controleer pensvulling en herkauwen.
Controleer conditie.
Zorg voor voldoende energie: beter loslaten van nageboorte. Geen afbraak van
vetten, dus geen leptine (leptine zorgt voor ds daling).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tessavanderschriek. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.09. You're not tied to anything after your purchase.